Sedert 2017 is de Nederlandse “Box 3-belasting” van toepassing onder haar huidige vorm. De Box 3-heffing capteert verschillende belastingen in één stelsel, zo is het zowel een inkomsten-, vermogens- als meerwaardebelasting. De heffingsgrondslag betreft een fictief rendement van het totale (netto-) vermogen.(1)
Voor Belgische belastingplichtigen speelt de Box 3-belasting slechts ten belope van hun in Nederland gelegen (en privé gehouden) vastgoed. De belastingplichtige geeft zijn totale netto-vermogen op datum van 1 januari van het jaar waarover de aangifte wordt gedaan op (verminderd met het heffingsvrij vermogen), en vervolgens wordt er per schijf forfaitair bepaald welk aandeel van dat vermogen uit spaargelden afkomstig wordt geacht te zijn (en aldus ‘fictief’ een eerder laag rendement voortbrengt) en welk aandeel wordt geacht beleggingen uit te maken (welke een aanzienlijk hoger ‘fictief’ rendement voort zouden brengen). Het bepaalde fictief rendement wordt dan onderworpen aan een belastingtarief van 31%.
De Nederlandse wetgever gaat er vanuit dat het vermogen van de belastingplichtige voor een bepaald deel bestaat uit spaarcenten respectievelijk beleggingen en koppelt daaraan een specifiek rendement. Dat vermoeden inzake vermogensspreiding gaat volgens velen te ver. Het behoeft geen verder betoog dat de hoogte van de werkelijke rendementen bij spaarproducten en beleggingsproducten wel heel anders liggen, terwijl men onweerlegbaar wordt vermoed om per vermogensschijf over een bepaald percentage aan beleggingen te beschikken en aldus het daartegenoverstaande rendement te realiseren. Zo’n kleine 200.000 Nederlandse belastingplichtige stelden naar verluidt reeds een bezwaarschrift tegen voornoemde Box 3-belasting in.
Op 24 december 2021 oordeelde de Nederlandse Hoge Raad dat de manier waarop vermogen in Box 3 wordt belast in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Volgens de Hoge Raad mag alleen het werkelijk rendement op het vermogen worden belast.
In welke mate deze vernietiging voor menig Nederlander (of investeerder in Nederlands vastgoed) ook effectief een kerstcadeautje is, is nog onzeker.
Het is met name nog niet geweten in welke mate de Nederlandse staat de gedupeerden zal (moeten) terugbetalen. Daarenboven rijst de vraag of elkeen die teveel vermogensbelasting betaalde in aanmerking zal komen voor een terugvordering van (eventueel een deel van) de (sedert 2017) betaalde Box 3-belasting. Of komt er een andere regeling? Zo zou het naar verluidt ook mogelijk zijn dat enkel de 200.000 “early birds” die reeds actie ondernamen dit voordeel genieten. De Nederlandse belastingdienst stelt dat er uiterlijk op 1 mei een besluit komt in dit verband.
Tot slot verwijzen we nog graag naar een nieuwsbericht vanuit Nederlandse bron: hierin wordt gesteld dat het kabinet een nieuw stelsel wil invoeren dat gebaseerd is op het belasten van het werkelijk rendement. Dit zou ten vroegste vanaf 2025 ingaan. Wij merken op dat hierover reeds enkele jaren geleden voorstellen werden gedaan. Hoe deze nieuwe belasting concreet vorm zal krijgen, moet uiteraard nog afgewacht worden.
We volgen dit alles verder voor u op. Ook bekijken we of deze beslissing een Belgisch staartje zou krijgen. Met specifieke vragen inzake de terugvordering of de nog in te dienen aangifte(s) kunt u in tussentijd uiteraard bij ons kantoor terecht.
(1) De belastbare grondslag bestaat uit het netto-vermogen, zijnde het saldo van de bezittingen verminderd met de lopende (kwalificerende) schulden.
Bron: Cazimir