Natuurlijke personen kunnen meerwaarden verwezenlijken wanneer ze aandelen verkopen (beursgenoteerde aandelen die hun financiële portefeuille uitmaken, niet-beursgenoteerde aandelen van hun eigen vennootschap,…). Zijn deze meerwaarden belastbaar?
Neem een Belgische inwoner die over een aanzienlijk fortuin beschikt, samengesteld uit beursgenoteerde aandelen. Zijn portefeuille is in 2018 in waarde verminderd omwille van de slechte conjunctuur. De vraag rijst of de minderwaarden op aandelen geleden door investeerders-natuurlijke personen aftrekbaar zijn in de personenbelasting ("PB"). Dit is niet het geval.
Veronderstellen we nu dat de portefeuille in de loop ter tijd in waarde toeneemt. Op basis van de huidige fiscale wetgeving zijn de meerwaarden op aandelen in principe vrijgesteld, op voorwaarde dat ze kaderen in het normaal beheer van het privévermogen van de belastingplichtige. In de praktijk zou het naleven van deze voorwaarde geen aanleiding moeten geven tot enige ongerustheid : in het algemeen aanvaardt de fiscus immers (sedert een verklaring van de minister van financiën van 1961 !) dat de verwezenlijkte meerwaarden op beursbeleggingen voortvloeien uit een normaal beheer van het privévermogen.
Het is om die reden dat de kleine beurshandelaar die online beurstransacties verricht zich geen zorgen hoeft te maken..., ten minste als hij geen quasi-professionele verstokte beursspeler wordt. Zodoende riskeert de beursspeculant zijn meerwaarden belast te zien in de "vangnet"-categorie van de diverse inkomsten (aan een tarief van 33%), of zelfs als beroepsinkomen (aan progressieve tarieven, gaande tot 50%). Het gaat hierbij in het bijzonder om de investeerder-natuurlijke persoon die op zeer korte termijn roerende waarden aan- en verkoopt (zelfs dezelfde dag) op de financiële markten (een « day trader »).
Ook geen paniek voor de (welvarende) natuurlijke personen die een beroep doen op een vermogensbeheerder. De meerwaarden op aandelen die worden verwezenlijkt dankzij de tussenkomst van deze financiële professional blijven in beginsel vrijgesteld. Enige voorzichtigheid is echter geboden, in het bijzonder voor zij die kiezen voor een meer "speculatief/agressief" investeringsprofiel bij het sluiten van de overeenkomst met de beheerder. Zo heeft de fiscale administratie zich in het verleden (met succes) gebaseerd op het abnormaal of speculatief karakter van het beheer om de meerwaarden te belasten als divers inkomen.
Laat ons een ander (meer in het oog springend) voorbeeld nemen. Stel dat een Belgische ondernemer jaren geleden een werkvennootschap zou hebben opgericht (met een minimumkapitaal) en dat hij vandaag de aandelen van zijn vennootschap verkoopt aan een derde waarbij hij een mooie meerwaarde verwezenlijkt. Deze meerwaarde op aandelen zal vrijgesteld zijn, voor zover zij voortvloeit uit het normaal beheer van het privévermogen. Het is zo dat de gigantische meerwaarde (1,45 miljard euro) door Mark Coucke verwezenlijkt in 2014, naar aanleiding van de verkoop van zijn deelneming in Omega Pharma aan de Amerikaanse groep Perrigo, is kunnen ontsnappen aan elke vorm van belasting.
Dit stelsel van vrijstelling van meerwaarden op aandelen kent echter een uitzondering : de belasting van meerwaarden verwezenlijkt naar aanleiding van een overdracht van aandelen van kapitalisatie-beveks, die meer dan 10% investeren in schuldvorderingen (liquiditeiten, obligaties,...). Deze heffing, ook « Reynders-taks » genoemd, heeft bij haar invoering eind 2005 een aardverschuiving teweeggebracht in het Belgische fiscale landschap. Het was inderdaad de eerste keer dat men raakte aan de onaantastbare vrijstelling van meerwaarden op aandelen.
Vervolgens heeft de invoering van de "speculatietaks" in 2016, die de meerwaarden op beursgenoteerde aandelen trof die binnen de 6 maanden werden verkocht, nieuwe barsten geslagen. Gedurende het jaar 2016 werden de natuurlijke personen zo belast aan een tarief van 33% op hun meerwaarden verwezenlijkt op hun beursbeleggingen op korte termijn. Deze belasting werd evenwel afgeschaft door de wet van 25 december 2016 omwille van haar negatief budgettair rendement : ze had de inkomsten van de taks op de beursverrichtingen (TOB) immers doen kelderen.
Er kan bovendien verwezen worden naar de verschillende mislukte pogingen om de belastingvrije meerwaarden op aandelen aan te pakken. Zo heeft de CD&V in oktober 2016 een voorstel ingediend met het oog op een algemene belasting van de meerwaarden op aandelen (al dan niet beursgenoteerd). Deze stuitte evenwel op een veto haar partners binnen de meerderheid. Na hevige discussies in dit verband heeft de regering in de zomer van 2017 uiteindelijk ingestemd met een belasting, niet op de toename van het vermogen (de meerwaarde), maar op het vermogen zelf : de taks op de effectenrekeningen.
De vrijstelling van meerwaarden op aandelen is zeker en vast een sterk punt om rijke individuen (de bekende "High Net Worth Individuals") en ondernemers naar ons grondgebied te lokken. Des te meer daar de andere lidstaten van de Europese Unie de meerwaarden op aandelen belasten…,zelfs onze Luxemburgse buren ! Zo worden in het Groothertogdom, de meerwaarden op zogenaamde "speculatieve" aandelen (verwezenlijkt binnen de 6 maand) belast aan ongeveer 40%, terwijl de meerwaarden op significante participaties wordt onderworpen aan een belasting van ongeveer 20%. Het fiscale gras is dus niet noodzakelijk groener aan de overkant. Het is dan ook niet toevallig dat België een onthaalland is voor gefortuneerde particulieren (afkomstig van Nederland of Frankrijk).
De belasting op roerende meerwaarden zal hoogstwaarschijnlijk een van de pistes zijn die zal worden onderzocht door de nieuwe regering om de staatskas spijzen, na de volgende verkiezingen van de maand mei 2019.
Meerdere elementen pleiten in het voordeel van het invoeren van dergelijke maatregel :
Mijn inziens kan de belasting op meerwaarden enkel worden overwogen binnen een grondige hervorming van onze fiscaliteit. Afzonderlijk genomen bestaat inderdaad het risico dat deze belasting een kapitaalsvlucht, het penaliseren van risicokapitaal en het ontmoedigen van investeringen tot gevolg zou kunnen hebben.