Het Portugese voorzitterschap van de Raad heeft een voorlopig politiek akkoord bereikt met het Europees Parlement over de voorgestelde richtlijn wat betreft de openbaarmaking van informatie over de winstbelasting door bepaalde ondernemingen en bijkantoren, ofwel de "richtlijn openbare verslaglegging per land".
De EU-landen lopen jaarlijks naar schatting ruim € 50 miljard mis aan belastinginkomsten door belastingontwijking en agressieve belastingplanning van grote multinationale ondernemingen. Dat multinationals niet verplicht zijn per land verslag uit te brengen over waar zij hun winst maken en waar zij hun belasting in de EU betalen, werkt deze praktijken in de hand. In een tijd dat iedereen moeite heeft de gevolgen van de coronacrisis te boven te komen, is financiële transparantie over dergelijke praktijken belangrijker dan ooit. Het is onze plicht ervoor te zorgen dat alle economische actoren een billijke bijdrage leveren aan het economisch herstel.
Pedro Siza Vieira, Portugees minister van Economie en Digitale Transitie
Volgens de overeengekomen tekst moeten multinationals en zelfstandige ondernemingen – ongeacht of zij hun hoofdkantoor in de EU of daarbuiten hebben – met totale geconsolideerde inkomsten van meer dan € 750 miljoen in elk van de laatste 2 opeenvolgende boekjaren, de door hen in elke lidstaat verschuldigde winstbelasting openbaar maken. Dat geldt ook voor de winstbelasting verschuldigd in elk derde land dat is opgenomen in bijlage I bij de Raadsconclusies over de EU‑lijst van jurisdicties die niet coöperatief zijn op belastinggebied, of dat 2 opeenvolgende jaren is opgenomen in bijlage II bij die conclusies. Deze verslaglegging gebeurt via een gemeenschappelijk EU-model in digitaal formaat.
De richtlijn bevat een volledige en definitieve opsomming van te verstrekken informatie, om de ondernemingen niet onevenredig administratief te belasten en de informatie te beperken tot wat absoluut noodzakelijk is voor doeltreffend openbaar toezicht.
De rapportage vindt binnen 12 maanden na de balansdatum van het betrokken boekjaar plaats. Bedrijven kunnen onder bepaalde omstandigheden en voor bepaalde onderdelen uitstel krijgen van maximaal 5 jaar.
Ook wordt in de richtlijn bepaald wie de feitelijke verantwoordelijkheid draagt voor naleving van de rapportageplicht.
De lidstaten krijgen 18 maanden de tijd om de richtlijn om te zetten in nationaal recht. 4 jaar na de datum van omzetting brengt de Commissie verslag uit over de toepassing van de richtlijn.
De voorlopig overeengekomen tekst zal nu ter goedkeuring worden voorgelegd aan de bevoegde Raadsorganen en aan het Europees Parlement. In geval van goedkeuring zal de Raad op basis van deze tekst – die ook door de juristen‑vertalers wordt nagekeken – zijn standpunt in eerste lezing aannemen. Het Europees Parlement moet dan het standpunt van de Raad goedkeuren, waarna de richtlijn wordt geacht te zijn aangenomen.