Deze circulaire heeft betrekking op de voorwaarde van de erkenning van een vennootschap als landbouwonderneming voor de toepassing van de fiscale transparantie zoals bedoeld in art. 29, WIB 92.
vennootschapsbelasting ; personenbelasting ; belastbare grondslag in de personenbelasting ; vereniging zonder rechtspersoonlijkheid ; vennootschappen erkend als landbouwonderneming
FOD Financiën, 15.07.2022
Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Vennootschapsbelasting
Inhoudstafel
I. Fiscale transparantie
II. Erkenning als landbouwonderneming
III. Problematiek
IV. Administratieve tolerantie
V. Omvorming van een op de dag van de inwerkingtreding van het WVV bestaande landbouwvennootschap
1. De vennootschappen die erkend zijn als landbouwonderneming zoals bedoeld in art. 8:2 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), en die de vorm hebben van een vennootschap onder firma (VOF) of van een commanditaire vennootschap (CommV), worden, behalve indien ze voor de heffing van de VenB hebben gekozen, voor de toepassing van art. 29, § 1, WIB 92, beschouwd als verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid (1). Dat betekent dat de opnemingen van de vennoten of leden en hun deel in de verdeelde of onverdeelde winst of baten, worden beschouwd als winst of baten van de vennoten of leden (2).
(1) Art. 29, § 2, 2°, WIB 92.
(2) Art. 29, § 1, WIB 92.
2. Het WVV heeft onder meer bepaalde vennootschapsvormen, waaronder de landbouwvennootschap, afgeschaft. De vennootschappen die hoofdzakelijk de uitbating van een landbouwactiviteit tot doel hebben (VOF, CommV, BV, CV) (3) moeten voortaan erkend worden als landbouwonderneming onder de voorwaarden die de Koning bepaalt.
Vanaf het moment dat ze erkend zijn als landbouwonderneming, voegen ze het woord ’landbouwonderneming’ toe aan de benaming van hun rechtsvorm en worden ze respectievelijk aangeduid met de afkorting VOFLO, CommVLO, BVLO en CVLO (4).
(3) Vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap, besloten vennootschap en coöperatieve vennootschap.
(4) Zie het voormelde art. 8:2, WVV.
3. De voorwaarden voor de erkenning als landbouwonderneming zijn vastgesteld in het KB 28.06.2019 (5). De vennootschappen zoals bedoeld in art. 8:2, WVV, moeten die aanvraag tot erkenning indienen bij de FOD Economie, volgens de bepalingen van art. 3 van dat KB. In de praktijk wordt de erkenning verleend vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de indiening van de aanvraag tot erkenning.
(5) Koninklijk Besluit van 28.06.2019 tot vaststelling van de voorwaarden van de erkenning als landbouwonderneming en als sociale onderneming, BS 11.07.2019.
4. Als absolute voorwaarde voor de toepassing van de fiscale transparantie van art. 29, WIB 92, moeten de vennootschappen die de vorm hebben van een VOF of van een CommV en die hoofdzakelijk de uitbating van een landbouwactiviteit tot doel hebben, vooraf hun erkenning als landbouwonderneming verkrijgen van de FOD Economie.
5. Zoals hiervoor is vermeld in nr. 3, treedt de erkenning in werking op een latere datum dan de datum van de indiening van de aanvraag tot erkenning door de vennootschap. In het geval van een nieuw opgerichte vennootschap is niet voorzien dat die erkenning met terugwerkende kracht ingaat vanaf de datum van haar oprichting.
6. Omdat die erkenning geen terugwerkende kracht heeft, zal een nieuwe vennootschap in de periode tussen haar oprichting en haar erkenning als landbouwonderneming, op fiscaal vlak van rechtswegeonderworpen zijn aan de VenB. Bovendien valt de vennootschap, bij haar erkenning en de daaropvolgende overgang naar het regime van art. 29, WIB 92, onder de bepalingen van art. 210, § 1, 7°, WIB 92, aangezien die gebeurtenis gelijkgesteld wordt met een vereffening.
