Wet van 2 mei 2019 houdende diverse fiscale bepalingen 2019-I. (1)

Deze wet (BS van 15 mei 2019) bevat diverse fiscale bepalingen, die de nodige verduidelijkingen en technische wijzigingen aanbrengen.


Drie onderdelen


In het eerste onderdeel worden een aantal wijzigingen aangebracht op het vlak van inkomstenbelastingen, waaronder een uniformisering van de belastbare meerwaarde van voertuigen in de personenbelasting en vennootschapsbelasting, een afzonderlijke belasting van vakantiegeld uit prestaties in de horeca, de toevoeging van de vereffenaar als gelijkgestelde schuldenaar in geval van een subsidiaire aanslag en een hele reeks tekstuele aanpassingen. Wat de tekstuele aanpassingen betreft, worden de fiscale bepalingen afgestemd op het feit dat het Bijzonder Beschermingsfonds werd gewijzigd in het Garantiefonds. Daarnaast worden de verwijzingen naar een reeds opgeheven wet betreffende de controle van verzekeringsondernemingen vervangen door de geldende wet.


Het tweede onderdeel bestaat uit diverse wijzigingen die worden aangebracht in de verschillende wetboeken. Die wijzigingen betreffen de bekrachtiging van besluiten door een wet. De wet tot bevestiging van het koninklijk besluit moet voortaan enkel worden voorgelegd aan de Kamer van volksvertegenwoordigers en de termijn waarin die besluiten bij wet moeten worden bekrachtigd, wordt eenvormig vastgesteld op twaalf maanden.


Het derde onderdeel bevat verscheidene fiscale bepa- lingen betreffende het Wetboek van de inkomstenbelastingen, het btw-Wetboek, de wet van 25 december 2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting en enkele tekstaanpassingen aan het Wetboek successierechten. Zo bepaalt men onder andere dat een ingebonden dagboek niet langer genummerd en geparafeerd moet worden door een bevoegde ambtenaar, dat het landenrapport (van een multinationale groep) slechts opnieuw moet ingediend worden indien er een wijziging plaatsvindt van de moederentiteit (en dus niet meer jaarlijks) en wordt de wet tot hervorming van de vennootschapsbelasting louter op enkele technische punten gewijzigd.

Voorts wordt in uitzicht gesteld dat de bepaling betreffende de “valse” hybride voertuigen niet alleen van toepassing is op de voertuigen die vanaf 1 januari 2018 zijn gekocht, maar ook op de voertuigen die vanaf die datum zijn geleased of gehuurd.


Knelpunten !
  • Meerwaarden voertuigen (artikelen 2 en 3,van toepassing vanaf aanslagjaar 2019 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018);
  • Verplichting tot het houden van een dagboek (art. 34);
  • Meldingsplicht van elke Belgische groepsentiteit van een multinationale groep, die een landenrapport moet indienen (art. 35 van toepassing voor rapporteringsperiodes die eindigen op 31 december 2019 of later);
  • Btw-vrijstelling met betrekking tot diplomatiek en consulair personeel (artikel 50);

Meer informatie ?


Mots clés