Circulaire 2018/C/108 over de investeringsaftrek

Op 06/09/2018 publiceerde de Algemene Administratie van de Fiscaliteit een omzendbrief inzake Bespreking van de wijzigingen van de investeringsaftrek voor natuurlijke personen door de wet van 25.12.2017 tot hervorming van de vennootschapsbelasting


I. Inleiding

Deze circulaire bespreekt de art. 12, 13, 86, A (pro parte) en 89 van de W 25.12.2017 tot hervorming van de Ven.B (BS 29.12.2017), wat de natuurlijke personen betreft.

Met die bepalingen heeft de wetgever:

  • het basispercentage van de investeringsaftrek tijdelijk verhoogd van 8 % naar 20 %
  • de verhoogde gespreide investeringsaftrek voor productiemiddelen van hoogtechnologische producten weer ingetrokken
  • art. 70, WIB 92 herordend (zonder inhoudelijke wijziging).


II. Wetteksten

A. W 25.12.2017 tot hervorming van de Ven.B

Artikel 12

Artikel 69, § 1, eerste lid, 1°, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 26 december 2015, wordt aangevuld met een zin, luidende :

"Evenwel bedraagt het basispercentage van de aftrek 20 pct., voor de vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019.".


Artikel 13

Artikel 70 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij de wet van 16 april 1997, vervangen bij de wet van 26 december 2015 en waarvan deze vervanging wordt ingetrokken bij artikel 89 van deze wet, wordt vervangen als volgt :

"Art. 70. De belastingplichtigen kunnen desgewenst de investeringsaftrek spreiden over de afschrijvingsperiode van de verkregen of tot stand gebrachte vaste activa, wanneer de over de afschrijvingsperiode van de vaste activa te spreiden investeringsaftrek betrekking heeft op de vaste activa die worden gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect op het leefmilieu hebben of die het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk proberen te beperken.

In dat geval wordt de aftrek eenvormig vastgesteld op het in artikel 69, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde basispercentage verhoogd met 17 percentpunten en wordt hij berekend op de afschrijvingen die voor elk belastbaar tijdperk van de afschrijvingsperiode worden aangenomen.

Wat de andere vaste activa betreft kunnen de belastingplichtigen die op de eerste dag van het belastbaar tijdperk waarin deze vaste activa zijn aangeschaft of tot stand gebracht minder dan 20 werknemers tewerkstellen, ervoor kiezen de investeringsaftrek te spreiden over de afschrijvingsperiode van deze andere aangeschafte of tot stand gebrachte vaste activa. In dat geval wordt de aftrek eenvormig vastgesteld op het in artikel 69, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde basispercentage verhoogd met 7 percentpunten en wordt hij berekend op de afschrijvingen die voor elk belastbaar tijdperk van de afschrijvingsperiode worden aangenomen.".


Artikel 86, A

De artikelen (…) 13 (…) treden in werking op 1 januari 2018 en zijn van toepassing vanaf aanslagjaar 2019 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 1 januari 2018.


Artikel 89

Afdeling 4 van hoofdstuk 1 van titel 3 van de wet van 26 december 2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht, die de artikelen 95 tot 101 bevat, wordt ingetrokken.


B. Gecoördineerde wetteksten

Artikel 69, § 1, eerste lid, 1°, WIB 92

De investeringsaftrek komt in mindering van de winst of de baten van het belastbare tijdperk waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht en wordt als volgt bepaald:

het basispercentage van de aftrek bedraagt 8 pct. Evenwel bedraagt het basispercentage van de aftrek 20 pct., voor de vaste activa die zijn verkregen of tot stand gebracht tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019.

Artikel 70, WIB 92


De belastingplichtigen kunnen desgewenst de investeringsaftrek spreiden over de afschrijvingsperiode van de verkregen of tot stand gebrachte vaste activa, wanneer de over de afschrijvingsperiode van de vaste activa te spreiden investeringsaftrek betrekking heeft op de vaste activa die worden gebruikt ter bevordering van het onderzoek en de ontwikkeling van nieuwe producten en toekomstgerichte technologieën die geen effect op het leefmilieu hebben of die het negatieve effect op het leefmilieu zoveel mogelijk proberen te beperken.