7. Om die onvolkomen situaties die de fiscale wetgever niet heeft gewild, te vermijden, is de administratie van mening dat een nieuw opgerichte vennootschap, die uiterlijk op de laatste dag van haar eerste boekjaar haar erkenning als landbouwonderneming heeft verkregen, op fiscaal vlak geacht wordt voor het hele belastbare tijdperk met betrekking tot dat boekjaar als landbouwonderneming te zijn erkend. Het regime van de fiscale transparantie zoals bedoeld in art. 29, WIB 92, zal dus in principe van toepassing zijn voor het hele belastbare tijdperk vanaf de oprichting van de vennootschap die eenaanvraag tot erkenning heeft ingediend en dat voor het volledige belastbare tijdperk.
8. Die administratieve tolerantie is geldig voor zover tijdens dat belastbare tijdperk de erkenning als landbouwonderneming niet geweigerd of ingetrokken wordt volgens art. 3, vijfde lid en art. 5, KB 28.06.2019. Met andere woorden, de vennootschap moet gedurende het volledige belastbare tijdperk aan alle voorwaarden voor het verlenen van de erkenning voldoen.
9. Aangezien het WVV de landbouwvennootschap als vennootschapsvorm heeft afgeschaft, hebben de op de dag van de inwerkingtreding van het WVV bestaande landbouwvennootschappen de mogelijkheid om zich vóór 01.01.2024 om te zetten in een andere rechtsvorm.
De landbouwvennootschappen die op 01.01.2024 niet zijn omgezet in een andere rechtsvorm, worden op die datum van rechtswege omgezet in een VOF of CommV (6).
(6) Art. 41, § 2, van de wet van 23.03.2019 tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen, BS 04.04.2019.
10. De op de dag van de inwerkingtreding van het WVV bestaande landbouwvennootschappen worden vermoed erkend te zijn als landbouwonderneming. De minister die bevoegd is voor Economie stelt de lijst op van de vennootschappen die worden vermoed erkend te zijn als landbouwonderneming en kan dat vermoeden weerleggen (7).
(7) Art. 42, § 2, van de hiervoor vermelde W 23.03.2019.
11. Bijgevolg zal een op de dag van de inwerkingtreding van het WVV bestaande landbouwvennootschap die het regime van de fiscale transparantie zoals bedoeld in art. 29, WIB 92, geniet, in principe dat regime blijven genieten na de inwerkingtreding van het WVV, zonder formaliteiten te moeten vervullen. Die vennootschappen worden immers vermoed erkend te zijn als landbouwonderneming. Zij zijn opgenomen in bijlage 2 van het MB van 27.08.2019 (8).
Wanneer een vennootschap niet langer is opgenomen in de bijlage zoals vermeld in het vorige lid, blijft zij zonder onderbreking het bedoelde regime van de fiscale transparantie genieten als haar schrapping van die lijst samenvalt met haar inschrijving op de lijst van vennootschappen die erkend zijn als landbouwonderneming.
(8) Ministerieel besluit van 27.08.2019 houdende de lijsten van vennootschappen die worden vermoed erkend te zijn als sociale onderneming of als landbouwonderneming, BS 04.09.2019.
12. Wanneer een vennootschap wordt geschrapt van de lijst van vennootschappen die worden vermoed erkend te zijn als landbouwonderneming zoals bedoeld in bijlage 2 van het voormelde MB 27.08.2019, zonder als landbouwonderneming te zijn erkend, of wanneer zij de rechtsvorm van een BV of CV heeft aangenomen, kan worden aanvaard dat zij aan de VenB zal onderworpen worden voor het volledige boekjaar (belastbare tijdperk) waarin zij van de lijst werd geschrapt of haar nieuwe rechtsvorm van BV of CV heeft aangenomen (9).
(9) Art. 16, KB/WIB 92.
NAMENS DE MINISTER:
Voor de Administrateur-generaal van de Fiscaliteit,
Danny DELVAUX
Adviseur-generaal
Interne ref. : 729.067