De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting over de toegevoegde waarde publiceerde op 29/06/2020 de circulaire 2020/C/86 betreffende het tijdelijk verlaagde btw-tarief van 6 % voor sommige restaurant- en cateringdiensten.
Deze circulaire becommentarieert de tijdelijke invoering van het btw-tarief van 6 % voor bepaalde restaurant- en cateringdiensten als maatregel die wil bijdragen tot een zo snel mogelijke economische relance van de horecasector na de verplichte sluiting van de horecagelegenheden te wijten aan de pandemie van het virus COVID-19.
Die tariefverlaging is ingevoegd bij het koninklijk besluit van 08.06.2020 tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20.07.1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven met betrekking tot maatregelen ter ondersteuning van de horeca (BS van 12.06.2020).
2. Handelingen waarvoor het btw-tarief tijdelijk wordt verlaagd tot 6 %
4. Kwalificatie en tarief van voorverpakte voeding voor het verbruik ter plaatse
6. Verschaffen ontbijt in het kader van gemeubeld logies - Tarief
7. Aanpassing van het geregistreerd kassasysteem en van de rekeningen of ontvangstbewijzen
8. Termijn van toepassing van de tijdelijke tariefverlaging
Met het oog op een zo snel mogelijke economische relance van de horecasector na de verplichte sluiting van de horecagelegenheden wegens de pandemie van het virus COVID-19, wordt bij koninklijk besluit van 08.06.2020 (BS van 12.06.2020), in het koninklijk besluit nr. 20 van 20.07.1970 inzake btw-tarieven een artikel 1ter/1 ingevoegd, luidende:
'Art. 1ter/1. In afwijking van artikel 1, worden onderworpen aan het verlaagd tarief van 6 pct. tot en met 31 december 2020, de restaurant- en cateringdiensten, met uitsluiting van het verschaffen van bieren met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 0,5 % vol. en andere dranken met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 % vol.'.
De in fine van voormeld artikel 1ter/1 genoemde bieren en andere dranken, die overigens ook worden vermeld in de uitsluiting in fine van rubriek X van tabel A, van de bijlage bij het bovengenoemde koninklijk besluit nr. 20, worden hierna 'alcoholische dranken' genoemd.
Alle andere dranken die worden verschaft in omstandigheden voor het verbruik ter plaatse en die als restaurant- of cateringdienst (of als onderdeel van een restaurant- of cateringdienst) in voormeld artikel 1ter/1 niet worden uitgesloten van de tijdelijke tariefverlaging, worden hierna 'alcoholvrije dranken' genoemd.
De eenvoudige levering van alcoholvrije dranken wordt overigens evenmin uitgesloten van rubriek X van tabel A, van de bijlage bij het bovengenoemd koninklijk besluit nr. 20 en blijft bijgevolg onderworpen aan het btw-tarief van 6 %.
De beoogde handelingen, waarvoor het toepasselijk btw-tarief tot en met 31.12.2020 wordt verlaagd tot 6 %, zijn geen leveringen in de zin van artikel 10 van het Btw-Wetboek maar bepaalde restaurant- en cateringdiensten, die bedoeld zijn in artikel 18, § 1, tweede lid, 11° van het Btw-Wetboek.
Het betreft meer bepaald :
1. het verschaffen van spijzen in restaurants en cafés en, meer algemeen, in omstandigheden voor het verbruik ter plaatse. Dit zijn restaurant- en cateringdiensten die bedoeld zijn in rubriek I van tabel B van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 inzake btw-tarieven en die zodoende voorheen onderworpen waren aan het tarief van 12 % (tijdelijke tariefverlaging nu van 12 % naar 6 %)
2. het verschaffen van alcoholvrije dranken in restaurants en cafés en, meer algemeen, in omstandigheden voor het verbruik ter plaatse. Dit zijn restaurant- en cateringdiensten die in rubriek I van voormelde tabel B worden uitgesloten van het tarief van 12 % en die zodoende voorheen onderworpen waren aan het tarief van 21 % (tijdelijke tariefverlaging nu van 21 % naar 6 %)
3. het gelijktijdig verschaffen in uitvoering van één dienst, van zowel spijzen als alcoholvrije dranken in restaurants en cafés en, meer algemeen, in omstandigheden voor het verbruik ter plaatse (tijdelijke tariefverlaging nu, wat de spijzen betreft, van 12 % naar 6 % en, wat de alcoholvrije dranken betreft, van 21 % naar 6 %).
