Start-up of overname: wat is de beste keuze?

We kunnen de vergelijking maken met onroerend goed. Is het beter om een bestaand huis te kopen of er zelf een te laten bouwen? Er is geen goed of fout antwoord, want alles hangt af van een aantal factoren, zoals uw profiel, uw financiële middelen en uw tijdshorizon.

Bij de aankoop van een bestaande woning is het proces relatief eenvoudig en snel, in tegenstelling tot nieuwbouw, wat complex (grond, architect, stedenbouwkundige vergunning, aannemer, coördinatie, enz.) en tijdrovend is.

Anderzijds kan een bestaande woning, afhankelijk van de leeftijd, voor onaangename verrassingen zorgen die onverwachte werken vereisen.

Laten we terugkeren naar de oorspronkelijke vraag en kijken naar het proces, de kapitaalinbreng, de organisatie en de commerciële relaties.

1. Proces

Ondanks een zekere administratieve rompslomp is de oprichting relatief snel en eenvoudig, vooral na de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen op 1^er mei 2019.

Overname daarentegen is een langdurig proces dat een aantal stappen vereist, van de identificatie van het over te nemen bedrijf tot de technische aspecten van de transactie (waardering, audit, financiële structurering, overnameovereenkomst, …).

2. Kapitaalinbreng

De oprichting is doorgaans niet duur. Het is tegenwoordig mogelijk om een vennootschap op te richten met slechts 1 euro!

Ook al staat het Wetboek van Vennootschappen dit toe, de grootste voorzichtigheid is geboden, aangezien bij de oprichting het financiële plan dat aan de notaris wordt overgemaakt cruciaal zal zijn in geval van faillissement binnen 3 jaar. De rechter kan dan concluderen dat het eigen vermogen ontoereikend was om de bedrijfsactiviteit gedurende minimum 2 jaar te verzekeren. In een dergelijk geval zou de persoonlijke aansprakelijkheid van de oprichters en hun privévermogen in het gedrang komen.

Hoewel er geen verplichting is om een professional in te schakelen voor het opstellen van een financieel plan, wordt dit sterk aangeraden.

Een overname vereist een aanzienlijke en onmiddellijke kapitaalinbreng. Deze zal in het algemeen bestaan uit een mix van eigen middelen en externe financiering.

Deze inbreng is theoretisch gerechtvaardigd door het rendement op investering en de verkregen vergoeding, in tegenstelling tot oprichting, die geen van beide garandeert.

Het is ook belangrijk eraan te herinneren dat het voor een nieuw opgerichte vennootschap moeilijker is om externe financiering te verkrijgen gezien het ontbreken van een historiek. De ervaring van de oprichter zal doorslaggevend zijn om zijn dossier geloofwaardig te maken.

3. Organisatie

Bij het oprichten van een onderneming moet alles worden uitgevonden: de organisatie, de bedrijfscultuur, de procedures, enz… Men tast vaak empirisch af, via vallen en opstaan. De oprichter is niet alwetend. Hij/zij zal zich moeten omringen met de juiste mensen.

Dit gezegd zijnde, het kan zeer bevredigend zijn om van niets te beginnen en zijn onderneming van A tot Z op te bouwen. Bovendien zijn er vele regionale steunmaatregelen voor ondernemers die een bedrijf willen oprichten.

Bij een overname is de overnemer gebonden aan het bestaande en de geschiedenis. De organisatie is aanwezig, het personeel is doorgaans gekwalificeerd en gemotiveerd, hoewel dit moet worden gevalideerd en aandacht moet worden besteed aan het sociaal passief, dat het onderwerp zal zijn van bijzondere clausules in de overnameovereenkomst.

De overnemer zal tijdens de overgang begeleid worden door de verkoper, voordat hij definitief zijn nieuwe rol als leidinggevende op zich neemt. De oprichter zal waarschijnlijk alleen staan en zich in eerste instantie op zichzelf moeten verlaten.

4. Commerciële relaties

Ook hier brengt de oprichting bepaalde uitdagingen met zich mee, zoals het vinden en behouden van klanten en partners (leveranciers, onderaannemers, …). Het opbouwen van vertrouwen is essentieel, maar kost tijd en veel energie.

Bij een overname bestaan de commerciële relaties. Deze moeten echter worden onderhouden om ze te behouden. Niets is vanzelfsprekend.