In dat geval wordt de aftrek eenvormig vastgesteld op het in artikel 69, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde basispercentage verhoogd met 17 percentpunten en wordt hij berekend op de afschrijvingen die voor elk belastbaar tijdperk van de afschrijvingsperiode worden aangenomen.

Wat de andere vaste activa betreft kunnen de belastingplichtigen die op de eerste dag van het belastbaar tijdperk waarin deze vaste activa zijn aangeschaft of tot stand gebracht minder dan 20 werknemers tewerkstellen, ervoor kiezen de investeringsaftrek te spreiden over de afschrijvingsperiode van deze andere aangeschafte of tot stand gebrachte vaste activa. In dat geval wordt de aftrek eenvormig vastgesteld op het in artikel 69, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde basispercentage verhoogd met 7 percentpunten en wordt hij berekend op de afschrijvingen die voor elk belastbaar tijdperk van de afschrijvingsperiode worden aangenomen.


III. Commentaar

A. Tijdelijke verhoging van het basispercentage

Om de economie een boost te geven door een heropleving van de investeringen heeft de wetgever het in art. 69, § 1, eerste lid, 1°, WIB 92 vermelde basispercentage van de investeringsaftrek tijdelijk verhoogd van 8 % naar 20 %.

Die verhoging is van toepassing op vaste activa verkregen of tot stand gebracht tussen 1.1.2018 en 31.12.2019, ongeacht het aanslagjaar verbonden aan het belastbaar tijdperk waarin die activa zijn verkregen of tot stand gebracht.


Tijdens de periode van die tijdelijke verhoging is het mogelijk dat het verhoogdebasispercentage van 20 % hoger uitvalt dan het in art. 69, § 1, eerste lid, 2°, WIB 92 bedoelde verhoogde percentage voor:

  • investeringen in octrooien
  • milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling
  • energiebesparende investeringen
  • investeringen in rookafzuig- of verluchtingssystemen in horeca-inrichtingen
  • digitale investeringen gedaan door natuurlijke personen die voor het aanslagjaar verbonden aan het belastbare tijdperk waarin die investeringen zijn gedaan, op overeenkomstige wijze beantwoorden aan de in art. 15, §§ 1 tot 6, Wetboek van Vennootschappen bepaalde criteria voor kleine vennootschappen.


Voor aanslagjaar 2019 bedraagt het in art. 69, § 1, eerste lid, 2°, WIB 92, bedoelde verhoogde percentage voor die investeringen bijvoorbeeld maar 13,5 %.

In dergelijke gevallen mag in plaats van het in art. 69, § 1, eerste lid, 2°, WIB 92, bedoelde verhoogde percentage het tijdelijk verhoogde basispercentage van 20 % worden toegepast.


De tijdelijke verhoging geldt alleen voor de eenmalige investeringsaftrek en mag dus niet worden toegepast bij de gespreide investeringsaftrek bedoeld in art. 70, WIB 92.


Voorbeeld

Een horeca-uitbater (natuurlijke persoon) heeft in de loop van zijn boekjaar lopend van 1.7.2017tot 30.6.2018, volgende investeringen gedaan waarvoor hij recht heeft op de investeringsaftrek:

  • op 10.10.2017: 2 nieuwe keukentoestellen
  • op 15.2.2018: nieuw zaalmeubilair
  • op 30.5.2018 een nieuw verluchtingssysteem in de rookkamer.


Voor aanslagjaar 2019 kan hij aanspraak maken op de volgende percentages van de investeringsaftrek:

  • 8 % voor de keukentoestellen (basispercentage voor investeringen gedaan vóór 1.1.2018)
  • 20 % voor het zaalmeubilair (basispercentage voor investeringen gedaan tussen 1.1.2018 en 31.12.2019)
  • 20 % voor het verluchtingssysteem in de rookkamer (basispercentage voor investeringen gedaan tussen 1.1.2018 en 31.12.2018 aangezien dat gunstiger is dan het verhoogde percentage van 13,5 % voor rookafzuig- en verluchtingssystemen in horeca-inrichtingen).