Het verschaffen van alcoholische dranken in restaurants en cafés en, meer algemeen, in omstandigheden voor het verbruik ter plaatse, is dus een restaurant- of cateringdienst die, zoals voorheen, verder onderworpen blijft aan het normale btw-tarief van 21 %, ongeacht of hierbij al dan niet ook één van de drie in het vorig lid genoemde prestaties worden verstrekt aan de klant (prestaties die dan een onderdeel zijn van de ruimere restaurant- of cateringdienst en die - in tegenstelling tot de gelijktijdig verschafte alcoholische dranken - wel in aanmerking komen voor de tariefverlaging naar 6 %).
De aard of benaming van de vestiging die de restaurant- of cateringdiensten verricht is niet relevant. Het kan bijgevolg onder meer gaan om de volgende dienstverrichters en vestigingen:
- fastfood en zelfbedieningsrestaurants
- restaurants in theaters (clubs ...), musea en winkelcentra
- kantines en bedrijfsmesses
- hotels of gastenkamers met half- of volpension
- cafetaria's, bars, herbergen, theesalons en discotheken
- foodtrucks, snackbarauto's
- traiteurs, bakkerijen met verbruiksalons
- tijdelijke stands voor verkoop of consumptie tijdens een festival, op een markt, een beurs.
Hieronder vallen ook de restaurant- en cateringdiensten die worden verricht door gespecialiseerde cateraars of door de exploitanten van de bovengenoemde inrichtingen.
Rekening houdend met voormelde tijdelijke tariefverlaging zijn het verstrekken van spijzen, het verstrekken van alcoholvrije dranken en het gezamenlijk verstrekken van spijzen en alcoholvrije dranken, thans steeds onderworpen aan het verlaagd tarief van 6 %, ongeacht of de verstrekte spijzen en/of alcoholvrije dranken het voorwerp zijn van een levering in de zin van artikel 10 van het Btw-Wetboek of van een dienst in de zin van 18, § 1, tweede lid, 11°, van het Btw-Wetboek (1).
(1) Uitzondering vormen bepaalde vis, schaal-, schelp- en weekdieren voor menselijke consumptie die onderworpen zijn aan het btw-tarief van 21 % wanneer ze het voorwerp zijn van een levering in de zin van artikel 10 van het Btw-Wetboek (bv kaviaar en kaviaarsurrogaten en de langoesten en zeekreeften die in rubriek III, van tabel A, van de bijlage bij het bovengenoemde koninklijk besluit nr. 20 uitdrukkelijk worden uitgesloten van het tarief van 6 %).
Anderzijds zijn alcoholische dranken steeds onderworpen aan het normale btw-tarief van 21 %, ongeacht of die dranken het voorwerp zijn van een levering in de zin van artikel 10 van het Btw-Wetboek of van een dienst in de zin van 18, § 1, tweede lid, 11°, van het Btw-Wetboek.
De btw-kwalificatie van de handeling die betrekking heeft op het verstrekken van spijzen en/of dranken (kwalificatie hetzij als levering, hetzij als dienst) blijft desalniettemin van belang voor de regels inzake de plaatsbepaling van de handeling en voor de verplichtingen inzake het geregistreerde kassasysteem.
In verband met dat onderscheid dient dan ook verder rekening te worden gehouden met de eerder gepubliceerde commentaar omtrent het begrip restaurant- en cateringdiensten en de aflijning van die diensten ten opzichte van de loutere levering van spijzen en/of dranken (zie punt 2 van de circulaire 2019/C/26 van 04.04.2019 en punt 2.5.2. van de circulaire 2017/C/70 van 06.11.2017, met uitzondering evenwel van de bepaling van het eerste lid van randnummer 2.5.2.8. van laatstgenoemde circulaire, dat hierna in randnummer 4 wordt geactualiseerd).
Het eerste lid van randnummer 2.5.2.8. van de circulaire 2017/C/70 van 06.11.2017, wordt definitief opgeheven naar aanleiding en met ingang van de inwerkingtreding van voormeld artikel 1ter/1.
Het verschaffen van voorverpakte producten, zoals een pakje chips, een reep chocolade, een worst, een ijsje, voorverpakte kaas- of salamiblokjes, in omstandigheden voor het verbruik ter plaatse, komt met andere woorden als restaurant- of cateringdienst in aanmerking voor de toepassing van het verlaagd tarief van 6 % van voormeld artikel 1ter/1.
Gelet op de kwalificatie als restaurant- of cateringdienst dient de omzet die het verschaffen van die voorverpakte producten in omstandigheden voor het verbruik genereert, te worden meegenomen in de berekening van de drempel van 25.000 euro die bepalend is op het vlak van de verplichtingen inzake het geregistreerde kassasysteem.
