Circulaire 2020/C/110 over de fiscale vrijstelling voor vrijwillige overuren in kritieke sectoren in het kader van de COVID-19-pandemie

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 27/08/2020 de circulaire 2020/C/110.

Eerste commentaar op de fiscale vrijstelling voor bezoldigingen met betrekking tot 120 vrijwillige overuren die bij de werkgevers die tot de kritieke sectoren behoren werden gepresteerd tijdens de periode van 01.04.2020 tot en met 30.06.2020.


Inhoudstafel

I. Inleiding
II. Bespreking

1. Normale regeling voor vrijwillige overuren op arbeidsrechtelijk vlak
2. Tijdelijke maatregel in het kader van COVID-19

III. Duurtijd van de maatregel
IV. Wetgeving


I. INLEIDING

1. De coronacrisis leidt ertoe dat zowel in de lockdownperiode als bij de heropstart van de economie in bepaalde sectoren tijdelijk overuren worden gepresteerd om te voldoen aan de extra werkdruk.

2. Op arbeidsrechtelijk vlak werden een aantal maatregelen genomen om de vlotte arbeidsorganisatie en de tewerkstelling in de cruciale sectoren en essentiële diensten te garanderen tijdens de COVID-19-pandemie. Ter ondersteuning hiervan werden ook een aantal fiscale (en sociaalrechtelijke) maatregelen genomen.

3. Eén van deze fiscale maatregelen betreft de invoering van een vrijstelling voor bezoldigingen met betrekking tot 120 vrijwillige overuren die bij de werkgevers die tot de kritieke sectoren behoren werden gepresteerd tijdens de periode van 01.04.2020 tot en met 30.06.2020.


II. BESPREKING
1. Normale regeling voor vrijwillige overuren op arbeidsrechtelijk vlak

4. Sinds begin 2017 voorziet het arbeidsrecht (1) dat werknemers maximum 100 vrijwillige overuren kunnen presteren per jaar.

(1) Art. 25bis van de Arbeidswet van 16.03.1971.

Deze overuren moeten niet noodzakelijk worden gemotiveerd door een buitengewone vermeerdering van werk of een onvoorziene noodzakelijkheid.

Voorafgaandelijk aan het presteren van deze uren, moet de werknemer een schriftelijke overeenkomst sluiten met zijn werkgever. Dat akkoord is zes maanden geldig en kan worden vernieuwd.

Deze overuren geven in principe recht op een overloon, maar worden niet ingehaald door de werknemer (geen inhaalrust).


2. Tijdelijke maatregel in het kader van COVID-19

5. De wet van 27.03.2020 (2) machtigde de koning om aanpassingen door te voeren met het oog op de goede organisatie van de ondernemingen en de continuïteit van de kritieke sectoren.

(2) Wet van 27.03.2020 die machtiging verleent aan de koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) (BS 30.03.2020, tweede editie).

6. In uitvoering daarvan werd het bijzondere-machtenbesluit nr. 14 (3) gepubliceerd, dat een aantal ondersteunende maatregelen op arbeidsrechtelijk vlak bevat die tot doel hebben een vlotte arbeidsorganisatie in de kritieke sectoren te garanderen. Op basis van artikel 2, § 1 van dat bijzondere machtenbesluit wordt het maximum van 100 vrijwillige overuren per jaar (4), voor de periode van 01.04.2020 tot en met 30.06.2020 verhoogd tot 220 uren bij de werkgevers die tot de kritieke sectoren behoren.

(3) Bijzondere-machtenbesluit nr. 14 van 27.04.2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5° van de wet van 27.03.2020 die machtiging verleent aan de koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot vrijwaring van een vlotte arbeidsorganisatie in de kritieke sectoren (BS 28.04.2020, tweede editie).
(4) Artikel 25bis, § 1, eerste lid van de Arbeidswet van 16.03.1971.

Het bijkomend contingent vrijwillige overuren dat wordt gepresteerd tijdens het tweede kwartaal van 2020 moet niet worden ingehaald door middel van inhaalrust en geeft evenmin recht op de betaling van overloon.

7. Op vlak van het sociale zekerheidsrecht voorziet het koninklijk besluit van 05.06.2020 (BS 24.06.2020) een beperking van het loonbegrip als basis voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen der werknemers voor de netto-vergoedingen voor de 120 bijkomende vrijwillige overuren die tijdens het tweede kwartaal 2020 gepresteerd worden bij werkgevers in de kritieke sectoren in toepassing van artikel 2, § 1 van het hiervoor vermelde bijzondere-machtenbesluit nr. 14 (3).

