De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie publiceerde op 20/02/2022 de Circulaire 2023/C/20 houdende commentaar op het KB van 22.07.2019 en het MB van 23.07.2019 betreffende de elektronische verzending van berichten en lijsten als bedoeld in de artikelen 96 en 97, W.Succ. en artikel 3.13.1.3.7, VCF, ...
Circulaire 2023/C/20 houdende commentaar op het KB van 22.07.2019 en het MB van 23.07.2019 betreffende de elektronische verzending van berichten en lijsten als bedoeld in de artikelen 96 en 97, W.Succ. en artikel 3.13.1.3.7, VCF, alsook het KB van 03.07.2022 en het MB van 04.07.2022 tot wijziging van het voormeld KB van 22.07.2019 en het MB van 23.07.2019
Deze circulaire vervangt de circulaire 2019/C/98
Administratieve commentaar met betrekking tot het koninklijk besluit van 22 juli 2019 en het ministerieel besluit van 23 juli 2019 betreffende de kennisgeving van de lijsten 201 (artikelen 96 en 97 W.Succ.), alsook het koninklijk besluit van 3 juli 2022 en het ministerieel besluit van 4 juli 2022 tot wijziging van het voormeld koninklijk besluit van 22 juli 2019 en het ministerieel besluit van 23 juli 2019 en tot uitbreiding van de verplichting tot kennisgeving van de inlichtingen bedoeld in artikel 1031 van de W.Succ.
Inhoud
2.2. Verzending van de kennisgevingen
2.3. Ontvangst en verzending van de kennisgevingen via een SFTP-verbinding
2.4. Disfunctie van het systeem
2.5. Wijziging van het koninklijk besluit van 31 maart 1936
3.1. Aanvraag van een SFTP-verbinding
3.2. Zipbestand – gestructureerde benaming
3.3. Kennisgeving – gestructureerde benaming
De circulaire 2019/C/98 becommentarieerde het koninklijk besluit van 22 juli 2019 en het ministerieel besluit van 23 juli 2019 betreffende de elektronische verzending van de lijsten 201 en de nadere regels van de elektronische kennisgeving.
Het Belgisch Staatsblad van 11 juli 2022 publiceerde achtereenvolgens het koninklijk besluit van 3 juli 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 juli 2019 betreffende de elektronische verzending van de berichten en lijsten bedoeld in de artikelen 96 en 97 van het Wetboek der successierechten, houdende nadere regels betreffende die kennisgeving en houdende wijziging van artikel 7 van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten en het ministerieel besluit van 4 juli 2022 tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 juli 2019 houdende vaststelling van de nadere regels betreffende de elektronische verzending van de in de artikelen 96 en 97 van het Wetboek der successierechten bedoelde kennisgevingen en lijsten.
Met het oog op de juiste heffing van de successierechten verschuldigd ingevolge het overlijden van rijksinwoners, verplichten de artikelen 96 tot 104 van het Wetboek der Successierechten (W.Succ.) / art. 3.13.1.3.1 en 3.13.1.3.7 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) openbare instellingen en privépersonen tot het overmaken aan de bevoegde ambtenaar van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de FOD Financiën (AAPD) van een lijst met financiële informatie betreffende de nalatenschappen opengevallen en gelokaliseerd in elk van de drie gewesten.
Zo legt de spontane informatieverplichting voorzien in de artikelen 96 en 97, W.Succ. / artikel 3.13.1.3.7., VCF de verplichting op aan de besturen, openbare instellingen, de stichtingen, verenigingen of vennootschappen die in België hun voornaamste instelling, een bijhuis of om het even welke zetel van verrichtingen hebben (art. 96 en 97, W.Succ.; art. 3.13.1.3.7, VCF) en aan de natuurlijke personen die in België gevestigd zijn en die beroepshalve of uit hoofde van hun functie handelen (art. 97, W.Succ.; art. 3.13.1.3.7, VCF) de AAPD te informeren:
over de sommen en waarden ingeschreven, of vertegenwoordigd door een titel, op naam van de overledene of zijn erfgenaam (art. 96, W.Succ; art. 3.13.1.3.7
over de effecten, sommen of waarden die toekomen aan een rechthebbende van de overledene of van zijn echtgenoot (art. 97,W.Succ.; art. 3.13.1.3.7, VCF).
