De EU heeft zich ertoe verbonden om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. Deze doelstelling vormt de kern van de Europese Green Deal en strookt met de verbintenis van de EU tot mondiale klimaatactie in het kader van de Overeenkomst van Parijs.
De Commissie is op 27 mei 2024 ingenomen met de definitieve goedkeuring van de verordening voor een nettonulindustrie, die de EU op schema brengt om haar binnenlandse productiecapaciteit voor belangrijke schone technologieën te versterken. Door een uniform en voorspelbaar ondernemingsklimaat voor de productiesector van schone technologie tot stand te brengen, zal de NZIA het concurrentievermogen en de veerkracht van de industriële basis van de EU vergroten en het scheppen van hoogwaardige banen en geschoolde arbeidskrachten ondersteunen.
Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie: „Met de verordening voor een nettonulindustrie beschikt de EU nu over een regelgevingskader dat ons in staat stelt de productie van schone technologieën snel op te schalen. De verordening schept de beste voorwaarden voor de sectoren die voor ons van cruciaal belang zijn om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. De vraag groeit in Europa en wereldwijd, en we zijn nu toegerust om met het Europese aanbod aan meer van deze vraag te voldoen.”
Door de binnenlandse productie van nettonultechnologieën in de EU te stimuleren, zal de verordening voor een nettonulindustrie het risico verminderen dat we de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vervangen door technologische afhankelijkheden van externe actoren. Dit zal er op zijn beurt toe bijdragen ons energiesysteem schoner en veiliger te maken, met betaalbare en zelfgeproduceerde schone energiebronnen ter vervanging van de invoer van vluchtige fossiele brandstoffen.
> Belangrijkste maatregelen van de wet
Wil de EU een leider worden in de sector schone technologie, dan wordt in de verordening voor een nettonulindustrie een benchmark vastgesteld voor de productiecapaciteit van strategische nettonultechnologieën om tegen 2030 aan ten minste 40 % van de jaarlijkse behoeften van de EU op het gebied van uitrol te voldoen. Debenchmark biedt fabrikanten en beleggers voorspelbaarheid, zekerheid en langetermijnsignalen en maakt het mogelijk vooruitgang te volgen. Om projecten voor koolstofafvang en -opslag te ondersteunen en de beschikbaarheid van CO2-opslaglocaties in Europa te vergroten, stelt NZIA ook een streefcijfer vast van 50 miljoen ton jaarlijkse injectiecapaciteit in geologische CO 2-opslaglocatiesin de EU tegen 2030.
Naast de vaststelling van doelstellingen verbetert de nieuwe verordening de voorwaarden voor investeringen in nettonultechnologieën door de vergunningsprocedures te vereenvoudigen en te versnellen, de administratieve lasten te verminderen en de toegang tot markten te vergemakkelijken. Overheidsinstanties zullen bij aanbestedingsprocedures voor schone technologieën en veilingen voor de uitrol van hernieuwbare energie rekening moeten houden met duurzaamheid, veerkracht, cyberbeveiliging en andere kwalitatieve criteria. De lidstaten zullen een reeks nettonultechnologieën zoals fotovoltaïsche zonne-energie, windenergie, warmtepompen, nucleaire technologieën, waterstoftechnologieën, batterijen en nettechnologieën kunnen ondersteunendoor „strategische projecten” op te zetten die baat zouden hebben bij de prioritaire status op nationaal niveau, kortere vergunningstermijnen en gestroomlijnde procedures.
Energie-intensieve industrieën zoals staal, chemische stoffen of cement die componenten produceren die in deze nettonultechnologieën worden gebruikt en die investeren in decarbonisatie, kunnen ook worden ondersteund via de maatregelen in de verordening. De oprichting van nettonulversnellingsvalleien zal de oprichting van clusters van industriële nettonulactiviteiten in de EU verder vergemakkelijken.
De verordening voor een nettonulindustrie omvat maatregelen voor investeringen in onderwijs, opleiding en innovatie met de oprichting van academies voor nettonultechnologie om binnen drie jaar 100,000 werknemers op te leiden en de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties te ondersteunen. Er zullen testomgevingen voor regelgeving worden opgezet voor het testen van innovatieve nettonultechnologieën onder flexibele regelgevingsvoorwaarden. Tot slot zal het platform voor nettonultechnologie in Europa fungeren als centraal coördinatieknooppunt, waar de Commissie en de EU-landen informatie kunnen bespreken en uitwisselen en input van belanghebbenden kunnen verzamelen.
