Sportlui - berekeningsbasis voor de bijdragen

De socialezekerheidsbijdragen voor sportlui worden niet langer berekend op het maximumbedrag dat als basis dient voor de berekening van de werkloosheidsuitkering conform artikel 111 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (programmawet van 27 december 2021 - BS van 31 december 2021; nog niet gepubliceerd koninklijk besluit).

De gewone bijdragen zijn op hen van toepassing op het werkelijke loon. Vanaf 1 januari 2022 vallen zij ook onder alle regelingen. Dit wil zeggen dat:

  • de gewone vakantieregeling op hen van toepassing is
  • de structurele vermindering op hen kan worden toegepast volgens de gewone regels
  • de loonmatiging verschuldigd is.

Een aantal specifieke maatregelen werden genomen om de financiële impact van de overstap te beperken.

Een sportbonus onder de vorm van een werknemersbijdragevermindering wordt voorzien, waarbij

  • voor de sporters vanaf het jaar dat ze 19 worden een forfaitaire vermindering van 281,73 EUR bovenop de gewone werkbonus in rekening kan worden gebracht
  • jongere sporters in aanmerking komen voor een forfaitaire vermindering 137,81 EUR
  • deze forfaitaire verminderingen geproratiseerd worden zoals bij de gewone werkbonus
  • voor beide leeftijdsgroepen het resterend saldo van de werknemersbijdragen wordt verminderd met 60 %
  • de totale werknemersbijdrageverminderingen nooit meer kunnen bedragen dan de verschuldigde werknemersbijdragen.

Een doelgroepvermindering betaalde sportbeoefenaars wordt ingevoerd. Het gaat om de vermindering G19 gelijk aan 65 % van het saldo van de verschuldigde werkgeversbijdragen dat overblijft na eventuele toepassing van de sociale maribel en van de structurele vermindering.

De werkgevers van sporters kunnen aan de RSZ om minnelijke afbetalingstermijnen verzoeken voor de bijdragen verschuldigd voor het 1ste, 2de en 3de kwartaal 2022, waarbij de bijdrageopslagen, de eventuele forfaitaire vergoedingen wegens het niet-nakomen van de verplichtingen inzake betaling van voorschotten en de verwijlintresten niet worden aangerekend wanneer en voor zover de vastgelegde betalingsmodaliteiten strikt worden nageleefd.

Bron: Sociale Zekerheid


Mots clés