Uitbreiding flexi-arbeid en nieuwe regelingen vanaf 1 januari 2024

Tijdens de begrotingsopmaak 2024 heeft de regering beslist om de wetgeving inzake flexi-jobs aan te passen. Daarmee wilde ze enerzijds een optimaal en uitgebreider wettelijk kader invoeren om misbruiken van het systeem van flexi-jobs en het oneigenlijke gebruik ervan tegengaan, en anderzijds het gebruik van flexi-jobs naar andere sectoren uitbreiden.

In deze tussentijdse mededeling worden alle wijzigingen met betrekking tot de flexi-jobs behandeld onder voorbehoud van de publicatie van de wettelijke basis (gestemd in plenaire vergadering in de Kamer op 21 december 2023).

Toepassingsgebied

Uitbreiding in de privé-sector

Vanaf 1 januari 2024 wordt het toepassingsgebied van de flexi-jobs uitgebreid naar een aantal nieuwe sectoren.

Het gaat hierbij om werkgevers die onder de volgende paritaire comités (PC) / sectoren ressorteren:

  • PC voor het garagebedrijf (PC 112) voor de werkgevers die uitsluitend tot de werkgeverscategorie 064behoren;
  • PC voor de begrafenisondernemers (PC 320) voor de werkgevers die uitsluitend tot de werkgeverscategorie 320 behoren;
  • PC voor ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken (PC 132), voor de landbouw (PC 144) en het tuinbouwbedrijf (PC 145) uitsluitend voor de werkgevers die tot één van de volgende categorieën behoren:
    • 093 / 193 / 293 / 094 / 194 / 294 / 494 / 594
  • PC voor de bedienden (PC 200) met als NACE-hoofdcode bij de RSZ 85.531: autorijscholen in combinatie met de volgende werkgeverscategorieën:
    • 010 / 210
  • PC voor het beheer van gebouwen, vastgoedmakelaars en dienstboden (PC 323) uitsluitend voor dewerkgevers die tot één van de volgende categorieën behoren:
    • 112 / 113 / 037
  • PC voor de voedingsnijverheid (PC 118) , enkel voor de werkgevers van wie de activiteit tot de volgende subsectoren behoort
    • industriële en ambachtelijke bakkerijen, ambachtelijke banketbakkerijen, ambachtelijke roomijsfabrikanten en de consumptiesalons bij een ambachtelijke banketbakkerij (118.03)
    • Brouwerijen en mouterijen (118.07)
    • Drankennijverheid (118.08)
    • Groentenijverheid (118.09)
    • Vruchtennijverheid (118.10)
    • Vleesnijverheid (118.11)
    • Zuivelproducten (118.12)
    • Chocoladefabrieken - suikerbakkerij (118.14)
    • Aardappelverwerkende nijverheid (118.21)
    • Aardappelschilbedrijven (118.22)

in combinatie met de volgende werkgeverscategorieën:

  • 048 / 051 / 052 / 258 / 848

In het blok 'tewerkstelling - inlichtingen' zal een nieuwe zone worden gecreëerd om de activiteit m.b.t. één van deze subsectoren aan te geven.

  • Paritair subcomité voor de verhuizing (PSC 140.05) uitsluitend voor de werkgevers die tot de werkgeverscategorie 084 behoren;
  • Paritair subcomité voor de autobussen en autocars (PSC 140.01) uitsluitend voor de werkgevers die tot de werkgeverscategorie 085 behoren;
  • De evenementensector voor bedrijven met als NACE-hoofdcode bij de RSZ één van de volgende NACE-codes, en enkel voor functies die rechtstreeks verband houden met de organisatie van evenementen
    • 90011 Beoefening van uitvoerende kunsten door zelfstandig werkende artiesten
    • 90012 Beoefening van uitvoerende kunsten door artistieke ensembles
    • 90022 Ontwerp en bouw van podia
    • 90023 Gespecialiseerde beeld-, verlichtings- en geluidstechnieken
    • 90029 Overige ondersteunende activiteiten voor de uitvoerende kunsten
    • 90031 Scheppende kunsten, m.u.v. ondersteunende diensten
    • 90032 Ondersteunende activiteiten voor scheppende kunsten
    • 90041 Exploitatie van schouwburgen, concertzalen en dergelijke
    • 90042 Exploitatie van culturele centra en multifunctionele zalen ten behoeve van culturele activiteiten
    • 82300 Organisatie van congressen en beurzen
    • 93199 Organisatie van sportevenementen
    • 77292 Verhuur en lease van televisietoestellen en andere audio- en videoapparatuur
    • 77293 Verhuur en lease van vaat- en glaswerk, keuken- en tafelgerei, elektrische huishoudapparaten en andere huishoudelijke benodigdheden
    • 77392 Verhuur en lease van tenten
    • 77399 Verhuur en lease van andere machines en werktuigen en andere materiële goederen

Specifiek geval: redders

Private of publieke werkgevers voor de werknemers die zij tewerkstellen in functie van redder in publiek toegankelijke zwembaden en zwemvijvers of op het strand, en alleen voor werknemers die een diploma van redder hebben.

