
De Raad van 18 februari 2020 heeft herziene conclusies aangenomen over de EU‑lijst van rechtsgebieden die niet coöperatief zijn op belastinggebied.
Toevoegingen ?
De EU werkt aan een beter bestuur in belastingzakenop mondiaal niveau. Zij doet dit om belastingfraude, belastingontduiking en belastingontwijking zo goed mogelijk aan te pakken. De EU wil dit doel niet bereiken door bepaalde rechtsgebieden met de vinger te wijzen, maar door via samenwerking positieve veranderingen aan te moedigen.
> Op 5 december 2017 nam de Raad conclusies aan over de EU‑lijst van rechtsgebieden die niet‑coöperatief zijn op belastinggebied. In de conclusies van 25 mei 2016 had de Raad het voornemen voor zo'n lijst uitgesproken.
De lijst bevatte niet‑EU‑landen of -gebieden die op onbevredigende wijze hadden gereageerd op de bezwaren van de EU. Naast de lijst werden in een stand-van-zakennota de rechtsgebieden genoemd die op bevredigende wijze hadden gereageerd. De eerstgenoemden moesten uiterlijk eind 2018, of in sommige gevallen in 2019, doeltreffende maatregelen nemen om in de toekomst van de lijst te worden verwijderd.
> Op 12 maart 2019 keurde de Raad een herziene EU‑lijst van rechtsgebieden die niet coöperatief zijn op belastinggebied en een nieuwe stand van zaken goed. Daarbij werd om een aantal toezeggingen verzocht van rechtsgebieden die een schadelijke preferentiële belastingregeling hadden vervangen door maatregelen met een soortgelijk effect.
> Sinds 14 november 2019 (datum van bekendmaking in het Publicatieblad) staan de volgende rechtsgebieden op de EU‑lijst:
De EU heeft besloten om in haar lijst van niet-coöperatieve fiscale rechtsgebieden (naast de 8 die er al in stonden) ook de volgende rechtsgebieden op te nemen:
Deze rechtsgebieden hebben hun beloofde fiscale hervormingen niet binnen de overeengekomen termijn doorgevoerd.
De Raad zal deze lijst de komende jaren regelmatig herzien en daarbij letten op de veranderende termijnen voor het nakomen van toezeggingen en de evolutie van de criteria voor plaatsing op de lijst die de EU hanteert.
Bijlage II bij de conclusies – over rechtsgebieden met toezeggingen die nog moeten worden waargemaakt – geeft ook weer dat 12 rechtsgebieden een termijnverlenging hebben gekregen om de toegezegde hervormingen door te voeren. In de meeste gevallen gaat het om ontwikkelingslanden zonder financieel centrum die met hun toezeggingen al behoorlijke vooruitgang hebben geboekt.
16 rechtsgebieden (Antigua en Barbuda, Armenië, de Bahama’s, Barbados, Belize, Bermuda, de Britse Maagdeneilanden, Kaapverdië, de Cookeilanden, Curaçao, de Marshalleilanden, Montenegro, Nauru, Niue, Saint Kitts en Nevis en Vietnam) brachten alle hervormingen die nodig waren om te voldoen aan de EU-beginselen van goed fiscaal bestuur al vóór de afgesproken termijn tot een goed einde.
Zij worden daarom geschrapt uit bijlage II.
Parallel bracht de Raad in december 2019 in verband met de "defensieve" maatregelen tegen de rechtsgebieden op de lijst richtsnoeren uit over de verdere coördinatie van nationale defensieve maatregelen op belastinggebied ten aanzien van niet-coöperatieve rechtsgebieden. Daarin wordt alle lidstaten verzocht om vanaf 1 januari 2021 ten aanzien van de in de lijst opgenomen rechtsgebieden defensieve fiscale wetgevingsmaatregelen te treffen, om hen aan te moedigen om aan de doorlichtingscriteria van de gedragscode inzake billijke belastingheffing en transparantie te voldoen.
Naar de bladzijde "Vergaderingen"
Groep gedragscode (belastingregeling ondernemingen)