Reeds enkele jaren liggen wetsvoorstellen ter tafel voor het verrekenen van verliezen in de land- en tuinbouwsector veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden. Op 31 januari 2019 werd het Wetsontwerp houdende fiscale, fraudebestrijdende, financiële alsook diverse bepalingen aangenomen waarbij een dergelijke specifieke regeling voor de land- en tuinbouw zal ingevoerd worden.
Concreet betekent dit dat ondernemers in de land- en tuinbouwsector zullen kunnen opteren voor een bijkomend fiscaal gunstig regime voor het verrekenen van hun verliezen door ongunstige weersomstandigheden. Het bestaande regime waarbij overschotten aan verliezen kunnen overgedragen en verrekend worden met de winst van het volgendeboekjaar, zal worden uitgebreid met een nieuw systeem waarbij verliezen overgedragen en verrekend kunnen worden met de winsten van de voorbije boekjaren. Dit noemt men het systeem van achterwaartse verliesaftrek of het Carry Back-systeem.
Het Carry Back-systeem wordt enkel voorzien voor middelgrote ondernemingen in de land- en tuinbouwsector die bovendien nog geen ‘onderneming in moeilijkheden’ waren vóór de schade door ongunstige weersomstandigheden zich voordeed. Er worden autonome definities van ‘middelgrote onderneming’ en ‘onderneming in moeilijkheden’ ingevoerd in het WIB. De landbouwer zal zowel voor doeleinden van de personen- als de vennootschapsbelasting beroep kunnen doen op het regime.
Niet zomaar alle verliezen komen in aanmerking voor het regime. Enkel de verliezen geleden door ongunstige weersomstandigheden, zoals o.a. zware regenval, grote droogte en strenge vorst, die zich (1) ten vroegste op 1 januari 2018 voordeden, (2) formeel erkend werd door een gewest als ramp en (3) waarvan die erkenning in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt. Deze verliezen zullen mogen verrekend worden met de winsten van de drie belastbare jaren voorafgaand aan het belastbare jaar waarin de schade werd vastgesteld.
Hoe dit allemaal praktisch zal geregeld en vastgesteld worden, moet nog verder bepaald worden door de gewesten. Deze praktische aspecten zullen vastgelegd worden in een met elk gewest afzonderlijk gesloten protocol. De nieuwe steunmaatregel moet daarnaast ook steeds in overeenstemming zijn met de Europese wetgeving, met name de landbouwvrijstellingsverordening. Deze verordening voorziet o.a. in een maximaal toegelaten steunintensiteit die niet overschreden mag worden (art. 25 landbouwvrijstellingsverordening). Aangezien de gewesten op vandaag reeds voorzien in steun aan landbouwers die schade geleden hebben naar aanleiding van ongunstige weersomstandigheden is er nood aan coördinatie tussen de verschillende overheden zodat de totale maximale steunintensiteit, die geleverd mag worden door België, niet overschreden wordt. Mocht de belastingplichtige alsnog van rechtswege teveel aan belasting ontheven zijn, zal de totale belasting van het belastbare tijdperk vermeerderd worden.
Het is bijgevolg nog even wachten op de regels betreffende de praktische uitwerking van dit nieuwe regime. Aangezien de gewesten reeds in verschillende steunmaatregels voorzien, wordt vermoed dat de regeling nauw zal aansluiten bij de methodes en procedures die door hen reeds gehanteerd worden.
Wij houden u graag op de hoogte van de evolutie op dit gebied en blijven ter beschikking voor tussentijdse vragen indien u die mocht hebben.
Pieter Souffriau - Counsel (pieter.souffriau@tiberghien.com)
Emilie Van Goidsenhoven - Counsel (emilie.vangoidsenhoven@tiberghien.com)
Louise De Pauw - Associate (louise.depauw@tiberghien.com)
Bron: Tiberghien