De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 22/12/2022 de Circulaire 2022/C/124 over de maximaal aftrekbare bijdrage voor het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) voor het jaar 2022.
FOD Financiën, 22.12.2022De bijdragen voor het vrij aanvullend pensioen van zelfstandigen worden beschouwd als aftrekbare beroepskosten (1):
- in de mate dat ze de maximale bijdrage (2) niet overschrijden
- en voor zover de aangeslotene de verschuldigde bijdragen voor het sociaal statuut van de zelfstandigen die tijdens het betrokken jaar opeisbaar zijn geworden, effectief en volledig tijdens datzelfde jaar heeft betaald (3).
(1) Artikel 52, 7°bis, WIB 92 en artikel 45, programmawet (I) 24.12.2002.
(2) In toepassing van de artikelen 44, § 2/3 en § 2/5, en 46, § 1, programmawet (I) 24.12.2002.
(3) In afwijking van die voorwaarde moet echter ook rekening worden gehouden met de weerslag van de administratieve toleranties als gevolg van de COVID-19-pandemie die zijn besproken in de circulaires 2021/C/50 van 31.05.2021 (nrs. 1 tot 9) en 2021/C/90 van 08.10.2021 (nrs. 1 tot 4). Dat betekent dat de in 2022 betaalde VAPZ-bijdragen maar als beroepskosten aftrekbaar zijn als de zelfstandige alle volgende sociale bijdragen in 2022 heeft betaald:
de bijdragen verschuldigd voor 2022 (met inbegrip van de regularisatiebijdragen die in 2022 zijn vervallen)
de bijdragen van 2020 die zijn uitgesteld tot 2021 en waarvoor hij een afbetalingsplan heeft verkregen dat in 2022 is vervallen
de bijdragen van 2021 die zijn uitgesteld tot in 2022.
De maximale bijdrage moet worden vastgesteld op basis van de inkomsten verkregen tijdens het derde jaar vóór dat waarvoor die bijdrage is verschuldigd.
Concreet bedraagt het maximaal aftrekbaar bedrag van de VAPZ-bijdragen van 2022:
- voor pensioenovereenkomsten waar geen solidariteitsstelsel aan verbonden is: 8,17 % van het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend (4), met een absoluut maximum van 3.447,62 euro
- voor pensioenovereenkomsten waar wel een solidariteitsstelsel aan verbonden is: 9,4 % van het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend (4), met een absoluut maximum van 3.966,67 euro.
(4) Voor de sociale bijdragen van 2022 is het inkomen waarop de voorlopige sociale bijdragen worden berekend in de regel het netto belastbaar beroepsinkomen van aanslagjaar 2020, vermenigvuldigd met de breuk 570,76/536,06.
De maximaal aftrekbare bijdragen voor 2019 tot 2021 zijn opgenomen in de circulaires 2019/C/54 van 27.06.2019, 2020/C/150 van 25.11.2020 en 2021/C/107 van 14.12.2021.
Interne ref.: 711.848/6
Bron: Fisconetplus