De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting over de toegevoegde waarde publiceerde op 11/05/2020 de circulaire 2020/C66 betreffende het vrijgesteld vervoer van bepaalde categorieën van personen.
Deze circulaire handelt over de draagwijdte van de vrijstellingen beoogd door artikel 44, § 2, 1°, b) en 2°, van het Btw-Wetboek in het kader van vervoer van zieken, gewonden en mindervaliden.
1. Inleiding
2. Toepassingsgebied van bedoelde bepalingen
A. Toepassing van artikel 44, § 2, 1°, b), van het Btw-Wetboek
B. Toepassing van artikel 44, § 2, 2°, van het Btw-Wetboek
Het vervoer van zieken of gewonden met speciaal daartoe uitgeruste vervoermiddelen is, onder bepaalde voorwaarden, vrijgesteld van de btw op grond van artikel 44, § 2, 1°, b), van het Btw-Wetboek.
De vraag werd gesteld onder welke voorwaarden het vervoer van mindervalide personen kan vrijgesteld zijn.
Deze circulaire heeft tot doel in dit verband de toepassingsvoorwaarden toe te lichten van:
- artikel 44, § 2, 1°, b), van het Btw-Wetboek
- artikel 44, § 2, 2°, van het Btw-Wetboek.
Ze vervangt de beslissing nr. E.T.129.928 van 23.08.2016 om rekening te houden met het onderscheid tussen het dringend patiëntenvervoer en het niet-dringend vervoer.
Overeenkomstig artikel 44, § 2, 1°, b), van het Btw-Wetboek is het vervoer van zieken of gewonden met speciaal daartoe uitgeruste vervoermiddelen (bijvoorbeeld een ziekenwagen, een MUG-helikopter …) vrijgesteld van de btw.
Het Btw-Wetboek noch de btw-richtlijn bepalen welke criteria in aanmerking moeten worden genomen om te definiëren wat wordt bedoeld met 'speciaal daartoe uitgeruste vervoermiddelen'. Inzake de uitrusting van ziekenwagens bestaan nationale criteria voor het dringend ziekenvervoer terwijl de gefedereerde entiteiten bevoegd zijn voor het vaststellen van de uitrustingsvereisten wat het niet-dringend ziekenvervoer betreft.
Ten einde tot een uniforme interpretatie te komen van het toepassingsgebied van artikel 44, § 2, 1°, b), voornoemd neemt de administratie aan dat de vrijstelling van toepassing is voor het vervoer tegen betaling van personen wanneer, cumulatief, voldaan is aan volgende voorwaarden:
- het voertuig is aangepast om personen zowel zittend (in een rolstoel) als liggend (op een draagberrie) te vervoeren;
- het voertuig is uitgerust met een voorziening voor zuurstoftoevoer;
- het vervoer gebeurt in aanwezigheid van een arts, verpleegkundige of van een begeleider (eventueel de bestuurder) houder van een brevet 'hulpverlener-ambulancier' (dringend patiëntenvervoer) of, wat het niet-dringend vervoer betreft, van een erkend ambulancier niet-dringend patiëntenvervoer (1);
- het vervoer van de personen vindt plaats om reden van zorg of diagnose.
(1)Het betreft een paramedisch beroep waarvan de erkenning wordt geregeld bij koninklijk besluit van 14.05.2019 betreffende het beroep van ambulancier niet dringend patiëntenvervoer.
Het vervoer van mindervaliden kan onder dezelfde voorwaarden vrijgesteld worden op grond van deze bepaling.
Op grond van artikel 44, § 2, 2°, van het Btw-Wetboek zijn van de belasting vrijgesteld: 'de diensten en leveringen van goederen die nauw samenhangen met maatschappelijk werk, met sociale zekerheid en met de bescherming van kinderen en jongeren en die worden verricht door publiekrechtelijke lichamen of door andere organisaties die door de bevoegde overheid als instellingen van sociale aard erkend worden'.
Met organisaties erkend door de bevoegde overheid worden beoogd:
- hetzij de instellingen die een formele erkenning genieten, in de gevallen waarin in een formele erkenning door de bevoegde federale, regionale of gewestelijke overheid wordt voorzien
- hetzij de instellingen waarvan de diensten en nauw daarmee samenhangende leveringen van goederen worden verricht in overeenstemming met de voor die instellingen geldende reglementering (beslissing nr. E.T.94.156 van 25.07.2005). Een dergelijke erkenning kan bijvoorbeeld blijken uit een beslissing van de overheid, het feit dat aan de organisatie een subsidie wordt toegekend …
Aangezien het vervoer van personen met verminderde mobiliteit (zieken, gewonden, mindervaliden) wordt aangemerkt als een dienst beoogd in voornoemde bepaling is bedoelde vrijstelling in beginsel van toepassing, voor zover voldaan is aan de voorwaarde inzake erkenning.
Voor de toepassing van deze vrijstelling zijn er geen bijkomende voorwaarden met betrekking tot het vervoer (uitrusting, aanwezigheid begeleider …).
Bron: Fisconetplus