Deze informatieverplichting geldt voor elke verrichting van afgifte (overdracht, teruggave, betaling of overgang) aan de rechthebbenden van de sommen, roerende waarden en voorwerpen waarvan zij schuldenaars zijn tegenover de overledene, of waarvan ze voor zijn rekening houder zijn.
Het KB van 22 juli 2019 en het MB van 23 juli 2019 (die in werking zijn getreden op 1 september 2019) verplichten openbare instellingen en bepaalde privépersonen in hoofde van hun beroep om de lijsten 201 met de financiële informatie op de dag van overlijden bedoeld in de artikelen 96 en 97, W.Succ. mee te delen aan de bevoegde ambtenaar van de AAPD via elektronische wijze.
Het KB van 3 juli 2022 en het MB van 4 juli 2022 breiden deze informatieplicht via elektronische wijze uit tot de mee te delen inlichtingen bedoeld in artikel 103¹ van de W.Succ. (art. 3.13.1.3.7 VCF) en dit vanaf 1 januari 2023.
Artikel 1031, W.Succ. verplicht beroepsverzekeraars die in België hun voornaamste instelling, een bijhuis, een vertegenwoordiger of een om 't even welke zetel van verrichtingen hebben om de fiscale administratie binnen een maand na de dag waarop zij kennis krijgen van een overlijden, op de hoogte te brengen van de gegevens met betrekking tot verzekeringscontracten met als voorwerp roerende goederen (brand, diefstal, enz.) en die door de overledene of diens echtgenoot werden gesloten.
Het KB van 22 juli 2019 bepaalt de wijze waarop kennisgevingen moeten worden verzonden, de manier waarop kennisgevingen moeten worden ontvangen en doorgestuurd, de werkwijze die van toepassing is in geval van een disfunctie van het systeem, wijzigt het artikel 7 van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten en voorziet in een overgangsbepaling (artikel 12) en een datum van inwerkingtreding.
Het MB van 23 juli 2019 specificeert de nadere regels met betrekking tot een SFTP-verbinding (gestructureerde benaming van een kennisgeving, van een zipbestand, de verzendingstermijn van een kennisgeving).
De verschillende KB’s en MB’s werden opgesteld overeenkomstig de artikelen 96, 97 en 103¹, W.Succ. (art. 3.13.1.3.7, VCF). Deze artikelen bepalen dat de Koning kan voorschrijven dat deze lijsten van inlichtingen door instellingen (banken, verzekeringsmaatschappijen, ziekenfondsen) en bepaalde natuurlijke personen (bankiers, wisselagenten, zaakwaarnemers, openbare ambtenaren, notarissen, gerechtsdeurwaarders) via elektronische wijze moeten worden toegezonden aan de AAPD (art. 96, lid 6, W.Succ.; art. 97, lid 7, W.Succ.; art. 103¹, lid 2, W.Succ.; (art. 3.13.1.3.7, VCF)).
De bovengenoemde instellingen moeten deze berichten binnen drie maanden na het overlijden meedelen voor de zogenaamde lijsten “201” beoogd in de artikelen 96 en 97, W.Succ. In afwijking van het voorgaande wordt het bericht overgemaakt binnen een maand na de dag van de kennisname heeft van het overlijden, wanneer die meer dan twee maanden na het overlijden plaats vindt (art. 96, lid 1, W.Succ.; art. 97, lid 1, W.Succ.; art. 3.13.1.3.7, VCF).
Bovendien wordt, in het geval van elektronische berichtgeving, de termijn van drie maanden met een maand verlengd en wordt het bericht binnen de maand na de dag waarop ze kennis hebben van het overlijden, wanneer die meer dan drie maanden na het overlijden plaatsvindt (art. 96, lid 7, W.Succ.; art. 97, lid 8, W.Succ.; art. 3.13.1.3.7, VCF).
Met betrekking tot de inlichtingen bedoeld in artikel 103¹, W.Succ., moeten de bovengenoemde instellingen deze inlichtingen meedelen binnen een maand na de dag waarop zij kennis krijgen van het overlijden van een persoon of van de echtgenoot van de persoon (art. 103¹, lid 1, W.Succ.; art. 3.13.1.3.7, VCF).
