De volgende situatie wordt beschreven:
“De VZW wenst zich te ontbinden zonder vereffening teneinde het gehele vermogen in te brengen in twee andere VZW’s die het belangeloos doel zullen verderzetten (splitsing door overneming). De notariële akte is voorzien op 22 april 2021. De staten van activa en passiva zijn gedateerd op
31 januari 2021. Het is de bedoeling dat de handelingen van de te splitsen VZW worden boekhoudkundig geacht te zijn verricht voor rekening van de verkrijgende VZW’s vanaf 1 februari 2021.
Overeenkomstig artikel 13:3, § 2 WVV zal ik een verslag opmaken over het verrichtingsvoorstel en de staat van activa en passiva dd. 31/01/2021. Als commissaris dien ik het commissarisverslag op te stellen over de jaarrekeningen van de te splitsen VZW.
Vraag 1: De te splitsen VZW dient een jaarrekening op te maken over de periode van 1 januari 2020 tot 31 december 2020. De jaarlijkse Algemene Vergadering gaat normaal pas door in juni 2021. Kan de splitsing van de VZW voltrokken worden vóór de goedkeuring van de jaarrekening over boekjaar 2020 waarbij de Algemene Vergaderingen van elke verkrijgende VZW pas later de jaarrekening zouden goedkeuren? Of dient deze voorafgaandelijk aan de splitsing te worden goedgekeurd?
Vraag 2: Dient een jaarrekening te worden opgemaakt over de periode van 1 januari 2021 tot de datum van de akte, zijnde 22 april 2021? Heeft de ‘ontbinding' hier ook de afsluiting van het boekjaar tot gevolg zoals bij artikel 2:70 WVV? Of volstaat een jaarrekening opgemaakt over de periode van 1 januari 2021 tot 31 januari 2021, zijnde de datum van de boekhoudkundige retroactiviteit?
Vraag 3: Kan de splitsing van de VZW worden voltrokken vóór de goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar ingaand op 1 januari 2021 waarbij de Algemene Vergaderingen van elke verkrijgende VZW pas later de jaarrekening zouden goedkeuren? Of dient deze voorafgaandelijk aan de splitsing te worden goedgekeurd?”
Advies
Vooreerst wenst het ICCI op te merken dat er sinds de inwerkingtreding van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) inderdaad de procedure van splitsingen van VZW’s is voorzien zoals bepaald in de artikelen 13:1 t.e.m.13:9 WVV. Deze procedure voorziet bovendien in een bescherming van de belangen van derden (cf. art. 13:1, § 2, 2° WVV).
Als antwoord op de eerste en derde vraag, wenst het ICCI aan te halen dat, naar analogie met de splitsing door overneming van vennootschappen ( [1] ) (cf. art. 12:72 WVV), de splitsing van de VZW kan worden voltrokken vóór de datum van goedkeuring van de jaarrekening over boekjaar 2020 (deze kan trouwens ook worden voltrokken vóór de goedkeuring van de jaarrekening over het boekjaar ingaand op 1 januari 2021). In dat geval dient de algemene vergadering van elke verkrijgende VZW de jaarrekening goed te keuren, alsmede dient zij in voorkomend geval te beslissen over de kwijting aan de bestuurs- en toezichtsorganen van de gesplitste VZW ( [2] ). De jaarrekening dient dus niet voorafgaandelijk aan de splitsing te worden goedgekeurd.
Vanuit praktisch – weliswaar niet-juridisch – oogpunt, raadt het ICCI in dit verband echter aan om toch alles af te laten werken, te laten goedkeuren en kwijting te laten verlenen uiterlijk op het moment van de notariële akte.
Als antwoord op de tweede vraag, kan het ICCI stellen dat het bestuursorgaan van de gesplitste VZW haar jaarrekening over het tijdvak begrepen tussen de datum van jaarafsluiting van het laatste boekjaar waarvoor de rekeningen zijn goedgekeurd en de datum vanaf wanneer de handelingen van de te splitsen VZW boekhoudkundig worden geacht te zijn verricht voor rekening van een van de verkrijgende vennootschappen (in casu 31 januari 2021), dient op te maken ( [3] ).
Op basis van artikel 2:109 in fine WVV heeft de ontbinding van de VZW immers de afsluiting van het boekjaar tot gevolg, zodat wij van oordeel zijn dat voor de korte periode van 1 januari 2021 – 31 januari 2021 (i.e. datum vanaf wanneer de handelingen van de te splitsen VZW boekhoudkundig worden geacht te zijn verricht voor rekening van een van de verkrijgende vennootschappen) nog een jaarrekening dient te worden opgemaakt. ( Zie "In het kort" in bijlage).
Alhoewel het ICCI geen advies verstrekt op vragen van overwegend fiscale aard, wenst het ICCI desalniettemin aan te halen dat het nuttig zou zijn om rekening te houden met de eisen van de belastingadministratie dienaangaande.
( [1] ) Cf. eveneens S. Verschaeve en L. Bueken, “Herstructureringen en omzettingen van verenigingen en stichtingen in het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen”, TRV-RPS 2020, p. 528, nr. 3; MvT wetsontwerp tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, Parl.St. Kamer, 2017-18, nr. 3119/001, p. 321.
( [2] ) Cf. voor een analoog advies: https://www.icci.be/nl/adviezen/advies-detail-page/splitsing-van-een-vzw-en-opmaken-van-het-commissarisverslag#_ftn2.
( [3] ) Cf. voor een analoog advies: https://www.icci.be/nl/adviezen/advies-detail-page/splitsing-van-een-vzw-en-opmaken-van-het-commissarisverslag#_ftn2.
Disclaimer: Hoewel het Informatiecentrum voor het Bedrijfsrevisoraat (ICCI) met de grootste zorgvuldigheid de ontvangen vragen behandelt en hiervoor beroep doet op personen met de vereiste bekwaamheden, wordt ten aanzien van de antwoorden geen enkele garantie geboden en draagt het geen enkele contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid voor de eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit feitelijke of juridische vergissingen die werden begaan in het kader van de verstrekte antwoorden en informatie. Het antwoord wordt alleen in de taal van de vraagsteller overgenomen. De lezer en in het algemeen de gebruiker van dit antwoord blijft als enige verantwoordelijk voor het gebruik daarvan.
Bron : ICCI - 14 april 2021