Hoewel de opzeggingstermijn van werknemers die tijdelijk werkloos zijn om economische redenen geschorst wordt, bestaat er geen dergelijke bepaling voor werknemers die tijdelijk werkloos zijn wegens overmacht.
Het wetsvoorstel bevestigt de mogelijkheid voor de werkgever en de werknemer om de arbeidsovereenkomst tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid COVID-19 te beëindigen. Het wetsvoorstel voorziet dat wanneer het ontslag wordt gegeven door de werkgever, de opzeggingstermijn niet zal lopen tijdens de schorsing.
Twee bijzonderheden op het niveau van de chronologie: een dubbele retroactiviteit
Het wetsvoorstel voorziet:
Het advies van de Raad van State is nog niet beschikbaar maar er werd in de pers bevestigd dat de Raad van State de noodzaak van dergelijke retroactiviteit niet zou inzien en daarom de afschaffing ervan zou aanbevelen.
Het wetsvoorstel zal opnieuw worden besproken. Hoewel het erop lijkt dat het principe van de schorsing van de opzeggingstermijnen momenteel wordt aanvaard, is het in werkelijkheid de “timing” van de inwerkingtreding die het voorwerp van de discussie uitmaakt. Wordt vervolgd…
Bron: Beci.be