Er zal een nieuw werknemersstatuut 'houder van een reddersdiploma' in de DmfA worden voorzien.

Mogelijke uitbreiding op vraag van de gefedereerde entiteiten

Op vraag van de gefedereerde entiteiten (opt-in) en op basis van een koninklijk besluit (in principe ten vroegste vanaf het 2de kwartaal 2024) kunnen flexi-jobs geheel of gedeeltelijk worden uitgebreid tot

  • de werknemers en de werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (PC 331) met als NACE-hoofdcode bij de RSZ kinderopvang (8891), of voor de werkgevers die niet onder de wet van 5 december 1968 ressorteren die als NACE-hoofdcode bij de RSZ kinderopvang hebben (8891);
  • de sector van het officieel onderwijs en het gesubsidieerd personeel van het door de gemeenschap gesubsidieerd vrij onderwijs
    • het toepassingsgebied (werkgeverscategorie en/of NACE-code) zal later meer precies bepaald worden, met name wanneer de gefedereerde entiteiten de opt-in doen;
  • de werknemers en de werkgevers uit de sport- en cultuursector, voor zover de werkgevers niet onder de wet van 5 december 1968 ressorteren en enkel voor de werkgevers die één van de NACE-codes bij de RSZ onder de codes 93.1 (sport) of 90 (creatieve activiteiten, kunst en amusement) hebben
    • het toepassingsgebied (werkgeverscategorie en/of NACE-code) zal later meer precies bepaald worden, met name wanneer de gefedereerde entiteiten de opt-in doen.

Opt-out en opt-in

Voor de sectoren die in de programmawet het voorwerp uitmaken van een uitbreiding van het systeem, kunnen de sociale partners er ook later voor opteren om de flexi-jobs volledig of gedeeltelijk niet meer toe te staan (opt-out).

In alle andere sectoren die (vandaag of na de uitbreiding van het systeem) niet onder het toepassingsgebied van de wet vallen en die onder de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités ressorteren, kunnen de sociale partners overeenkomen om de flexi-jobs alsnog geheel of gedeeltelijk toe te staan (opt-in) en deze vervolgens opnieuw geheel of gedeeltelijk niet meer toe te staan (opt-out).

Toelatingen (opt-in) of uitsluitingen (opt-out) worden pas actief via een jaarlijks te nemen koninklijk besluit dat in werking treedt op 1 januari van het volgende jaar. Het toepassingsgebied van de toelatingen (opt-in) en uitsluitingen (opt-out) moet in dit koninklijk besluit worden omschreven op basis van door de RSZ controleerbare criteria (paritair comité of paritair subcomité, werkgeverscategorie, NACE-code...).

Een overgangsmaatregel voorziet dat, in 2024, toelatingen op kwartaalbasis in plaats van op jaarbasis mogelijk zijn.

Uitsluitingen

In alle sectoren worden de volgende functies uit het toepassingsgebied van de flexi-jobs uitgesloten:

  • De artistieke, artistiek-technische en artistiek-ondersteunende functies die activiteiten omvatten zoals bepaald door de wet van 16 december 2022 tot oprichting van de Kunstwerkcommissie en tot verbetering van de sociale bescherming van kunstwerkers;
  • De functies die taken omvatten behorend tot het materiële toepassingsgebied van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen.

Verhoging van de bijzondere bijdragevoet

De bestaande bijzondere bijdrage die de werkgevers verschuldigd zijn op het flexiloon, wordt verhoogd van 25% naar 28%. Deze verhoging betreft alle flexi-jobs (met inbegrip van de lopende flexi-jobs).

Aanscherping van de voorwaarden voor de uitoefening van een flexi-job vanaf 1 januari 2024

Band met een verbonden onderneming in de zin van artikel 1.20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen

Het zal niet meer toegestaan zijn om een flexi-job uit te oefenen binnen een onderneming die verbonden is met een vennootschap waar de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft voor een tewerkstelling van 4/5de of meer van een voltijdse tewerkstelling van een referentiepersoon. Deze verbondenheid wordt geëvalueerd in het licht van de bepalingen van artikel 1.20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

De Inspectiediensten zullen ter plaatse controles uitvoeren naar deze verbondenheid.

Flexi-job bij de werkgever bij wie de werknemer reeds is tewerkgesteld

Verder is het ook niet meer mogelijk om een flexi-job uit te oefenen bij de werkgever bij wie de werknemer reeds is tewerkgesteld in het kader van een andere arbeidsrelatie. Vroeger was deze combinatie toegestaan op voorwaarde dat de gewone arbeidsrelatie zich beperkte tot 80% van een voltijdse tewerkstelling. Flexi-jobwerkers aan wie in de loop van het kwartaal een vaste arbeidsovereenkomst wordt aangeboden, kunnen van een flexi-job naar een reguliere tewerkstelling overschakelen.

Deze voorwaarde zal in de DmfA worden gecontroleerd.

