David Clarinval, de minister van kmo's en Zelfstandigen, heeft de sociale verzekeringsfondsen verzocht geen procedures in te leiden voor de gerechtelijke invordering van achterstallige sociale bijdragen van zelfstandigen. Dit is om de overgang van het einde van het moratorium op faillissementen te verzekeren.
"Het blijft noodzakelijk de door de gezondheidscrisis getroffen zelfstandigen te beschermen totdat deze voorbij is", aldus David Clarinval, minister voor kmo's en Zelfstandigen. “Het moratorium op faillissementen is opgeheven. De hervorming van de gerechtelijke reorganisatieprocedure (GRP) zal een grote golf van faillissementen helpen voorkomen, maar zij moet worden aangevuld met andere beschermende maatregelen."
Vandaar zijn besluit tot verlenging van het moratorium op de gerechtelijke inning van sociale bijdragen van zelfstandigen wiens sector is gesloten door een maatregel van een overheidsinstantie (begunstigden van het dubbel overbruggingsrecht) en van zelfstandigen wiens omzet met 40% of meer daalde (begunstigden van de tweede pijler van het overbruggingsrecht 2021).
Minister Clarinval kondigt ook een algemeen moratorium aan op de inning van sociale bijdragen die betrekking hebben op het jaar 2020 en nog niet zijn betaald. Hij herinnert er ook aan dat zelfstandigen hun sociale bijdragen voor de eerste helft van 2021 met één jaar kunnen uitstellen, zonder verhoging, met behoud van sociale rechten, of via een vereenvoudigde aanvraagprocedure een vrijstelling van deze bijdragen voor 2021 kunnen krijgen. Bovendien zullen zij kunnen verzoeken om een vermindering van hun sociale bijdragen voor heel 2021.
Dit moratorium zal van kracht blijven tot 31 maart 2021, zoals ook het geval is voor het uitstel van betaling van schulden aan de fiscus en de RSZ. Op die datum zal de situatie opnieuw worden geëvalueerd om te zien of een verdere verlenging nodig is om zelfstandigen in moeilijkheden te steunen.