Een werknemer heeft het recht afwezig te zijn van het werk en uitkeringen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht aan te vragen wanneer hij moet instaan voor de opvang van:
Het feit dat het kind niet naar het kinderdagverblijf, de school of het centrum voor opvang van personen met een handicap kan gaan, moet te wijten zijn aan:
Opmerking:
Er kan voor eenzelfde periode voor hetzelfde kind dus altijd maar één persoon gebruikmaken van dat recht.
Er kunnen uitkeringen tijdelijke werkloosheid wegens overmacht worden toegekend, zolang het kind om een van voormelde redenen niet terug naar het kinderdagverblijf, de school of het centrum voor opvang van personen met een handicap kan gaan of geen gebruik kan maken van de dienstverlening voor personen met een handicap.
Voorbeelden:
Kan eveneens worden beschouwd als een sluiting van een school als gevolg van een maatregel om de verspreiding van het coronavirus te beperken:
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht voor de opvang van een kind is enkel mogelijk voor de dagen waarop de instelling (school, crèche) gewoonlijk geopend is en voor de dagen waarop contractueel is voorzien dat de werknemer werkt.
Voorbeeld:
Het kind moet in quarantaine omdat het in contact is geweest met een besmet persoon. De werknemer die met het kind samenwoont, kan tijdelijke werkloosheid wegens overmacht aanvragen voor de opvang van het kind.
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht voor de opvang van een kind is niet mogelijk als het kind terugkeert van vakantie uit een land dat bij vertrek een rode zone was.
De werknemer moet zijn werkgever onmiddellijk op de hoogte brengen.
(*) De school moet dit document niet invullen in geval van een volledige of gedeeltelijke sluiting van de scholen als gevolg van een algemene maatregel uitgaande van een bevoegde gemeenschap (bijvoorbeeld verlenging van een schoolvakantie), tenzij de werkgever hierom verzoekt (bijvoorbeeld om zekerheid te hebben dat het kind is ingeschreven in een school die onder het toepassingsgebied van de algemene maatregel tot sluiting valt).
De werkgever mag de tijdelijke werkloosheid niet weigeren op basis van die documenten.
Indien dat nodig is, moet de werknemer ook nog een uitkeringsaanvraag indienen bij zijn uitbetalingsinstelling (ACV, ABVV, ACLVB of HVW). Dat is bijvoorbeeld het geval als de werknemer voor de eerste keer werkloosheidsuitkeringen aanvraagt.
Sinds 1 oktober 2020 is de vereenvoudigde procedure voor tijdelijke werkloosheid opnieuw ingevoerd voor alle werkgevers. Werkgevers hoeven dus geen mededeling van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht naar de RVA te sturen.
Maar de werkgever moet de voormelde documenten (de aanvraag verlof opvang kind sluiting corona of de aanvraag verlof opvang kind quarantaine corona samen met het quarantainegetuigschrift) wel ter beschikking van de RVA houden die die eventueel ter controle kan opvragen.
De werkgever moet geen controlekaart C3.2A aan zijn werknemer bezorgen. Hij moet enkel op het einde van de maand de uren tijdelijke werkloosheid aangeven op de aangifte sociaal risico scenario 5, met de code aard van de dag overmacht (code 5.4).
Een werknemer die tijdelijk werkloos wordt gesteld voor de opvang van een kind krijgt 70% van zijn (begrensde) loon. Daarop wordt 15% bedrijfsvoorheffing ingehouden. Naast zijn werkloosheidsuitkering krijgt hij nog een supplement van 5,74 euro per dag.
Opgelet! Om werkloosheidsuitkeringen te ontvangen, moet de werknemer ook voldoen aan bepaalde vergoedbaarheidsvoorwaarden. Zo moet de werknemer arbeidsgeschikt zijn en is het bijvoorbeeld mogelijk dat de uitkering niet kan worden gecumuleerd met een nevenactiviteit.