Bijna de helft van de Belgische werknemers zou meer flexibiliteit willen, zo blijkt uit een enquête van Ipsos voor Partena Professional. Vooral jonge werknemers zijn vragende partij voor meer flexibiliteit, zowel voor wat de werkplek als wat de werkuren betreft.
Verplicht telewerk is vandaag niet meer aan de orde, maar bij werknemers leeft wel een behoefte aan meer flexibiliteit. Uit een studie van Ipsos in opdracht van Partena Professional blijkt dat 47% van de bevraagde werknemers meer flexibiliteit zou willen.
Jonge werknemers, voor wie telewerk ondertussen vertrouwd is en die gehecht zijn aan een zekere souplesse in de werkuren, zijn meer vragende partij dan hun oudere collega’s. 35% van de 18- tot 24-jarigen en 38% van de 25- tot 34-jarigen wenst effectief meer flexibiliteit in hun werkuren, terwijl zij net tot de leeftijdscategorieën behoren die er al het meest van gebruik kunnen maken. Daarentegen wenst 40% van de 45- tot 54-jarigen en 39% van de 55- tot 65-jarigen geen bijkomende flexibiliteit.
59% van de werknemers die vanwege hun werkgever al over een zekere flexibiliteit beschikken, geven aan dat dit meer mag zijn. Bij de werknemers die niet over flexibiliteit beschikken, zou 34% er wel over willen beschikken, met een voorkeur voor flexibiliteit in de werkuren.
Het begrip flexibiliteit dekt verschillende ladingen: uurregelingen, werkplek, enz. Telewerk is voor veel werknemers vandaag een gewoonte geworden. Partena Professional stelt in zijn enquête vast dat het feit niet “gebonden” te zijn aan een werkplek door veel werknemers als een voordeel wordt beschouwd. Maar wie telewerk zegt, zegt niet noodzakelijk werken van thuis uit.
“Telewerken kan net zo goed op een ander adres dan de woonplaats van de werknemer, bijvoorbeeld bij een vriend of vriendin. Als de werknemer aan telewerk wenst te doen op een andere plaats dan zijn woonplaats, dan zal hij zijn werkgever hiervan op de hoogte moeten brengen en met hem overleggen. Als hij dat niet doet, wordt ervan uitgegaan dat de plaats waar getelewerkt wordt de woonplaats van de werknemer is”, aldus Catherine Mairy, Legal Expert bij Partena Professional.
Opgelet, een noodzakelijke voorwaarde is beschikken over de vereiste uitrusting om zijn werk correct te kunnen uitvoeren.
“Wanneer hij vanuit een andere plaats werkt, heeft de telewerker dezelfde uitrusting nodig als waarover hij thuis beschikt. De telewerker zal dus een draagbare PC en een stabiele internetverbinding van goede kwaliteit moeten hebben”, legt Catherine Mairy uit.
“Ook al doet de werknemer aan telewerk, hij moet bereikbaar blijven tijdens de werkuren. Een werknemer die in zijn functie geregeld in contact komt met klanten, zal tijdens de kantooruren bereikbaar moeten blijven voor die klanten,” onderstreept Catherine Mairy.
Los van de laatste versoepelingen van 7 maart, heeft het overlegcomité de bedrijven ook aangemoedigd om in overleg met de sociale partners telewerk structureel te verankeren “Zeker is dat de coronacrisis de kaarten grondig heeft herschud. Flexibiliteit is essentieel geworden, samen met de werk/privé-balans. Vandaar het belang voor de werknemer om zich ook te kunnen deconnecteren,” besluit Catherine Mairy, Legal Expert bij Partena Professional.
De in dit persbericht vermelde cijfers zijn afkomstig van een enquête door Ipsos in opdracht van Partena Professional bij een gewogen representatieve groep van 1.100 Belgen, waaronder 568 werknemers in België tussen 3 en 9 januari 2022.
De volledige bevraging werd afgenomen bij een steekproef van 1.100 Belgen die representatief is voor de Belgische bevolking. Aangezien de vragen waarop dit artikel gebaseerd is gericht zijn aan mensen in loondienst, stelden we deze vraag ook enkel aan degene die aangegeven hebben dat ze voor hun hoofdberoep fulltime of parttime werkzaam zijn in loondienst, in totaal hebben 568 werkenden deze vraag beantwoord.
Bron : Partena professional, pers, 15 maart 2022