Circulaire 2023/C/93 over de maximaal aftrekbare bijdrage voor het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) voor het jaar 2023
FOD Financiën, 23.11.2023
Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting
De bijdragen voor het vrij aanvullend pensioen van zelfstandigen worden beschouwd als aftrekbare beroepskosten (1):
- in de mate dat ze de maximale bijdrage (2) niet overschrijden
- en voor zover de aangeslotene de verschuldigde bijdragen voor het sociaal statuut van de zelfstandigen die tijdens het betrokken jaar opeisbaar zijn geworden, effectief en volledig tijdens datzelfde jaar heeft betaald.
(1) Art. 52, 7°bis, WIB 92 en art. 45, programmawet (I) 24.12.2002.
(2) In toepassing van de art. 44, § 2/3 en § 2/5, en 46, § 1, programmawet (I) 24.12.2002.
De maximale bijdrage moet worden vastgesteld op basis van de inkomsten verkregen tijdens het derde jaar vóór dat waarvoor die bijdrage is verschuldigd.
Concreet bedraagt het maximaal aftrekbaar bedrag van de VAPZ-bijdragen van 2023:
- voor pensioenovereenkomsten waar geen solidariteitsstelsel aan verbonden is: 8,17 % van het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend (3), met een absoluut maximum van 3.859,40 euro
- voor pensioenovereenkomsten waar wel een solidariteitsstelsel aan verbonden is: 9,4 % van het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend (3), met een absoluut maximum van 4.440,43 euro.
(3) Voor de sociale bijdragen van 2023 is het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend in de regel het netto belastbaar beroepsinkomen van aanslagjaar 2021, vermenigvuldigd met de breuk 638,93/540,03.
De maximaal aftrekbare bijdragen voor 2020 tot 2022 zijn opgenomen in de circulaires 2020/C/150 van 25.11.2020, 2021/C/107 van 14.12.2021 en 2022/C/124 van 22.12.2022.
Interne ref.: 711.848/7 - fisconetplus
imago : freepix, pressfoto