> Achtergrond
De verordening voor een nettonulindustrie werd door voorzitter Von der Leyen aangekondigd als onderdeel van het industrieel plan voor de Green Deal dat op 1 februari 2023 werd gepresenteerd. In het plan wordt uiteengezet hoe de EU haar concurrentievoordeel zal versterken door de productiecapaciteit van de EU voor nettonultechnologieën en -producten die nodig zijn om de ambitieuze klimaatdoelstellingen van de EU te halen, op te schalen. De Commissie presenteerde het voorstel voor een verordening voor een nettonulindustrie op 16 maart 2023, samen met de verordening kritieke grondstoffen (CRMA) en de hervorming van de opzet van de elektriciteitsmarkt. Het Europees Parlement en de Raad hebben op 6 februari 2024 een voorlopig akkoord bereikt en het Parlement heeft op 25 april 2024 over de wetgeving gestemd. De stemming in de Raad is de laatste stap in het wetgevingsproces. De wet treedt in werking 1 dag na de bekendmaking in het Publicatieblad, die naar verwachting eind juni zal plaatsvinden.
De EU heeft zich ertoe verbonden om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. Deze doelstelling vormt de kern van de Europese Green Deal en strookt met de verbintenis van de EU tot mondiale klimaatactie in het kader van de Overeenkomst van Parijs. De verordening voor een nettonulindustrie heeft tot doel de productiecapaciteit van de EU op te schalen voor de technologieën die nodig zijn om klimaatneutraliteit te bereiken, zoals zonnepanelen, windturbines, warmtepompen, batterijen, elektrolyse-installaties en nucleaire technologieën, met inbegrip van belangrijke onderdelen van dergelijke technologieën, zoals fotovoltaïsche cellen of bladen op windturbines. Het doel is ervoor te zorgen dat de Unie haar economie kan transformeren en tegelijkertijd de open strategische autonomie van de Unie in stand kan houden, ervoor te zorgen dat burgers toegang hebben tot schone, betaalbare en zekere energie en dat er geen nieuwe afhankelijkheden ontstaan. De verordening voor een nettonulindustrie werd door voorzitter Von der Leyen aangekondigd als onderdeel van het industrieel plan voor de Green Deal dat in februari 2023 werd gepresenteerd. In het plan wordt uiteengezet hoe de EU haar concurrentievoordeel zal versterken door de productiecapaciteit van de EU voor nettonultechnologieën en -producten die nodig zijn om de ambitieuze klimaatdoelstellingen van de EU te halen, op te schalen. Naast de verordening voor een nettonulindustrie is in het industrieel plan voor de Green Deal de verordening kritieke grondstoffen aangekondigd om te zorgen voor voldoende toegang tot materialen, zoals zeldzame aardmetalen, die van vitaal belang zijn voor de productie van cruciale technologieën, en de hervorming van de opzet van de elektriciteitsmarkt, om ervoor te zorgen dat consumenten profiteren van de lagere kosten van hernieuwbare energie. De verordening kritieke grondstoffen is op 23 mei 2024 in werking getreden.
Het doel van de verordening is om tegen 2030 ten minste 40 % van de jaarlijkse behoeften voor de uitrol van in de EU geproduceerde nettonultechnologieën te hebben.
De verordening voor een nettonulindustrie vereenvoudigt het regelgevingskader voor het aantrekken van investeringen en het opschalen van de productie van deze technologieën en draagt zo bij tot het vergroten van het concurrentievermogen van de nettonultechnologie-industrie in Europa.
Daarnaast zullen overheidsinstanties bij aanbestedingsprocedures voor schone technologieën, veilingen voor de uitrol van hernieuwbare energie en andere vormen van overheidsinterventie rekening moeten houden met duurzaamheid, veerkracht, cyberbeveiliging en andere kwalitatieve criteria.
