De oorlog in Oekraïne en de daarop volgende vluchtelingenstroom zorgde voor een enorme stroom aan solidariteit. Verschillende van onze landgenoten zetten hun huizen open naar aanleiding van de campagne #plekvrij. Dit brengt verschillende vragen met zich mee over de mogelijke fiscale impact voor Belgen die thuis onbaatzuchtig vluchtelingen opvangen.
Onderstaande principes zijn ook van toepassing op de verzoekers van internationale bescherming die door Fedasil vanaf 14 november 2022 tot 1 april 2023 aangemoedigd of verplicht worden om buiten de opvangstructuren tijdelijk in gastgezinnen te verblijven en dit omwille van de verzadiging van het opvangnetwerk.
Hieronder geven we een antwoord op de meest voorkomende vragen.
Als u onbaatzuchtig de deuren van uw eigen woning openstelt voor vluchtelingen en er gemeenschappelijk gebruik van wordt gemaakt blijft het onder normale omstandigheden uw eigen woning.
De vrijstelling van het onroerend inkomen van die woning blijft behouden net als de fiscale voordelen voor de lening die werd aangegaan voor het behouden of verwerven van die woning.
Nee, enkel uw kinderen, ascendenten en zijverwanten tot en met de tweede graad en personen van wie u als kind volledig of hoofdzakelijk ten laste bent geweest, kunnen personen ten laste zijn van u.
Nee, als u geniet van de toeslag op de belastingvrije som voor ‘echte alleenstaande’ met kinderen ten laste of in fiscaal co-ouderschap, dan is de administratie van oordeel dat, gezien de uitzonderlijke en tijdelijke aard van de opvang van vluchtelingen, hier niet de intentie bestaat om een gezin te vormen, waardoor u die toeslag kan behouden.
Ja, in zijn/haar hoofde.
Nee, als u enkel een redelijke vergoeding ontvangt die de extra kosten dekt die voortvloeien uit de opvang (zoals het extra verbruik van water, elektriciteit en verwarming, huishoudkosten e.a.), dan is die niet belastbaar. Die vergoeding mag dan wel geen verdoken huurprijs zijn, noch een vergoeding voor geleverde diensten.
De minister van Financiën heeft in dat verband beslist dat de volgende vergoedingen een redelijke vergoeding uitmaken voor de extra kosten die voortvloeien uit de opvang en bijgevolg niet belastbaar zijn:
Als u het gebruik van uw woning en/of meubilair afstaat en daarvoor een vergoeding ontvangt, dan is die vergoeding wél een belastbaar inkomen. Dat is bv. het geval bij verhuur van uw tweede woning of bij verhuur van een deel van uw woning. In dat laatste geval staat u het gebruik van een bepaald deel van uw woning af (bv. een verdieping, een of meerdere kamers …) en maakt u daar dus geen gemeenschappelijk gebruik van.
Een vergoeding voor geleverde prestaties (bv. voor het koken van maaltijden …) is ook een belastbaar inkomen.
Bovenstaande principes zijn ook van toepassing wanneer een OCMW een inhouding doet op het leefloon van de vluchteling en die inhouding rechtstreeks toekent aan het gastgezin.