B. Intrekking van de verhoogde gespreide investeringsaftrek voor productiemiddelen van hoogtechnologische producten

Met de W 26.12.2015 houdende maatregelen inzake versterking van jobcreatie en koopkracht (BS 30.12.2015) had de wetgever de (met 10 %) verhoogde gespreide investeringsaftrek voor milieuvriendelijke investeringen voor onderzoek en ontwikkeling, uitgebreid tot de investeringen in productiemiddelen van hoogtechnologische producten op voorwaarde dat de productie nieuw is en dat die producten rechtstreeks of onrechtstreeks verhoogde uitgaven in onderzoek en ontwikkeling toevoegen op het moment van de eerste serieproductie (art. 70, WIB 92, zoals vervangen door art. 95 van bovenvermelde W 26.12.2015).

In diezelfde wet werd de Koning o.a. ook opgedragen om:

  • de aard te bepalen van de vaste activa die voor die verhoogde investeringsaftrek in aanmerking zouden komen
  • de kenmerken te bepalen waaraan die vaste activa en de eruit voortkomende hoogtechnologische producten zouden moeten voldoen


(art. 77, WIB 92, zoals gewijzigd door art. 96 van bovenvermelde W 26.12.2015).

De inwerkingtreding van die wetswijzigingen was voorzien voor investeringen aangeschaft of tot stand gebracht vanaf 01.01.2016 op voorwaarde dat uit een beslissing genomen door de Europese Commissie zou blijken dat die maatregel geen onverenigbare staatssteun vormt als bedoeld in art. 107 van het Verdrag betreffende de werking van de EU (art. 100 van bovenvermelde W 26.12.2015).


Aangezien die beslissing van de Europese Commissie er nooit is gekomen, heeft de wetgever beslist om die wetswijzigingen weer in te trekken (zie art. 89, W 25.12.2017 tot hervorming van de Ven.B).


C. Herordening van art. 70, WIB 92

De door art. 95 van bovenvermelde W 26.12.2015 doorgevoerde herordening van art. 70, WIB 92 heeft de wetgever echter wel hernomen, maar nu zonder de inhoudelijke wijziging voor de investeringen in productiemiddelen van hoogtechnologische producten (zie art. 70, WIB 92, zoals vervangen door art. 13, W 25.12.2017 tot hervorming van de Ven.B).


IV. Inwerkingtreding

A. Tijdelijke verhoging van het basispercentage

De verhoging van het in art. 69, § 1, eerste lid, 1°, WIB 92 bedoelde basispercentage van de investeringsaftrek is van toepassing op vaste activa verkregen of tot stand gebracht tussen 1.1.2018 en 31.12.2019, ongeacht het aanslagjaar verbonden aan het belastbaar tijdperk waarin die activa zijn verkregen of tot stand gebracht.


B. Intrekking van de verhoogde gespreide investeringsaftrek voor productiemiddelen van hoogtechnologische producten

Voor de intrekking van de verhoogde gespreide investeringsaftrek voor productiemiddelen van hoogtechnologische producten is geen specifieke inwerkingtreding bepaald omdat de ingetrokken maatregel nooit uitwerking heeft gehad.


C. Herordening van art. 70, WIB 92

De herordening (zonder inhoudelijke wijziging) van art. 70, WIB 92 is in werking getreden op 1.1.2018 en is van toepassing vanaf aanslagjaar 2019 voor zover dat aanslagjaar verbonden is aan een belastbaar tijdperk aangevangen vanaf 1.1.2018.


Bron: Fisconet plus


Mots clés

Articles recommandés

Hervorming van de investeringsaftrek vanaf 1 januari 2025

Hervorming van de investeringsaftrek