SICAV's in Luxemburg: recente jurisprudentie en fiscaliteit in België

De Luxemburgse SICAV's staan regelmatig centraal in fiscale debatten in België, met name wat betreft hun onderwerping aan de jaarlijkse belasting op de instellingen voor collectieve belegging (ICB) en hun geschiktheid voor de verlaagde roerende voorheffing.

Twee belangrijke vragen hebben recentelijk geleid tot tegenstrijdige uitspraken, die de complexiteit van de toepassing van de Belgisch-Luxemburgse belastingverdrag belichten.

Belasting op de ICB: belasting op vermogen of niet?

Context

De Luxemburgse SICAV's die hun aandelen in België verhandelen, zijn onderworpen aan de Belgische jaarlijkse belasting op de ICB (art. 201/20, 3°, CDTD). Is deze belasting echter compatibel met het Belgisch-Luxemburgse belastingverdrag, dat de belastingheffing tussen de twee staten regelt?

Tegenstrijdige jurisprudentie

  • Standpunt van de Hoge Raad
    In een arrest van 25 maart 2022 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de belasting op de ICB niet kan worden gekwalificeerd als een "belasting op vermogen" in de zin van het belastingverdrag. België behoudt dus zijn belastingbevoegdheid.
  • Hof van Beroep Luik (6 november 2024)
    In navolging van dit standpunt heeft het Hof van Beroep Luik de legaliteit van de belasting op de ICB bevestigd. Het heeft ook de argumenten van de SICAV verworpen, die een incompatibiliteit met het Europees recht aanvoerde.
  • Hof van Beroep Gent (5 november 2024)
    Daarentegen heeft het Hof van Beroep Gent in een arrest dat op verwijzing is gegeven, geoordeeld dat deze belasting een "belasting op vermogen" in de zin van het belastingverdrag vormt en daarom niet kan worden toegepast op een Luxemburgse SICAV.

Gevolgen

Deze tegenstrijdige beslissingen creëren een aanzienlijke juridische onzekerheid. De vraag of deze belasting in overeenstemming is met het belastingverdrag blijft dus in de lucht hangen, tot nadeel van de betrokken belastingplichtigen.

Verlaagde roerende voorheffing op dividenden

De vraag

Wanneer een Belgische vennootschap een dividend uitkeert aan een Luxemburgse SICAV, kan deze dan profiteren van de verlaagde roerende voorheffing van 15% die is voorzien door het belastingverdrag (artikel 10)?

De status van fiscale residentie

Om van dit voordeel te genieten, moet de SICAV worden erkend als een "resident" volgens artikel 4 van het belastingverdrag. Deze status is omstreden, omdat Luxemburgse SICAV's zijn vrijgesteld van belasting op de inkomsten (IRC).

Argumenten ter ondersteuning van de erkenning

Ondanks hun vrijstelling hebben verschillende Belgische gerechtelijke beslissingen deze status erkend voor Luxemburgse SICAV's:

  • Theoretische onderwerping aan de IRC: Artikel 159 van de LIR legt een theoretische onderwerping op.
  • Abonnementsbelasting: De onderwerping aan deze belasting versterkt hun integratie in het fiscale systeem.luxemburgs.
  • Bronbelasting op binnenlandse dividenden : Conform artikel 161 (2) van de LIR, zijn dividenden onderworpen aan een bronbelasting.

Gunstige jurisprudentie

Recente arresten ondersteunen deze interpretatie :

  • Hof van Beroep van Brussel : Arresten van 29 november 2018 en 25 april 2023.
  • Hof van Beroep van Gent : Arrest van 5 november 2024.

Deze arresten, niet betwist door het Hof van Cassatie, legitimeren de aanvraag van de Luxemburgse SICAV's voor de terugbetaling van een roerende voorheffing van 30 %.


De fiscaliteit van de Luxemburgse SICAV's in België blijft een complex en evoluerend onderwerp. Als de belasting op de OPC blijft leiden tot uiteenlopende interpretaties, lijkt de kwestie van de roerende voorheffing te profiteren van een gunstige jurisprudentie. De betrokken SICAV's zouden er dus belang bij hebben om de buitensporige heffingen aan te vechten en terugbetalingen te vragen waar de jurisprudentie hen steunt. In afwachting van een harmonisatie van de gerechtelijke beslissingen, herinnert deze juridische onzekerheid aan de noodzaak van een verduidelijking op nationaal en internationaal niveau.

Mots clés

Articles recommandés

Wallonië zet een beslissende stap in de vermogensbelasting.

Hervorming van de vermogensbelasting in Wallonië: alles wat u moet weten over het decreetvoorstel.

Effectentaks (TCT): welke toekomstperspectieven?