Tewerkstellingsbarometer april 2020

Hoeveel personen waren er aan de slag in april 2020?


Werknemers aan de slag

Het gemiddelde aantal tewerkgestelde personen in maart 2020 bedroeg 4.028.647. Dat is een daling van ongeveer 29.900 eenheden ten opzichte van april 2019 (-0,7%), als direct gevolg van de Coronacrisis die startte op 18/03/2020. Opmerking: de werknemers in tijdelijke werkloosheid worden nog steeds meegeteld in de tewerkstellingscijfers. Ze maken dus geen deel uit van de daling hieronder beschreven. Het effect van de crisis dat gemeten wordt door de barometer is vooral van toepassing op de annulatie of niet-hernieuwing van de (zeer) tijdelijke contracten (Interim, Flexi, Extra).


Mannen en vrouwen

De daling van de tewerkstelling is hoger bij de mannen (-1,1%) dan bij de vrouwen (-0,3%).


Leeftijdsgroepen

De evolutie van de tewerkstelling is niet alleen het gevolg van werknemers uit die leeftijdsklassen die een job vinden/verliezen, maar hangt evenzeer samen met de toename/afname van de bevolking in die leeftijdsklassen.


  • Het aantal jonge werknemers (< 25 jaar) neemt sterk af (-7,3%) ten opzichte van het jaar ervoor.
  • In de leeftijdscategorie 25-39 jaar daalde het gemiddelde aantal tewerkgestelde personen ten opzichte van april 2019 (-1,6%).
  • In de leeftijdscategorie 40-49 jaar is er een daling van het gemiddelde aantal tewerkgestelde personen ten opzichte van april 2019 (-0,9%).
  • De tewerkstelling van werknemers van 50-64 jaar is met 2% gestegen ten opzichte van maart april, enigszins minder dan vorige maand (+2,8%) en lijkt dus minder geïmpacteerd door de Coronacrisis. Dit komt omdat de geïmpacteerde werknemers (Interim, Flexi, Extra) zich minder in deze leeftijdsklasse bevinden.


Woonplaats

Op jaarbasis is het gemiddelde aantal werknemers gedaald in de drie gewesten. De relatieve daling is het minste in het Brusselse Gewest (-0,2%), en bijna even groot bij Vlaamse (-0,8%) als Waalse werknemers (-0,7%).


Impact van de Coronacrisis

Door de Coronacrisis zijn heel wat ondernemingen gedwongen om hun activiteiten stop te zetten of sterk te verminderen. Dat heeft een sterke impact op hun vraag naar arbeidskrachten. Dit is duidelijk zichtbaar in deze tewerkstellingsbarometer waarvan de cijfers afkomstig zijn uit de periode 19 maart 2020 tot en met 22 april 2020.

De cijfers van de Tewerkstellingsbarometer gebaseerd op de Dimona-aangifte, die de werkgever uitvoert telkens als een werknemer in of uit dienst treedt. Dat heeft implicaties voor wat er wel en niet in deze Tewerkstellingsbarometer is opgenomen.


  • Tijdelijke werkloosheid is tijdens de crisis de belangrijkste maatregel om het arbeidsvolume terug te dringen. De maatregel houdt in dat werknemers tijdelijk geen of slechts beperkte prestaties leveren, en dat ze een vervangingsinkomen krijgen van de RVA. In het personeelsbestand blijft de werknemer wel aanwezig, en er gebeurt dus geen Dimona. Via Dimona is het dus niet mogelijk om een inschatting te krijgen van het aantal tijdelijk werklozen of van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid.
  • Een ander gevolg van de verminderde economische activiteit is het schrappen of niet vernieuwen van (zeer) tijdelijke contracten (flexi-jobs en extra’s). Het effect daarvan is wél zichtbaar in deze rapportering. Er zullen geen of veel minder nieuwe Dimonarelaties gemeld worden.
  • Tijdens de periode van verminderde activiteit zal in heel wat sectoren het aantal arbeidskrachten afnemen, zowel door een eventueel verhoogde uitstroom, als door een verminderde instroom van nieuwe werknemers. In principe zijn deze effecten ook zichtbaar in Dimona, maar doordat in Dimona geen gegevens over de aard van het contract (tijdelijk, onbepaalde duur) nog de aard voltijds/deeltijds, is het reële tewerkstellingseffect moeilijk te bepalen.

Meer informatie

Gedetailleerde cijfergegevens en informatie over de gehanteerde methodologie vindt u in de Maandelijkse tewerkstellingsbarometer.


Bron: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, mei 2020

Mots clés

Articles recommandés

De inflatie gaat in december van 3,20% naar 3,16%.

Kmo’s afwachtend over economische toekomst

Record in de horeca: bijna de helft van de werknemers studeert nog