Circulaire 2022/C/75 over de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de bezoldigingen voor studentenarbeid

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 20/07/2022 de Circulaire 2022/C/75 over de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de bezoldigingen voor studentenarbeid.

Addendum bij de circulaire 2021/C/106 van 10.12.2021 over de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de bezoldigingen voor studentenarbeid.


Inhoudstafel

I. Inleiding
II. Overzichtstabel
III. Gecoördineerde tekst van nr. 2.22 van de Bijlage III, KB/WIB 92
IV. Wetgeving (bijkomend)

I. Inleiding

1. De circulaire 2021/C/106 van 10.12.2021 gaat over de bedrijfsvoorheffing die verschuldigd is op bezoldigingen voor studentenarbeid.

In de regel is op dergelijke bezoldigingen maar bedrijfsvoorheffing verschuldigd vanaf het overschrijden van het contingent van 475 uren op jaarbasis, waarop ook geen sociale zekerheid voor werknemers verschuldigd is.

De uren studentenarbeid, gepresteerd in bepaalde trimesters en/of in specifieke sectoren, in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus en de gevolgen van de pandemie, werden onder bepaalde voorwaarden niet meegerekend voor de bepaling van dat contingent. Bijgevolg was op de bezoldigingen voor deze niet in rekening gebrachte uren studentenarbeid ook geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Dit wordt uitvoering toegelicht in voormelde circulaire.

2. Deze maatregel werd intussen tweemaal verlengd, zowel voor het eerste als voor het tweede kwartaal van 2022, en verschilt zoals in het verleden ook nu naargelang de sector waarin de studentenarbeid wordt gepresteerd.

3. Zo tellen de uren studentenarbeid, gepresteerd in het eerste en het tweede kwartaal van 2022 in de zorgsector of in het onderwijs, in hun totaliteit niet mee voor de bepaling van het contingent van 475 uren (1) (2).

Voor de definitie van 'zorgsector' met betrekking tot deze verlenging wordt verwezen naar art. 2 van de wet van 14.02.2022 en naar artikel 2 van de wet van 08.05.2022.

(1) Wet van 14.02.2022 houdende diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (BS 09.03.2022).
(2) Wet van 08.05.2022 houdende verlenging van diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, met betrekking tot de schorsing van de door de werkgever gegeven opzeggingstermijn tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de oorlogssituatie in Oekraïne en met betrekking tot het scholingsbeding (BS 10.06.2022).

4. De uren studentenarbeid, gepresteerd in de andere sectoren, tellen in het eerste kwartaal van 2022 slechts voor 45 uren niet mee voor de bepaling van het contingent van 475 uren (3). In het tweede kwartaal tellen dergelijke uren studentenarbeid wel mee (4).

(3) Wet van 14.02.2022 houdende diverse tijdelijke arbeidsrechtelijke noodmaatregelen om het tekort aan arbeidskrachten ten gevolge van de besmettingen met de omikronvariant te bestrijden (BS 09.03.2022).
(4) De wet van 08.05.2022 voorziet de verlenging voor het tweede kwartaal van 2022 enkel voor de zorgsector en het onderwijs. Geen wettelijke bepaling voorziet een verlenging voor de andere sectoren.

II. Overzichtstabel

5. De in de circulaire 2021/C/106 opgenomen overzichtstabel ziet er nu als volgt uit:

Kwartaal waarvoor de uren studentenarbeid waarop geen sociale zekerheid verschuldigd is, werden gepresteerd

Sector

het onderwijs en de zorgsector

andere sectoren

contingent 475 uren

bedrijfs-voorheffing

contingent 475 uren

bedrijfs-voorheffing

2de kwartaal 2020

uren tellen niet mee (5)

geen (6)

uren tellen niet mee (5)

geen (6)

3de kwartaal 2020

uren tellen wel mee

enkel bij over-schrijding contingent

uren tellen wel mee

enkel bij over-schrijding contingent

4de kwartaal 2020

uren tellen niet mee (7)

geen (8)

uren tellen wel mee

enkel bij over-schrijding contingent

1ste kwartaal 2021

uren tellen niet mee (7)

geen (8)

uren tellen wel mee

enkel bij over-schrijding contingent

2de kwartaal 2021

uren tellen niet mee (9)

geen (10)

uren tellen wel mee

enkel bij over-schrijding contingent

3de kwartaal 2021

uren tellen niet mee (10)

geen (12)

uren tellen niet mee (11)

geen (12)

4de kwartaal 2021

uren tellen wel mee

enkel bij over-schrijding contingent

uren tellen wel mee

enkel bij over-schrijding contingent

1ste kwartaal 2022

uren tellen niet mee (13)

geen (14)

45 uren tellen niet mee (15)

enkel bij over-schrijding contingent, verhoogd met 45 uren (14)