De lidstaten zullen een reeks nettonultechnologieën zoals fotovoltaïsche zonne-energie, windenergie, warmtepompen, nucleaire technologieën, waterstoftechnologieën, batterijen en nettechnologieën kunnen ondersteunendoor „strategische projecten” op te zetten die op nationaal niveau een prioritaire status zouden genieten, kortere vergunningstermijnen, gestroomlijnde procedures en bijstand bij de toegang tot financiering.
De oprichting van nettonulversnellingsvalleien zal de oprichting van clusters van industriële nettonulactiviteiten in de EU verder vergemakkelijken.
De verordening voor een nettonulindustrie omvat maatregelen voor investeringen in onderwijs, opleiding en innovatie met de oprichting van academies voor nettonultechnologie om binnen drie jaar 100,000 werknemers op te leiden en de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties te ondersteunen. Er zullen testomgevingen voor regelgeving worden opgezet voor het testen van innovatieve nettonultechnologieën onder flexibele regelgevingsvoorwaarden. Tot slot zal het platform voor nettonultechnologie in Europa fungeren als centraal coördinatieknooppunt, waar de Commissie en de EU-landen informatie kunnen bespreken en uitwisselen en input van belanghebbenden kunnen verzamelen.
De verordening ondersteunt de volgende nettonultechnologieën:
technologieën voor zonne-energie;
technologieën voor onshore-windenergie en hernieuwbare offshore-energie;
technologieën voor batterijen en energieopslag;
technologieën voor warmtepompen en geothermische energie;
technologieën voor waterstof;
technologieën voor duurzaam biogas en biomethaan;
technologieën voor koolstofafvang en -opslag;
technologieën voor het elektriciteitsnet;
energietechnologieën voor kernsplijting;
technologieën voor duurzame alternatieve brandstoffen;
K) hydroenergietechnologieën;
alle andere technologieën voor hernieuwbare energie;
m) energiesysteemgerelateerde energie-efficiëntietechnologieën;
technologieën voor hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong;
O) biotechnologische klimaat- en energieoplossingen;
P) alle andere transformatieve industriële technologieën voor decarbonisatie;
Q) technologieën voor CO2-transport en -gebruik;
R) technologieën voor windvoortstuwing en elektrische aandrijving voor vervoer; en
alle andere nucleaire technologieën.
Aangezien het concurrentievermogen in de volledige nettonultoeleveringsketens moet worden vergroot, heeft de verordening voor een nettonulindustrie ook betrekking op fabrikanten uit energie-intensieve industrieën zoals staal, chemische stoffen of cement die componenten produceren die in deze nettonultechnologieën worden gebruikt en die investeren in decarbonisatie.
De verordening introduceert het begrip „strategische nettonulprojecten”, projecten die essentieel zijn voor het verbeteren en versterken van de veerkracht en autonomie van de nettonulindustrie van de EU. Dergelijke projecten kunnen door projectpromotoren worden voorgesteld en zullen door de betrokken lidstaat worden geselecteerd op basis van hun bijdrage aan de verhoging van de productiecapaciteit van (componenten van) nettonultechnologieën waarbij de EU sterk afhankelijk is van invoer uit één derde land of op basis van hun bijdrage aan het concurrentievermogen van de toeleveringsketen van de nettonulindustrie van de EU.
Strategische nettonulprojecten genieten op nationaal niveau een „prioritaire status”, wat zorgt voor een snelle administratieve behandeling en de snelst mogelijke vergunningverlening binnen kortere termijnen. Strategische nettonulprojecten mogen ook worden beschouwd als projecten van groot openbaar belang. Promotoren van strategische nettonulprojecten zullen ook profiteren van een extra focus binnen het platform voor nettonultechnologie in Europa, onder meer met betrekking tot financieringsadvies. Bovendien moeten deze projecten zo nodig dringend worden behandeld in alle gerechtelijke en geschillenbeslechtingsprocedures, in overeenstemming met de nationale en EU-wetgeving.
Momenteel ondermijnt de onvoorspelbaarheid, complexiteit en, in bepaalde gevallen, buitensporige duur van nationale vergunningsprocedures de plannings- en investeringszekerheid die nodig is voor een doeltreffende ontwikkeling van projecten voor de productie van nettonultechnologie in de EU. Om de efficiëntie en transparantie te vergroten, zal de verordening voor een nettonulindustrie de lidstaten dan ook verplichten om binnen 6 maanden na de inwerkingtreding van de verordening centrale aanspreekpunten voor projectontwikkelaars op te zetten. Deze centrale contactpunten zullen het hele vergunningverleningsproces vergemakkelijken en coördineren en zullen nettonulprojecten ook adviseren over andere belangrijke kwesties die relevant zijn voor het aantrekken van investeringen en het opschalen van nettonulprojecten in de EU.