8. Op fiscaal vlak worden, in afwijking van de artikelen 31, tweede lid, 1° en 32, WIB 92, de volgende bezoldigingen vrijgesteld (5):

de bezoldigingen met betrekking tot 120 vrijwillige overuren die overeenkomstig hoofdstuk 2 van het volmachtenbesluit nr. 14 (3) tijdens de periode van 01.04.2020 tot en met 30.06.2020 werden gepresteerd bij de werkgevers die tot de kritieke sectoren behoren.

(5) Art. 16, § 1, eerste lid, van de wet van 29.05.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 11.06.2020).

9. Voor de toepassing van deze fiscale vrijstelling wordt onder 'kritieke sectoren' verstaan de bedrijven en instellingen die behoren tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 23.03.2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken (6).

(6) Art. 16, § 1, tweede lid van de wet van 29.05.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 11.06.2020).

Het ministerieel besluit van 23.03.2020 werd gewijzigd door het ministerieel besluit van 03.04.2020 (7).

(7) Ministerieel besluit van 23.03.2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken (BS 23.03.2020) en het ministerieel besluit van 03.04.2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23.03.2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken (BS 03.04.2020, editie 2).

Meer precies wordt verwezen naar de cruciale sectoren en de essentiële diensten, zoals opgenomen in de bijlage bij dat besluit, met inbegrip van producenten, leveranciers, aannemers en onderaannemers van goederen, werken en diensten die essentieel zijn voor de uitvoering van de activiteit van deze bedrijven en deze diensten (7).

10. De belastingvermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag (8) en de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing voor overwerk (9) zijn niet van toepassing op het overwerk dat in aanmerking komt voor de in nr. 8 bedoelde vrijstelling (10).

(8) Bedoeld in art. 154bis, WIB 92.
(9) Bedoeld in art. 2751, WIB 92.
(10) Art. 16, § 1, derde lid van de wet van 29.05.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 11.06.2020).

11. De op basis van deze maatregel fiscaal vrijgestelde bezoldigingen en uitkeringen worden vermeld op de berekeningsnota bijgevoegd bij het aanslagbiljet inzake personenbelasting van de genieter (11).

(11) Art. 16, § 1, vierde lid van de wet van 29.05.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 11.06.2020).


III. DUURTIJD VAN DE MAATREGEL

12. De fiscale vrijstelling is van toepassing op de bezoldigingen met betrekking tot 120 vrijwillige overuren die bij de werkgevers die tot de kritieke sectoren behoren werden gepresteerd tijdens de periode van 01.04.2020 tot en met 30.06.2020.


IV. WETGEVING

13. Wet van 29.05.2020 houdende diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 11.06.2020):

Art. 16

'§1. In afwijking van de artikelen 31, tweede lid, 1°, en 32, van hetzelfde Wetboek, worden de bezoldigingen met betrekking tot 120 vrijwillige overuren die overeenkomstig hoofdstuk 2 van het bijzondere-machtenbesluit nr. 14 van 27 april 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot vrijwaring van een vlotte arbeidsorganisatie in de kritieke sectoren, werden gepresteerd tijdens de periode van 1 april 2020 tot en met 30 juni 2020 bij de werkgevers die tot de kritieke sectoren behoren vrijgesteld van inkomstenbelastingen.

Voor de toepassing van het eerste lid, wordt verstaan onder 'kritieke sectoren', de bedrijven en instellingen die behoren tot de cruciale sectoren en de essentiële diensten, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.

De belastingvermindering voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag bedoeld in artikel 154bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de vrijstelling van doorstorten van bedrijfsvoorheffing bedoeld in artikel 2751 van hetzelfde Wetboek zijn niet van toepassing op het overwerk dat in aanmerking komt voor de in het eerste lid bedoelde vrijstelling.

De in het eerste lid bedoelde bezoldigingen en uitkeringen worden vermeld op de berekeningsnota die gevoegd is bij het aanslagbiljet inzake personenbelasting van de genieter.'

Art. 30

'Deze wet treedt in werking op de dag van haar publicatie in het Belgisch Staatsblad met uitzondering van artikel 17 dat uitwerking heeft met ingang van 1 mei 2020, artikelen 18, 19 en 20 die uitwerking hebben met ingang van 1 maart 2020, van artikelen 22, 23 en 26, 1°, die uitwerking hebben met ingang van 13 maart 2020 en van artikelen 24, 25, 26, 2°, en 27 die uitwerking hebben met ingang van 16 maart 2020.'


Bron: Fisconetplus


Mots clés

Articles recommandés

Arizona en de belasting op roerende inkomsten: analyse en vooruitzichten

Bedrijfsfiets moet verplicht vermeld worden op de fiscale fiche

Laat jouw werknemers tijdig hun overuren recupereren!