De artikelen 96 en 97, W.Succ. voorzien tevens dat de betrokkenen verplicht zijn het rijksregisternummer van de overledene of zijn identificatienummer in het bisregister van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid te vermelden wanneer zij gemachtigd zijn dat nummer te gebruiken (art. 96, lid 5, W.Succ.; art. 97, lid 6, W.Succ.; art. 3.13.1.3.7, VCF).
II. Elektronische verzending van lijsten 201 (KB van 22 juli 2019) en de berichten bedoeld in artikel 103¹ van het Wetboek der successierechten (KB van 3 juli 2022)
Artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 juli 2019 herneemt verschillende definities:
Kennisgeving | De in de artikelen 96 en 97 [en art. 1031] (1), W.Succ. (art. 3.13.1.3.7, VCF) bedoelde berichten en lijsten, in de vorm van een elektronisch bestand in PDF-formaat met een gestructureerde benaming, dat de wettelijk mee te delen informatie bevat |
Zipbestand | Een verliesvrij gecomprimeerd bestand met een gestructureerde benaming dat één of meerdere kennisgevingen bevat, en dat door de verzender op elektronische wijze wordt verzonden aan de bevoegde ambtenaar. |
Verzender | Elke derde die gehouden is een beveiligde elektronische verbinding te gebruiken om aan de verplichtingen opgenomen in de artikelen 96 en 97 [en art. 1031] (2), W.Succ. (art. 3.13.1.3.7, VCF) te voldoen. |
Beheerder | Administratie Rechtszekerheid van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie bij de Federale Overheidsdienst Financiën, die het elektronisch informatie-uitwisselingssysteem beheert. |
SFTP | Secure File Transfer Protocol: een beveiligd protocol dat de uitwisseling van bestanden tussen computers met verschillende besturingssystemen standaardiseert en vergemakkelijkt. |
----------
(1) Toegevoegd door artikel 2 van het KB van 3 juli 2022.
(2) Idem
2.2. Verzending van de kennisgevingen
Het koninklijk besluit van 22 juli 2019 maakt een onderscheid tussen grote en kleine verzenders.
Een grote verzender is hij die in één kalenderjaar meer dan 100 kennisgevingen en lijsten heeft verstuurd op grond van de artikelen 96 en 97 van het W.Succ. (art. 2 van het Koninklijk Besluit van 22 juli 2019).
Sinds 1 maart 2020 zijn grote verzenders gehouden kennis te geven van de lijsten 201 via SFTP-verbinding met behulp van zipbestanden en het opzetten van een SFTP-verbinding te vragen; de verzender mag niet meer dan negen zipbestanden per dag verzenden; het gebruik van de elektronische verbinding, de gestructureerde benaming van elk zipbestand en van elke kennisgeving moeten beantwoorden aan de nadere regels bepaald door de Minister van Financiën (zie III, infra);
Het KB van 3 juli 2022 introduceert twee nieuwigheden:
1) Een verschillende limiet voor kennisgevingen verzonden in toepassing van artikel 103¹, W.Succ., waarbij een grote verzender een verzender is die in een kalenderjaar meer dan 50 kennisgevingen heeft verzonden (art. 3, KB van 3 juli 2022).
Dit onderscheid wordt gerechtvaardigd door het feit dat de kennisgevingen die op grond van artikel 103¹, W.Succ. worden verzonden over het algemeen één enkele verzekeringspolis bevatten, terwijl kennisgevingen op grond van de artikelen 96 en 97, W.Succ. vaak meerdere lijsten per inrichting bevatten.
2) De verplichting voor grote verzenders om, met ingang van 1 januari 2023, de in artikel 103¹, W.Succ. bedoelde inlichtingen via elektronische wijze mee te delen.
Dit geldt alleen voor grote verzenders die reeds een SFTP-verbinding hebben opgezet. De grote verzenders die vallen onder het toepassingsgebid van artikel 2, lid 2 van het KB van 22 juli 2019 moeten vóór 1 februari 2024 het opzetten van een dergelijke verbinding hebben aangevraagd. Totdat deze verbinding is opgezet, moeten zij berichten en lijsten op papier blijven versturen.
De kleine gebruikers zijn niet gehouden tot het gebruik van een SFTP-aansluiting en mogen inlichtingen op papier blijven versturen overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten; het gebruik van e-mail is niet voorzien in het koninklijk besluit van 22 juli 2019, noch in het koninklijk besluit van 3 juli 2022.
