De Circulaire 2018/C/97 (20.07.2018) betreffende de Belastingvermindering voor de verwerving van nieuwe aandelen van startende ondernemingen (art. 14526, WIB 92) geeft een Commentaar op art. 28 van de wet van 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie (BS 30.03.2018, ed. 2).
Als aan alle voorwaarden is voldaan, genieten burgers die investeren in startende ondernemingen van een belastingvermindering.
Deze vermindering is van toepassing op de uitgaven voor het verwerven van aandelen van startende vennootschappen die worden uitgegeven vanaf 01.07.2015.
Deze vermindering heeft enkele wijzigingen ondergaan.
Zowel de rijksinwoners (onderworpen aan de personenbelasting) als bepaalde niet-rijksinwoners (onderworpen aan en geregulariseerd in de belasting van niet-inwoners/natuurlijke personen) worden beoogd.
Deze maatregel kan echter geen voordeel brengen aan bedrijfsleiders voor de investeringen in de vennootschap waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks hun activiteit van bedrijfsleider uitoefenen.
1. De startende kleine vennootschappen en microvennootschappen moeten aan een reeks voorwaarden voldoen.
Eén van de voorwaarden is dat de vennootschap in het verleden nog geen kapitaalvermindering mag hebben doorgevoerd of dividenden hebben uitgekeerd.
De nieuwe wettekst voorziet voortaan een uitzondering.
Kapitaalverminderingen zijn toch toegestaan indien zij gebeuren ter aanzuivering van een geleden verlies of om een reserve te vormen tot dekking van een voorzienbaar verlies (1).
2. Sinds het begin van de maatregel zijn bedrijfsleiders (2) uitgesloten van de belastingvermindering voor de investeringen in de vennootschap waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks hun activiteit van bedrijfsleider uitoefenen.
De nieuwe wettekst verduidelijkt dat deze uitsluiting in eerste instantie wordt beoordeeld op het ogenblik van de kapitaalinbreng.
Na de inbreng mag de investeerder wel bedrijfsleider worden van de vennootschap waarin hij de kapitaalinbreng heeft gedaan, op voorwaarde dat hij daarvoor geen vergoeding ontvangt.
Wanneer deze voorwaarde niet wordt nageleefd gedurende de 48 maanden volgend op de volstorting van de aandelen van de vennootschap, zal een belastingvermeerdering worden doorgevoerd.
Deze vermeerdering komt overeen met een gedeeltelijke terugname van de voorheen verleende belastingvermindering.
3. Zijn eveneens uitgesloten, de personen die onrechtstreeks een functie van bedrijfsleider uitoefenen:
De nieuwe wettekst verduidelijkt dat deze uitsluiting wordt beoordeeld op het ogenblik van de kapitaalinbreng.
Na de inbreng mag de investeerder wel dergelijke functies uitoefenen. Er is in die gevallen geen terugname van de belastingvermindering voorzien.
4. Het maximumbedrag van 100.000 euro investeringen per belastbaar tijdperk en per persoon is een globaal maximumbedrag voor de twee verminderingen ꞌtax shelterꞌ:
Een belastingplichtige kan dus gedurende hetzelfde belastbare tijdperk meerdere kapitaalinbrengen doen bij meerdere vennootschappen die voldoen aan de voorwaarden van de ene of de andere vermindering. Het bedrag van alle betalingen die voor deze twee verminderingen worden aanvaard, is echter globaal beperkt tot 100.000 euro.
Als een belastingplichtige in 2018, 20.000 euro in een microvennootschap investeert (en alle voorwaarden van artikel 14526, WIB 92, zijn vervuld), 60.000 euro in een kleine vennootschap, opgericht in 2015 (en alle voorwaarden van artikel 14526, WIB 92, zijn vervuld) en nog eens 60.000 euro in een groeibedrijf (in de zin van het nieuwe artikel 14527, WIB 92), zal hij de kapitaalinbrengen die hij aangeeft voor de twee belastingverminderingen moeten beperken tot 100.000 euro. Hij is vrij om te kiezen.
Zo kan hij bijvoorbeeld het volledige bedrag voor de microvennootschap vragen (20.000 euro), het volledige bedrag voor de kleine vennootschap (60.000 euro) en slechts het saldo, nl. 20.000 euro (maximumbedrag (100.000) – reeds gevraagde bedrag (20.000 + 60.000)) voor de belastingvermindering voor de verwerving van nieuwe aandelen van groeibedrijven.
Deze wijzigingen treden in werking vanaf aanslagjaar 2019.
Artikel 14526 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.Artikelen 28 en 39 van de wet van 26.03.2018 betreffende de versterking van de economische groei en de sociale cohesie (Belgisch Staatsblad 30.03.2018, ed. 2).
Interne ref.: 714.954
(1) Het moet gaan om kapitaalverminderingen gedaan in overeenstemming met artikel 318 van het Wetboek van vennootschappen. De reserve die wordt gevormd om een voorzienbaar verlies te dekken, mag niet hoger zijn dan 10 % van het geplaatste kapitaal na de kapitaalvermindering. Behalve in geval van een latere vermindering van het kapitaal mag deze reserve niet aan de vennoten worden uitgekeerd; ze mag slechts worden aangewend voor de aanzuivering van geleden verlies of tot verhoging van het kapitaal door omzetting van reserves (Parlementaire stukken, DOC 54 2839/001, blz. 195).
(2) Beoogd in artikel 32, eerste lid, WIB 92: zaakvoerders, bestuurders, vereffenaars, gelijksoortige functies, zelfstandige directeurs, ...
3) Voorzien in artikel 14527, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Deze belastingvermindering zal afzonderlijk besproken worden.
Bron : Fisconetplus