De verordening voor een nettonulindustrie voorziet in bindende termijnen voor de lidstaten voor de gehele vergunningsprocedure, afhankelijk van de status en de omvang van een project:
Om de administratieve rompslomp verder te verminderen, zorgt de verordening voor een nettonulindustrie ervoor dat de autoriteiten alle documenten elektronisch aanvaarden en dat zij rekening houden met reeds bestaande relevante studies en vergunningen om dubbel werk te voorkomen. Het zal projectontwikkelaars ook in staat stellen gemakkelijk toegang te krijgen tot informatie over procedures voor geschillenbeslechting.
Tegelijkertijd blijven de krachtens het EU-recht vereiste milieubeoordelingen en -vergunningen die een essentiële waarborg vormen tegen negatieve milieueffecten integraal deel uitmaken van de vergunningsprocedures.
De lidstaten kunnen nettonulversnellingsvalleien aanwijzen om clusters van industriële nettonulactiviteiten te bevorderen. Deze nettonulversnellingsvalleien zullen investeringen aantrekken in gebieden waar industriële actoren gebruik kunnen maken van infrastructuur en andere behoeften, waardoor de administratieve procedures verder worden gestroomlijnd via hun eigen centrale aanspreekpunten. In het kader van de NZIA zullen de bevoegde autoriteiten milieubeoordelingen (in het kader van de richtlijn strategische milieubeoordeling en de habitatrichtlijn) van het geografische gebied moeten uitvoeren, met als doel de daaropvolgende planning voor afzonderlijke projecten te stroomlijnen.
Bovendien kunnen deze nettonulversnellingsvalleien en de daarin gelegen projecten worden geacht een hoger openbaar belang te hebben, ongeacht of het om strategische projecten gaat. Dit betekent dat zij, indien nodig, een vereenvoudigde beoordeling kunnen krijgen voor specifieke afwijkingen in het kader van de desbetreffende milieuwetgeving van de Unie. Overheidsinvesteringen in deze nettonulversnellingsvalleien kunnen ook profiteren van de maximale medefinancieringspercentages in het kader van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Sociaal Fonds +.
De verordening voor een nettonulindustrie stimuleert de aankoop van nettonultechnologieën bij een gediversifieerde reeks leveranciers, draagt zo bij tot veerkrachtige toeleveringsketens en voldoet aan ambitieuze normen met betrekking tot verschillende dimensies, waaronder milieuduurzaamheid, cyberbeveiliging, innovatie en sociale overwegingen.
De bovengenoemde niet-prijscriteria zullen in aanmerking moeten worden genomen bij de aankoop van nettonultechnologieproducten door middel van overheidsopdrachten en de subsidieregelingen die bedoeld zijn om de particuliere aankoop van nettonultechnologieën te stimuleren. Bovendien zullen de niet-prijscriteria ook in aanmerking moeten worden genomen bij veilingen voor hernieuwbare energie (zie vraag 8).
In het algemeen wordt door de opname van die zogenaamde „niet-prijsgerelateerde criteria” benadrukt dat de kwalitatieve criteria, naast de prijs en een economisch voordelige aanbieding, een belangrijke rol zullen spelen bij de aankoop van nettonultechnologieën, waardoor de producenten die dergelijke producten aanbieden een voordeel krijgen.
Door de toeleveringsketen van de EU van nettonultechnologieën die essentieel zijn voor de transitie naar schone energie te versterken, zal de verordening voor een nettonulindustrie ervoor zorgen dat de levering van technologieën voor hernieuwbare energie voldoet aan de vraag die nodig is om de ambitieuze streefcijfers voor de uitrol van de herziene richtlijn hernieuwbare energie te halen. Het zal verder helpen knelpunten in de toeleveringsketen te voorkomen die de uitrol van hernieuwbare energie vertragen en zo de transitie naar schone energie vertragen.