Wat voorafgaat betekent dat, voortaan, de belastingplichtigen die gehouden zijn een geregistreerd kassasysteem te gebruiken, een ticket van zo een systeem moeten uitreiken voor het verschaffen van voorverpakte producten ongeacht of ze al dan niet ter plaatse verbruikt worden. De belastingplichtigen die niet gehouden zijn tot het gebruik van een geregistreerd kassasysteem moeten, wat hen betreft, een rekening of ontvangstbewijs bedoeld in artikel 22, § 1, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29.12.1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde uitreiken voor het verschaffen van voorverpakte producten wanneer deze bestemd zijn voor verbruikt ter plaatse.
Ofschoon het verschaffen door begrafenisondernemers van spijzen of dranken om ter plaatse te worden verbruikt, in cijfer 2 van rubriek XXXIV van tabel A, van de bijlage bij het bovengenoemd koninklijk besluit nr. 20 uitdrukkelijk wordt uitgesloten, kan die dienst vanaf 08.06.2020 het verlaagd tarief van 6 % van voormeld artikel 1ter/1 genieten, uiteraard slechts in de mate dat die geen betrekking heeft op alcoholische dranken.
De restaurantdienst onder de vorm van een ontbijt dat een hotelhouder verstrekt aan zijn gasten in het kader van het door die hotelhouder aan zijn gasten verschafte gemeubeld logies, kan integraal verder het verlaagd tarief van 6 % genieten overeenkomstig cijfer 1 van rubriek XXX van tabel A, van de bijlage bij het bovengenoemd koninklijk besluit nr. 20.
Door het verlaagd btw-tarief van 6 % voor de restaurant- en cateringdiensten bedoeld in voormeld artikel 1ter/1 is een aanpassing nodig van enerzijds de programmatie van het geregistreerd kassasysteem en anderzijds van de rekening of het ontvangstbewijs (btw-bonnetje) dat aan de klant moet uitgereikt worden.
Wat de geregistreerde kassasystemen betreft, zal de programmatie zo snel mogelijk moeten aangepast worden zodat rekening wordt gehouden met de verlaging van het btw-tarief van 12 % naar 6% voor de restaurant- en cateringdiensten en van 21% naar 6% voor de alcoholvrije dranken. De aandacht wordt gevestigd op het feit dat de algemeen gebruikte codes met name ‘A’ voor het tarief van 21%, ‘B’ voor het tarief van 12%, ‘C’ voor het tarief van 6% et ‘D’ voor het tarief van 0%, niet moeten aangepast worden. Enkel de verdeling van de leveringen van goederen en van de verstrekte diensten over de verschillende tarieven moet aangepast worden (naar gelang het van toepassing zijnde tarief). In afwachting van deze aanpassing kan een herberekening a posteriori van de verschuldigde btw – aan het tarief van 6% in plaats van aan de tarieven van 12% of 21% naar gelang het geval – uitgevoerd worden (bijvoorbeeld door de boekhouder) voor de periode van 08.06.2020 tot de effectieve aanpassing van het geregistreerd kassasysteem en dit op basis van de gegevens geregistreerd in het systeem (o.a. dagrapporten). Het spreekt voor zich dat met betrekking tot deze herberekening voldoende bewijskrachtige en gedetailleerde gegevens met het oog op controle moeten worden bewaard gedurende de termijn van de wettelijke bewaring van zeven jaar bedoeld in artikel 60, § 4, van het Btw-Wetboek.
De rekeningen en ontvangstbewijzen bedoeld in artikel 22, § 1, eerste lid, 2°, van voornoemd koninklijk besluit nr. 1, die niet het voorgedrukte vakje bevatten voor het tarief van 6% moeten manueel worden aangepast door de vermelding “12%” te doorstrepen en te vervangen door “6%”. Gezien het verlaagd btw-tarief van 6% een tijdelijke maatregel is tot 31.12.2020, is er geen reden om nieuwe ontvangstbewijsboekjes te bestellen die een nieuw vakje bevatten voor het tarief van 6%.
Het verlaagd btw-tarief van 6 % van voormeld artikel 1ter/1 is van toepassing op de in dat artikel beoogde restaurant- en cateringdiensten waarvoor de belasting opeisbaar wordt in de periode vanaf 08.06.2020 (datum van inwerkingtreding van de tariefverlaging) tot en met 31.12.2020.
Bron: FOD Financiën