2de kwartaal 2022

uren tellen niet mee (16)

geen (17)

uren tellen wel mee

enkel bij over-schrijding contingent

(5) Artikel 6, bijzondere-machtenbesluit nr. 14 van 27.04.2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27.03.2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot vrijwaring van een vlotte arbeidsorganisatie in de kritieke sectoren (BS 28.04.2020).
(6) Koninklijk besluit van 18.05.2020 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen voor studentenarbeid (BS 26.05.2020).
(7) Artikel 10, wet van 04.11.2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie (BS 13.11.2020).
(8) Koninklijk besluit van 30.11.2020 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen voor studentenarbeid (BS 09.12.2020).
(9) Artikel 35, wet van 02.04.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (1) (BS 13.04.2021).
(10) Koninklijk besluit van 21.04.2021 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid (BS 28.04.2021).
(11) Artikel 27, wet van 04.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 13.07.2021).
(12) Koninklijk besluit van 24.07.2021 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid (BS 03.08.2021).
(13) Artikel 13, wet van 14.02.2022 houdende diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (BS 09.03.2022).
(14) Koninklijk besluit van 23.03.2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in het eerste kwartaal van 2022 en van de vermindering voor overwerk (BS 31.03.2022).
(15) Artikel 11, wet van 14.02.2022 houdende diverse tijdelijke arbeidsrechtelijke noodmaatregelen om het tekort aan arbeidskrachten ten gevolge van de besmettingen met de omikronvariant te bestrijden (BS 09.03.2022).
(16) Artikel 13, wet van 08.05.2022 houdende verlenging van diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, met betrekking tot de schorsing van de door de werkgever gegeven opzeggingstermijn tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de oorlogssituatie in Oekraïne en met betrekking tot het scholingsbeding (BS 10.06.2022).
(17) Koninklijk besluit van 06.06.2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in het tweede kwartaal van 2022 (BS 23.06.2022).

III. Gecoördineerde tekst van nr. 2.22 van de Bijlage III, KB/WIB 92

7. Het nr. 2.22, Bijlage III, KB/WIB 92 (18) luidt na de aanpassingen als volgt:

In afwijking van de vorige regels is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de bezoldigingen betaald of toegekend aan studenten die tewerkgesteld zijn in het kader van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, bedoeld bij titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gedurende 475 aangegeven uren studentenarbeid per kalenderjaar en die overeenkomstig artikel 17bis, §1, van het Koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, niet aan de sociale zekerheidsbijdragen onderworpen zijn.

Om te bepalen of het in het vorige lid vermelde aantal van 475 uren is bereikt, worden niet in rekening gebracht:

a) de uren studentenarbeid die in het eerste kwartaal van 2022 worden gepresteerd bij werkgevers uit de zorgsector en het onderwijs zoals omschreven in artikel 2 van de wet van 14 februari 2022 houdende diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 en niet aan de sociale zekerheidsbijdragen onderworpen zijn;

b) tot 45 uren studentenarbeid die in het eerste kwartaal van 2022 worden gepresteerd bij andere werkgevers dan de in de bepaling onder a) bedoelde werkgevers en niet aan de sociale zekerheidsbijdragen onderworpen zijn;

c) de uren studentenarbeid die in het tweede kwartaal van 2022 worden gepresteerd bij werkgevers uit de zorgsector en het onderwijs zoals omschreven in artikel 2 van de wet van 8 mei 2022 houdende verlenging van diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, met betrekking tot de schorsing van de door de werkgever gegeven opzeggingstermijn tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de oorlogssituatie in Oekraïne en met betrekking tot het scholingsbeding, en niet aan de sociale zekerheidsbijdragen onderworpen zijn.

Op de bezoldigingen voor de overeenkomstig het vorige lid niet in rekening gebrachte uren studentenarbeid is evenmin bedrijfsvoorheffing verschuldigd.

(18) Laatst volledig vervangen bij het koninklijk besluit van 09.12.2021 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (BS 23.12.2021).

IV. Wetgeving (bijkomend)

- Artikel 13, wet van 14.02.2022 houdende diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (BS 09.03.2022).

- Artikel 11, wet van 14.02.2022 houdende diverse tijdelijke arbeidsrechtelijke noodmaatregelen om het tekort aan arbeidskrachten ten gevolge van de besmettingen met de omikronvariant te bestrijden (BS 09.03.2022).

- Koninklijk besluit van 23.03.2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in het eerste kwartaal van 2022 en van de vermindering voor overwerk (BS 31.03.2022).

- Artikel 13, wet van 08.05.2022 houdende verlenging van diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, met betrekking tot de schorsing van de door de werkgever gegeven opzeggingstermijn tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de oorlogssituatie in Oekraïne en met betrekking tot het scholingsbeding (BS 10.06.2022).

- Koninklijk besluit van 06.06.2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in het tweede kwartaal van 2022 (BS 23.06.2022).

Bron: Fisconetplus

Mots clés