Met name wat hernieuwbare energie betreft, bevat de verordening voor een nettonulindustrie bepalingen over de opname van niet-prijsgerelateerde criteria in veilingen voor hernieuwbare energie. Deze zullen de uitrol van technologieën voor hernieuwbare energie met hoge duurzaamheids- en weerbaarheidsnormen ondersteunen, terwijl de veilingen momenteel grotendeels zijn toegespitst op de prijscriteria. De nieuwe regels schrijven voor dat de lidstaten criteria invoeren met betrekking tot cyberbeveiliging, het vermogen om projecten volledig en tijdig uit te voeren, verantwoord ondernemerschap, milieuduurzaamheid, innovatie, integratie van het energiesysteem en veerkracht, hetzij in de prekwalificatiefase, hetzij in de gunningsfase van de veilingen. De lidstaten moeten deze regels toepassen op 30 % van hun veilingvolume of op ten minste 6 GW aan geveilde hoeveelheden. Ter voorbereiding van de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen en met het oog op harmonisatie heeft de Commissie onlangs aanbevelingen en richtsnoeren aan de lidstaten gedaan over het ontwerp van veilingen voor hernieuwbare energie, met bijzondere aandacht voor de opname van niet-prijsgerelateerde criteria.
Het starten van een waardeketen voor koolstofafvang, -gebruik en -opslag vereist sectoroverschrijdende coördinatie om het risico van particuliere investeringen in het afvangen van CO2-emissies te verminderen. In de verordening voor een nettonulindustrie is een EU-brede doelstelling vastgesteld om tegen 2 een jaarlijkse CO 2030-opslagcapaciteit van 50 miljoen ton in geologische CO2-opslaglocaties in de EU te bereiken, om investeerders uit de industrie te verzekeren dat hun afgevangen emissies in de Unie kunnen worden opgeslagen. Het introduceert ook het concept van strategische nettonulprojecten voor CO2-waardeketens dieafvang, vervoer en opslag omvatten, om de ontwikkeling te versnellen van industriële oplossingen voor koolstofbeheer die industrieën kunnen gebruiken om hun activiteiten koolstofvrij te maken.
De wet neemt een belangrijke belemmering weg voor de ontwikkeling van CO2-afvang en -opslag als economisch haalbare klimaatoplossing, met name voor moeilijk te verminderen emissies in energie-intensieve industrieën, in overeenstemming met de doelstellingen van de mededeling over industrieel koolstofbeheer.
Transparantie wordt gecreëerd door de meest relevante activa bijeen te brengen om een interne markt voor CO 2-opslagdiensten totstand te brengen. Dit omvat informatie van de lidstaten over potentiële CO2-opslagcapaciteit in termen van geologische geschiktheid en bestaande geologische gegevens, met name uit de exploratie van locaties voor de productie van koolwaterstoffen. Investeerders in opslaglocaties zullen profiteren van informatie over geplande CO2-afvangprojectenen de noodzakelijke CO 2-transportinfrastructuur zal profiteren vanhet feit dat de lidstaten en de EU alles in het werk stellen om de uitrol ervan te ondersteunen. Bovendien vereist de verordening voor een nettonulindustrie dat de olie- en gasproducenten in de EU evenredig bijdragen aan de oprichting van devereiste CO 2-opslaglocaties in de EU. Dergelijke locaties kunnen als strategische nettonulprojecten worden erkend indien zij zich op het grondgebied van de EU bevinden, ernaar strevenuiterlijk in 2030 of eerder operationeel beschikbare CO 2-injectiecapaciteit te leveren en een vergunning hebben aangevraagd voor de veilige en permanente geologische opslag van CO2, overeenkomstig Richtlijn 2009/31/EU.
De verordening verleent de lidstaten de bevoegdheid om testomgevingen voor nettonultechnologie op te zetten om gedurende een beperkte tijd innovatieve nettonultechnologieën in een gecontroleerde omgeving te testen. De verordening voorziet erin dat de lidstaten dergelijke uitzonderlijke en tijdelijke regelgevingsstelsels invoeren die het mogelijk maken innovatieve nettonultechnologieën te ontwikkelen, te testen en te valideren voordat zij in de handel worden gebracht. Dergelijke testomgevingen kunnen door de lidstaten worden opgezet op eigen initiatief of op verzoek van een bedrijf dat innovatieve nettonultechnologieën ontwikkelt en voldoet aan een reeks subsidiabiliteits- en selectiecriteria. Wanneer kleine en middelgrote ondernemingen in aanmerking komen, krijgen zij aanvullende steun om toegang te krijgen tot testomgevingen.
