Tijdens de begrotingsopmaak 2024 heeft de regering beslist om de wetgeving inzake flexi-jobs aan te passen. Daarmee wilde ze enerzijds een optimaal en uitgebreider wettelijk kader invoeren om misbruiken van het systeem van flexi-jobs en het oneigenlijke gebruik ervan tegengaan, en anderzijds het gebruik van flexi-jobs naar andere sectoren uitbreiden.
In deze tussentijdse mededeling worden alle wijzigingen met betrekking tot de flexi-jobs behandeld onder voorbehoud van de publicatie van de wettelijke basis (gestemd in plenaire vergadering in de Kamer op 21 december 2023).
Vanaf 1 januari 2024 wordt het toepassingsgebied van de flexi-jobs uitgebreid naar een aantal nieuwe sectoren.
Het gaat hierbij om werkgevers die onder de volgende paritaire comités (PC) / sectoren ressorteren:
in combinatie met de volgende werkgeverscategorieën:
In het blok 'tewerkstelling - inlichtingen' zal een nieuwe zone worden gecreëerd om de activiteit m.b.t. één van deze subsectoren aan te geven.
Private of publieke werkgevers voor de werknemers die zij tewerkstellen in functie van redder in publiek toegankelijke zwembaden en zwemvijvers of op het strand, en alleen voor werknemers die een diploma van redder hebben.
Er zal een nieuw werknemersstatuut 'houder van een reddersdiploma' in de DmfA worden voorzien.
Op vraag van de gefedereerde entiteiten (opt-in) en op basis van een koninklijk besluit (in principe ten vroegste vanaf het 2de kwartaal 2024) kunnen flexi-jobs geheel of gedeeltelijk worden uitgebreid tot
Voor de sectoren die in de programmawet het voorwerp uitmaken van een uitbreiding van het systeem, kunnen de sociale partners er ook later voor opteren om de flexi-jobs volledig of gedeeltelijk niet meer toe te staan (opt-out).
In alle andere sectoren die (vandaag of na de uitbreiding van het systeem) niet onder het toepassingsgebied van de wet vallen en die onder de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités ressorteren, kunnen de sociale partners overeenkomen om de flexi-jobs alsnog geheel of gedeeltelijk toe te staan (opt-in) en deze vervolgens opnieuw geheel of gedeeltelijk niet meer toe te staan (opt-out).
Toelatingen (opt-in) of uitsluitingen (opt-out) worden pas actief via een jaarlijks te nemen koninklijk besluit dat in werking treedt op 1 januari van het volgende jaar. Het toepassingsgebied van de toelatingen (opt-in) en uitsluitingen (opt-out) moet in dit koninklijk besluit worden omschreven op basis van door de RSZ controleerbare criteria (paritair comité of paritair subcomité, werkgeverscategorie, NACE-code...).
Een overgangsmaatregel voorziet dat, in 2024, toelatingen op kwartaalbasis in plaats van op jaarbasis mogelijk zijn.
In alle sectoren worden de volgende functies uit het toepassingsgebied van de flexi-jobs uitgesloten:
De bestaande bijzondere bijdrage die de werkgevers verschuldigd zijn op het flexiloon, wordt verhoogd van 25% naar 28%. Deze verhoging betreft alle flexi-jobs (met inbegrip van de lopende flexi-jobs).
Het zal niet meer toegestaan zijn om een flexi-job uit te oefenen binnen een onderneming die verbonden is met een vennootschap waar de werknemer een arbeidsovereenkomst heeft voor een tewerkstelling van 4/5de of meer van een voltijdse tewerkstelling van een referentiepersoon. Deze verbondenheid wordt geëvalueerd in het licht van de bepalingen van artikel 1.20 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
De Inspectiediensten zullen ter plaatse controles uitvoeren naar deze verbondenheid.
Verder is het ook niet meer mogelijk om een flexi-job uit te oefenen bij de werkgever bij wie de werknemer reeds is tewerkgesteld in het kader van een andere arbeidsrelatie. Vroeger was deze combinatie toegestaan op voorwaarde dat de gewone arbeidsrelatie zich beperkte tot 80% van een voltijdse tewerkstelling. Flexi-jobwerkers aan wie in de loop van het kwartaal een vaste arbeidsovereenkomst wordt aangeboden, kunnen van een flexi-job naar een reguliere tewerkstelling overschakelen.
Deze voorwaarde zal in de DmfA worden gecontroleerd.
In het blok « tewerkstelling – inlichtingen » wordt in de DmfA vanaf het eerste kwartaal 2024 een nieuwe zone voorzien met de notie F (flexi-job). Deze zone zal enkel moeten ingevuld worden voor de flexi werknemers met een flexi-job contract
Deze dagen zullen niet in rekening gebracht worden voor het verbod om een flexi-job uit te oefenen bij de werkgever bij wie de werknemer reeds is tewerkgesteld in het kader van een andere arbeidsrelatie.
De RSZ zal hieromtrent a posteriori controles doen.
Personen die hun arbeidsvolume verlagen door van 100% in (T – 4) naar 80% in (T – 3) over te gaan, mogen gedurende de 2 kwartalen (T) en (T + 1) geen flexi-job uitoefenen.
Deze controle zal op basis van de loopbaangegevens bij Sigedis in Dimona gebeuren.
Concreet zal bij de indiening van een Dimona flexi-job in kwartaal (T) de controle plaatsvinden voor zowel het verschil tussen kwartalen (T – 5) en (T – 4) als voor het verschil tussen de kwartalen (T - 4) en (T - 3);
Controle in kwartaal (T - 3) van de arbeidsvoorwaarde aan ten minste 80% en
Voor de horecasector wordt het in de wet van 16 mei 2015 voorziene fleximinimumloon behouden.
Voor alle overige sectoren, met inbegrip van de sector van de gezondheidszorg, zal het basisflexiloon minstens gelijk moeten zijn aan het brutobedrag van het baremieke loon dat van toepassing is voor de uitgeoefende functie. Indien er geen baremiek salaris werd vastgelegd, dan moet het minstens gelijk zijn aan het GGMMI.
De werkgever zorgt ervoor dat het toegekende flexi-uurloon minimaal het in een uurloon omgezette, op maandbasis vastgelegde baremieke loon of GGGMI is.
De Inspectiediensten zullen ter plaatse controles uitvoeren naar het minimumloon.
Om te vermijden dat gespecialiseerde werknemers die een zeer hoog uurloon ontvangen een flexi-job doen, zal het flexiloon (met inbegrip van de vergoedingen, premies en voordelen) voortaan niet meer mogen bedragen dan 150% van het minimumbasisloon van de betreffende sector dat van toepassing is voor de uitgeoefende functie of van het GGMMI.
De Inspectiediensten zullen ter plaatse controles uitvoeren naar het maximumloon.
Er wordt een jaarlijks fiscaal plafond ingesteld van 12.000,00 EUR op inkomsten uit flexi-jobs, met een uitzondering voor gepensioneerden. Voor het gedeelte boven dit bedrag is er geen fiscale vrijstelling meer.
De RSZ onderzoekt hoe een systeem kan uitgewerkt worden dat de werknemer zal toelaten om zijn eigen situatie op te volgen.
Begin 2025 zullen de bedragen ontvangen als flexiloon die voor de flexi-jobwerknemers in de loopbaandatabank zichtbaar zijn, gelijktijdig met de loonfiches worden geüpdatet.