De Wet van 7 oktober 2022 voert ook een nieuw verlof in, namelijk het zorgverlof. De wet treedt in werking op 10 november 2022. In het kader van dit zorgverlof heeft de werknemer recht om van het werk afwezig te zijn gedurende maximaal 5, al dan niet aaneensluitende, dagen per kalenderjaar, met het oog op het verlenen van persoonlijke zorg of steun aan een gezinslid of familielid dat om een ernstige medische reden behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun.
De volgende begrippen zijn in dit kader van toepassing:
De werknemer die gebruik wenst te maken van het zorgverlof, stelt zijn werkgever hiervan vooraf in kennis.
Ter staving van zijn afwezigheid bezorgt de werknemer zo snel mogelijk een attest van de behandelend arts van het betrokken gezinslid of familielid. Uit dit attest moet blijken dat het gezinslid of familielid ernstige medische behoefte heeft aan aanzienlijke zorg of steun. Het attest mag de medische reden zelf niet vermelden.
Het zorgverlof geeft recht om gedurende maximaal 5 dagen per kalenderjaar afwezig te zijn van het werk. De duur van dit verlof wordt aangerekend op het verlof om dwingende reden, welk in totaal in principe 10 dagen per kalenderjaar bedraagt.
In principe worden deze verlofdagen niet bezoldigd. De wet voorziet wel dat, wanneer de werknemer geen loon ontvangt in het kader van verlof om dwingende redenen, hij een uitkering van de RVA zal ontvangen.
De voorwaarden, toekenningsmodaliteiten en het bedrag van deze uitkering moeten nog worden bepaald bij koninklijk besluit. Wellicht zal er dus niet onmiddellijk recht op een uitkering zijn.
Een werknemer is beschermd tegen ontslag gedurende een periode die ingaat op het ogenblik van de kennisgeving aan de werkgever, en uiterlijk op dag van de opname van dit zorgverlof, en eindigt een maand na de opname ervan, behalve om redenen die vreemd zijn aan de opname van het zorgverlof. Op verzoek van de werknemer stelt de werkgever hem schriftelijk in kennis van dergelijke redenen.
Indien de redenen van het ontslag vreemd aan het zorgverlof niet kunnen worden aangetoond, heeft de werknemer recht op een forfaitaire vergoeding van 6 maanden brutoloon.
Een ontslag door de werkgever na afloop van de beschermde periode en waarvoor tijdens de beschermde periode enige voorbereiding werd betroffen, wordt gelijkgesteld met een ontslag gegeven tijdens de periode van bescherming.
Bron: Wet van 7 oktober 2022 tot gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn (EU) 2019/1158 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende het evenwicht tussen werk en privéleven voor ouders en mantelzorgers, en tot intrekking van Richtlijn 2010/18/EU van de Raad en tot regeling van een aantal andere aspecten op het vlak van de verloven, BS 31 oktober 2022.
Bron: Besox