De modaliteiten en voorwaarden voor de oprichting en werking van de testomgevingen voor nettonultechnologie zullen worden verduidelijkt in secundaire wetgeving, namelijk uitvoeringshandelingen, die voortvloeien uit de verordening. Daarnaast publiceerde de Commissie in juli 2023 richtsnoeren voor „Sandboxes”, zoals aangekondigd in de nieuwe Europese innovatieagenda. Het ondersteunt de lidstaten bij de voorbereiding van testomgevingen voor regelgeving.
Het zal niet mogelijk zijn de productiecapaciteit van de nettonultechnologieën in Europa te versterken zonder omvangrijke geschoolde arbeidskrachten. De verordening voor een nettonulindustrie heeft tot doel alle actoren te mobiliseren: het bedrijfsleven, de autoriteiten van de lidstaten (ook op regionaal en lokaal niveau), aanbieders van onderwijs en opleiding, en de sociale partners, om via Europese academies voor nettonulindustrie snel onderwijs- en opleidingsprogramma's op grote schaal te ontwikkelen en uit te rollen.
De Commissie zal, onder meer door het verstrekken van startfinanciering, de oprichting van deze Europese academies voor nettonulindustrie ondersteunen, die elk gericht zijn op een nettonultechnologie op basis van een beoordeling van de vaardigheidsbehoeften in de sector. De academies zullen leerprogramma's, leerinhoud en -materiaal en bijbehorende credentials ontwikkelen voor vrijwillig gebruik door onderwijs- en opleidingsaanbieders in de hele EU.
De wet is ook gericht op het bevorderen van de erkenning van beroepskwalificaties die van bijzonder belang zijn voor de nettonulindustrie. De lidstaten zullen ernaar moeten streven na te gaan of de leerprogramma's van de academies voor nettonultechnologie gelijkwaardig zijn aan kwalificaties in verband met gereglementeerde beroepen in hun land en, zo ja, de erkenning vergemakkelijken.
Het platform voor nettonultechnologie in Europa via een permanente subgroep voor vaardigheden zal de werking van de academies ondersteunen en trends op het gebied van de vraag naar en het aanbod van vaardigheden die relevant zijn voor nettonultechnologieën monitoren.
Het platform voor nettonultechnologie in Europa brengt de lidstaten en de Commissie samen om gezamenlijk bijstand te verlenen en beste praktijken uit te wisselen met betrekking tot de acties en de uitvoering van de verordening voor een nettonulindustrie, en om de uitwisseling van informatie tussen belanghebbenden te vergemakkelijken. Vertegenwoordigers van de nettonulindustrieën, organisaties, deskundigen, het maatschappelijk middenveld, de academische wereld, vakbonden en andere derde partijen of gevestigde industriële allianties kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan vergaderingen van het platform. Het platform zal ook helpen bij de coördinatie van de nettonulacademies en nettonulindustriepartnerschappen.
In het kader van het platform zal ook een groep voor een nettonulindustrie worden opgericht. Deze groep zal bestaan uit vertegenwoordigers van de nettonulindustrie die aanbevelingen zullen doen aan het platform.
Om de regeldruk voor nettonulindustrieën te helpen verminderen, zal een wetenschappelijke adviesgroep voor nettonulregelgeving worden opgericht die wetenschappelijk onderbouwd advies zal ontwikkelen over de gevolgen van de regeldruk in de Unie voor nettonulindustrieën.
Om de samenwerking met de Europese industrie en de sociale partners te versterken, kondigde Commissievoorzitter Von der Leyen in haar toespraak over de Staat van de Unie van 2023 de start van de dialogen over schone energie aan, om met hen te bespreken hoe de uitvoering van de Europese Green Deal kan worden versterkt en ondersteund en zo kan worden bijgedragen aan een versterkte industriële aanpak. De Commissie heeft in april 2024 in een mededeling de balans opgemaakt van deze reeksen.
Verordening voor een nettonulindustrie