2.3. Ontvangst en verzending van de kennisgevingen via een SFTP-verbinding
De ontvangst van de kennisgevingen moet in overeenstemming zijn met de technische voorschriften opgelegd door de Stafdienst ICT van de FOD Financiën. De verzender ontvangt geen technische ontvangstmelding (art. 6, KB van 22 juli 2019).
De AAPD centraliseert alle kennisgevingen, ongeacht de lokalisatie van de nalatenschap.
Vervolgens verstuurt zij de kennisgevingen:
aan het bevoegde kantoor Rechtszekerheid (in het dossier e-SUCC van de betrokken overledene) voor de nalatenschappen gelokaliseerd in het Waals of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
aan de gewestelijke belastingdienst voor de nalatenschappen waarvan de dienst van de belasting overgenomen werd door een gewestelijke administratie (Vlabel: nalatenschappen gelokaliseerd in het Vlaams Gewest); de verzending aan de gewestelijke belastingdienst vermeldt de datum van ontvangst van de kennisgeving (art. 8, KB van 22 juli 2019).
De zip-bestanden en kennisgevingen waarvan de benaming niet overeenstemt met de door de Minister van Financiën vastgestelde structuur (zie 3.2 en 3.3 hieronder), alsook de kennisgevingen die niet de nodige informatie bevatten om het bevoegd kantoor of de bevoegde gewestelijke belastingdienst te kunnen bepalen, worden als niet ontvangen beschouwd. In het laatste geval worden de kennisgevingen teruggestuurd naar de verzender (art. 9, KB van 22 juli 2019). In voorkomend geval kan de boete voorzien bij artikel 130, lid 1 en 4, W.Succ. (art. 3.18.0.0.1, § 1 er, 6°, VCF) toepasselijk zijn.
2.4. Disfunctie van het systeem
In geval van overmacht of disfunctioneren van de SFTP-verbinding worden de berichten en lijsten op papier bezorgd aan de bevoegde adviseur-generaal van de AAPD, ten vroegste (behalve in gevallen van hoogdringendheid) vanaf de 15e werkdag vóór het aflopen van de termijn van 4 maanden na het overlijden (art. 96, laatste lid, W.Succ., art. 97, laatste lid, W.Succ. en art. 10, KB van 22 juli 2019), of vóór het einde van de termijn van één maand na het overlijden (art. 1031, W.Succ. en art. 10, KB van 22 juli 2019).
2.5. Wijziging van het koninklijk besluit van 31 maart 1936
Het koninklijk besluit van 22 juli 2019 wijzigt artikel 7 van het koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten als volgt: behoudens wanneer ze elektronisch moeten worden verzonden, wordt de kennisgeving afgegeven aan de bevoegde adviseur-generaal van het AAPD (art. 11, KB van 22 juli 2019).
III. Nadere regeles betreffende een SFTP-aansluiting (MB van 23 juli 2019 gewijzigd bij MB van 4 juli 2022)
3.1. Aanvraag van een SFTP-verbinding
De aanvraag van de SFTP-verbinding – en ook elke wijziging in de gegevens - wordt vestuurd naar het adres: form201@minfin.fed.be. Ze bevat de volgende gegevens (art. 2, § 3, MB van 23 juli 2019):
de naam van de aanvrager;
hun ondernemingsnummer (als hij er een heeft);
de gegevens van de natuurlijke persoon die optreedt als zijn contactpersoon (naam, voornaam, e-mailadres, telefoon- of gsm-nummer);
zijn publiek IP-adres.
De SFTP-verbinding moet binnen drie maanden na het verzoek worden opgezet. Vanaf het eerste gebruik van deze methode (en uiterlijk vanaf 1 juli van het jaar volgend op het verzoek tot verbinding) gebruikt de verzender uitsluitend de SFTP-verbinding (art. 2, § 5 en 6, MB van 23 juli 2019).
De verzender die de SFTP-verbinding van een andere verzender gebruikt, moet twee ondernemingsnummers doorgeven:
de gestructureerde benaming van het zipbestand bevat het ondernemingsnummer van de verzender wiens verbinding wordt gebruikt;
de benaming van de kennisgeving in het zipbestand bevat het ondernemingsnummer van de verzender waarvan de lijst afkomstig is (art. 6, § 1, MB van 23 juli 2019).
