Wachttermijn bij VVPRbis blijft alsnog ongewijzigd !

Wij verwijzen graag naar ons recent artikel waarin op basis van de reeds gekende informatie alvast de aangekondigde aanpassingen werden opgelijst. Naar aanleiding van de opmerkingen van de Raad van State, werd het ontwerp van wet geamendeerd.

  • Belangrijk hierbij is dat men de wachttermijn alsnog ongewijzigd laat: deze blijft aldus in elk geval lopen vanaf de datum van de inbreng (en niet die van de volstorting).
  • Daarnaast zou de wet worden aangepast waardoor het voor elke inbreng in geld verplicht was en is om deze volledig en effectief te volstorten. Beslissingen tot vrijstelling van de volstortingsplicht hebben hierdoor als gevolg dat aan een van de toepassingsvoorwaarden voor het VVPRbis-regime niet voldaan is, hetgeen ook niet zomaar later geremedieerd zou kunnen worden. Daarom zou er in de wet worden ingeschreven dat vennootschappen die tussen 1 mei 2019 en 15 december 2021 te goeder trouw beslist hebben om over te gaan tot een vrijstelling van volstorting van de onderschreven aandelen de mogelijkheid krijgen om deze situatie recht te zetten. Deze vennootschappen dienen dan voor 31 december 2022 een kapitaalverhoging in geld door te voeren (en te volstorten) zonder uitgifte van nieuwe aandelen, zodat het (fiscaal) kapitaal terug op het oorspronkelijk toegezegde niveau is gebracht. Op die manier kan het VVPRbis-stelsel alsnog voor deze aandelen toegepast worden. Vanaf 16 december 2021 zijn beslissing tot vrijstelling van de volstortingsplicht in het raam van VVPRbis-vennootschappen aldus uit den boze.
  • De overige twee aangekondigde wijzigingen (inzake preferente aandelen en inzake het verbod om nieuwe inbrengen te putten uit uitgekeerde liquidatiereserves aan 5%) blijven onverkort opgenomen in de ontwerptekst.

De nieuwe bepaling zou ook nog steeds in werking treden met betrekking tot dividenden toegekend of betaalbaar gesteld met ingang van 1 januari 2022.

Bron : Cazimir Advocaten, 24 december 2021

Mots clés

Articles recommandés

Circulaire 2024/C/81 betreffende Definitieve Vrijstellingen – Goederen ingevoerd voor blinden en andere gehandicapten

SICAV's in Luxemburg: recente jurisprudentie en fiscaliteit in België

Tarieven 2025 neerlegging ?