Na de verkiezingen van 9 juni 2024 zullen veel werknemers hun job moeten combineren met een nieuw politiek mandaat. Maar hoe zit het met hun recht op afwezigheid op het werk om hun politieke ambt uit te oefenen? De Belgische wetgeving regelt deze gevoelige kwestie door middel van het zogenaamde ‘politiek verlof‘.
Catherine Mairy, Legal Expert bij Partena Professional, licht de voorwaarden, duur en vergoeding van dit verlof toe, evenals de ontslagbescherming voor werknemers die politiek actief zijn.
In bepaalde gevallen hebben werknemers die politiek mandaathouder zijn inderdaad het recht om van het werk afwezig te blijven. Dit verlof wordt ‘politiek verlof’ genoemd.
Maar niet elk politiek mandaat geeft recht op politiek verlof!
"Concreet zal de werknemer enkel recht hebben op politiek verlof als hij na de verkiezingen van 9 juni 2024 een van de volgende mandaten uitoefent: voorzitter of lid van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie, voorzitter of lid van de Vlaamse gemeenschapscommissie, voorzitter of lid van de Franse gemeenschapscommissie, voorzitter of lid van het Parlement (Raad) van de Duitstalige Gemeenschap, lid van het uitvoerend college van een van de voornoemde instellingen," legt Catherine Mairy uit. "Hij moet ook bij de aanvang van de uitoefening van zijn mandaat het bewijs daarvan leveren."
Ja! Werknemers die een van de bovenstaande mandaten uitoefenen, mogen maximaal 1 dag per maand afwezig zijn van het werk.
Ze moeten het verlof uiteraard gebruiken voor het doel waarvoor het werd toegekend, d.w.z. om de opdrachten te vervullen die rechtstreeks voortvloeien uit de uitoefening van hun mandaat.
"De werkgever moet een werknemer die afwezig is van het werk wegens politiek verlof inderdaad betalen, maar hij kan bepaalde bedragen terugkrijgen van de betrokken instelling, mits aan bepaalde formaliteiten voldaan wordt," vervolgt Catherine Mairy.
Nee, want een werknemer die kandidaat is voor een van de hierboven vermelde mandaten, is beschermd tegen ontslag.
In de wetgeving wordt voorzien dat hij de werkgever hiervan, per aangetekende brief, op de hoogte moet stellen binnen 6 maanden vóór de verkiezing. De ontslagbescherming vangt aan vanaf het ogenblik waarop deze brief wordt ontvangen.
Als de werknemer verkozen wordt, is hij tegen ontslag beschermd tijdens de hele duur van het mandaat en tijdens de 6 maanden die er onmiddellijk op volgen.
“Wordt de werknemer echter niet verkozen, dan houdt de bescherming op 3 maanden na de verkiezing, voor zover hij daadwerkelijk op de kandidatenlijsten voorkomt (als dat niet het geval is, blijft de werknemer beschermd tegen ontslag tot aan de verkiezing). Als de werkgever deze werknemer tijdens de beschermingsperiode ontslaat zonder een reden te rechtvaardigen die vreemd is aan het feit dat de werknemer kandidaat is of een politiek mandaat uitoefent, moet hij hem een beschermingsvergoeding betalen die gelijk is aan 6 maanden loon," besluit Catherine Mairy.