De verzender die deze werkwijze gebruikt, moet aan voormeld e-mailadres melden vanaf welke datum deze werkwijze zal worden gebruikt en deelt de twee respectieve ondernemingsnummers mee (art. 6, § 2, MB van 23 juli 2019).
3.2. Zipbestand – gestructureerde benaming
De gestructureerde benaming van een zip-bestand moet achtereenvolgens de volgende elementen bevatten (art. 3 en 6, § 1, MB van 23 juli 2019):
de alfanumerieke combinatie FORM201, gevolgd door een underscore voor de lijsten en berichten als bedoeld in de artikelen 96 en 97, W.Succ. [en FORM103, gevolgd door een underscore voor de in artikel 103¹, W.Succ. bedoelde berichten] (3);
het ondernemingsnummer van de verzender (of het nummer hem bezorgd door de FOD Financiën (10 cijfers)), indien de verzender geen ondernemingsnummer heeft (bij gebruik van de SFTP-verbinding van een andere verzender, het ondernemingsnummer van die andere verzender), gevolgd door een underscore;
De datum van verzending van het bestand in het formaat JJJJMMDD, gevolgd door een underscore.
het volgnummer van de verzendingen (van 1 tot 9).
----------
(3) Toegevoegd door art. 3 MB van 4 juli 2022.
De grootte van een zip-bestand is beperkt tot maximum 100 megabyte. De gemiddelde grootte van de kennisgevingen in een zipbestand is beperkt tot 300 kilobyte per lijst. De kennisgeving moet in zwart-wit worden afgeleverd (art. 4, MB van 23 juli 2019).
3.3. Kennisgeving – gestructureerde benaming
De gestructureerde benaming van een kennisgeving moet achtereenvolgens de volgende elementen bevatten (art. 5, MB van 23 juli 2019):
de alfanumerieke combinatie, gevolgd door een underscore:
a) FORM201 voor berichten en lijsten bedoeld in de artikelen 96 en 97, W.Succ.;
b) [FORM103] (4) voor berichten bedoeld in artikel 1031, W.Succ.;
In het geval van een verbeterende kennisgeving of lijst wordt de alfanumerieke combinatie FORM201 [of FORM103] (5) vervangen door respectievelijk "FORM201UPD" en ["FORM103UPD"] (6);
het ondernemingsnummer van de verzender (of het nummer van 10 cijfers dat wordt bezorgd door de FOD Financiën, bij gebrek aan een ondernemingsnummer). Als u de SFTP-verbinding van een andere verzender gebruikt, het ondernemingsnummer van de afzender waarvan de lijst afkomstig is, gevolgd door een underscore;
het Rijksregisternummer van de overledene (11 cijfers), gevolgd door een underscore. Als de overledene niet bekend is door een Rijksregisternummer, wordt dit nummer vervangen door zijn geboortedatum in het formaat JJJJMMDD, onmiddellijk gevolgd door de overlijdensdatum in hetzelfde formaat, gevolgd door een underscore;
de time stamp (tijdstip) van het opmaken van de kennisgeving (maximaal 40 tekens, zonder underscore).
----------
(4) Toegevoegd door art. 4 MB van 4 juli 2022.
(5) Idem.
(6) Idem.
Zipbestanden die vanaf 20.00 uur worden ontvangen, worden geacht de volgende dag ontvangen te zijn. In geval van verzending op de laatste dag van de termijn, worden zipbestanden ontvangen vanaf 15.00 uur geacht de volgende dag ontvangen te zijn (art. 7, MB van 23 juli 2019).
Het KB van 22 juli 2019 en het MB van 23 juli 2019 zijn in werking getreden op 1 september 2019.
Sinds 1 maart 2020 zijn grote verzenders verplicht om de lijsten 201 te melden met behulp van zipbestanden (art. 12 van het KB van 22 juli 2019).
Het KB van 3 juli 2022 en het MB van 4 juli 2022 treden in werking op 1 januari 2023 (art. 4 van het KB van 3 juli 2022 en artikel 5 van het MB van 4 juli 2022). Zo zullen grote verzenders vanaf 1 januari 2023 ook verplicht zijn om de in artikel 103¹, W.Succ. bedoelde inlichtingen langs elektronische wijze mee te delen, behalve voor wat betreft de grote verzenders die onder de toepassing van artikel 2, tweede lid van het KB van 22 juli 2019 vallen (zie II, 2.2 supra).
Bron: Fisconetplus