In het blok « tewerkstelling – inlichtingen » wordt in de DmfA vanaf het eerste kwartaal 2024 een nieuwe zone voorzien met de notie F (flexi-job). Deze zone zal enkel moeten ingevuld worden voor de flexi werknemers met een flexi-job contract

  • die in de DmfA werden aangegeven als gewone werknemer omdat een laattijdige dimona flexi gebeurde of waarvoor de periode in dimona niet volledig overeenstemt met de periode in DmfA
  • en die alle andere voorwaarden vervullen om een flexi-job te kunnen uitoefenen.

Deze dagen zullen niet in rekening gebracht worden voor het verbod om een flexi-job uit te oefenen bij de werkgever bij wie de werknemer reeds is tewerkgesteld in het kader van een andere arbeidsrelatie.

De RSZ zal hieromtrent a posteriori controles doen.

Vermindering van de arbeidstijd tussen (T - 4) en (T - 3)

Personen die hun arbeidsvolume verlagen door van 100% in (T – 4) naar 80% in (T – 3) over te gaan, mogen gedurende de 2 kwartalen (T) en (T + 1) geen flexi-job uitoefenen.

Deze controle zal op basis van de loopbaangegevens bij Sigedis in Dimona gebeuren.

Concreet zal bij de indiening van een Dimona flexi-job in kwartaal (T) de controle plaatsvinden voor zowel het verschil tussen kwartalen (T – 5) en (T – 4) als voor het verschil tussen de kwartalen (T - 4) en (T - 3);

Controle in kwartaal (T - 3) van de arbeidsvoorwaarde aan ten minste 80% en

  • Indien de werknemer in (T - 3) 80% werkt, dan controleren we het prestatiepercentage in (T - 4) ten aanzien van (T - 3), en in (T - 5) ten aanzien van (T - 4)
    • Controle in kwartaal (T - 4)
      • Indien de werknemer in (T - 4) 100% werkt => NOK. De werknemers mag niet flexi-jobben in (T).
      • Indien de werknemer in (T - 4) 80% werkt => controle in kwartaal (T - 5).
    • Controle in kwartaal (T - 5)
      • Indien de werknemer 80% werkt => OK aangezien zijn arbeidstijd niet werd verminderd tussen (T - 5), (T - 4) en (T - 3)
      • Indien de werknemer 100% werkt => NOK. De werknemer mag niet flexi-jobben in (T).
  • Als de werknemer in (T - 3) 100% werkt, dan controleren we het prestatiepercentage in (T - 5) ten aanzien van (T - 4)
    • Indien de werknemer in (T - 5) en (T - 4) 100% werkt => OK aangezien zijn arbeidstijd niet werd verminderd tussen (T - 5), (T - 4) en (T - 3);
    • Indien de werknemer in (T - 5) 80% werkt en in (T - 4) 100% => OK aangezien zijn arbeidstijd niet werd verminderd tussen (T - 5), (T - 4) en (T - 3);
    • Indien de werknemer in (T - 5) 100% werkt en 80% in (T - 4) => NOK. De werknemer mag niet flexi-jobben in (T);
    • Indien de werknemer in (T - 5) 80% werkt en in (T - 4) 80% => OK aangezien zijn arbeidstijd niet werd verminderd tussen (T - 5), (T - 4) en (T - 3).

Flexiloon

Minimumloon

Voor de horecasector wordt het in de wet van 16 mei 2015 voorziene fleximinimumloon behouden.

Voor alle overige sectoren, met inbegrip van de sector van de gezondheidszorg, zal het basisflexiloon minstens gelijk moeten zijn aan het brutobedrag van het baremieke loon dat van toepassing is voor de uitgeoefende functie. Indien er geen baremiek salaris werd vastgelegd, dan moet het minstens gelijk zijn aan het GGMMI.

De werkgever zorgt ervoor dat het toegekende flexi-uurloon minimaal het in een uurloon omgezette, op maandbasis vastgelegde baremieke loon of GGGMI is.

De Inspectiediensten zullen ter plaatse controles uitvoeren naar het minimumloon.

Maximumloon

Om te vermijden dat gespecialiseerde werknemers die een zeer hoog uurloon ontvangen een flexi-job doen, zal het flexiloon (met inbegrip van de vergoedingen, premies en voordelen) voortaan niet meer mogen bedragen dan 150% van het minimumbasisloon van de betreffende sector dat van toepassing is voor de uitgeoefende functie of van het GGMMI.

De Inspectiediensten zullen ter plaatse controles uitvoeren naar het maximumloon.

Jaarlijks fiscaal plafond van 12.000,00 EUR

Er wordt een jaarlijks fiscaal plafond ingesteld van 12.000,00 EUR op inkomsten uit flexi-jobs, met een uitzondering voor gepensioneerden. Voor het gedeelte boven dit bedrag is er geen fiscale vrijstelling meer.

De RSZ onderzoekt hoe een systeem kan uitgewerkt worden dat de werknemer zal toelaten om zijn eigen situatie op te volgen.

Begin 2025 zullen de bedragen ontvangen als flexiloon die voor de flexi-jobwerknemers in de loopbaandatabank zichtbaar zijn, gelijktijdig met de loonfiches worden geüpdatet.

Mots clés

Articles recommandés

Rapport over "Belgisch federalisme in cijfers" : analyse van de openbare tewerkstelling

Welke feestdagen staan voor de deur van 2025?