De richtlijn inzake genderevenwicht in raden van bestuur is eind 2024 van toepassing geworden en heeft tot doel te zorgen voor een meer genderevenwichtige vertegenwoordiging in de raden van bestuur van beursgenoteerde ondernemingen in alle EU-lidstaten.
In de richtlijn is als doelstelling vastgesteld dat bij grote beursgenoteerde ondernemingen in de EU 40 % van de niet-uitvoerende bestuurders en 33 % van alle bestuurders vrouw moet zijn.
De termijn voor omzetting door de lidstaten was 28 december 2024. De ondernemingen moeten de doelstellingen uiterlijk 30 juni 2026 halen.
Het aandeel vrouwen in raden van bestuur van ondernemingen in de EU bedraagt gemiddeld 34 %. Sinds 2010 is de vertegenwoordiging van vrouwen in raden van bestuur in de meeste EU-lidstaten verbeterd, maar de mate van vooruitgang varieert aanzienlijk en in sommige lidstaten stagneren de vorderingen. In 2024 bedroeg het percentage vrouwen in de raden van bestuur van de grootste beursgenoteerde ondernemingen in landen met verplichte genderquota bijvoorbeeld 39,6 %, tegenover 33,8 % in landen met zachte maatregelen en slechts 17 % in landen die helemaal geen maatregelen hebben getroffen.
De lidstaten moeten de regels van de richtlijn inmiddels in hun nationale wetgeving hebben omgezet. Hieronder vallen:
De Commissie zal de kennisgeving van de omzettingsmaatregelen van de lidstaten controleren en nagaan of de richtlijn daarmee correct wordt omgezet. Zij kan inbreukprocedures instellen tegen lidstaten die de omzetting niet melden of de richtlijn niet correct omzetten. In de hele omzettingsperiode heeft de Commissie de lidstaten ondersteund bij het waarborgen van een correcte omzetting, bijvoorbeeld via workshops en bilateraal overleg.
Uit de speciale Eurobarometer over genderstereotypen van 2024 blijkt dat EU-burgers over het algemeen van mening zijn dat gendergelijkheid iedereen ten goede komt. Er is sprake van een positieve ontwikkeling: drie op de vier respondenten zijn het erover eens dat mannen ook baat hebben bij gendergelijkheid. 55 % van de EU-burgers is voorstander van het invoeren van maatregelen om de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de besluitvorming te verhelpen.
In de hele EU vertegenwoordigen vrouwen 34 % van de bestuurders van de grootste beursgenoteerde ondernemingen, raden van toezicht of raden van bestuur. In de index van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (EIGE) van 2024 scoorde de empowerment van vrouwen in de economische besluitvorming 57,6 punten (op 100), oftewel 2,9 punten hoger dan in 2023.
Er wordt nog steeds vooruitgang geboekt met wetgevingsmaatregelen om het gebrek aan genderevenwicht aan te pakken, en er zijn aanwijzingen dat dat gebrek in landen die geen significante maatregelen hebben genomen meer dan twee keer zo groot is als in landen waar wel actie is ondernomen. In landen met nationale quota is het aandeel vrouwen dat bestuurder is van een beursgenoteerde onderneming het hoogst.
De Commissie kwam in november 2012 met het voorstel voor een richtlijn inzake genderevenwicht in raden van bestuur. Na tien jaar overleg bereikten het Europees Parlement en de Raad in juni 2022 een politiek akkoord. De termijn voor omzetting van de richtlijn eindigde twee jaar later, op 28 december 2024.
Om voort te bouwen op de vooruitgang die in het kader van de strategie voor gendergelijkheid 2020-2025 is geboekt, zal de Commissie volgend jaar een routekaart voor vrouwenrechten aannemen om zich verder in te spannen voor een Unie van gelijkheid en de basis te leggen voor het versterken van de vrouwenrechten en van de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt en in leidinggevende functies.
Richtlijn inzake genderevenwicht in raden van bestuur
EU-maatregelen ter bevordering van genderevenwicht in besluitvorming – Europese Commissie