De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 12/05/2023 de Circulaire 2023/C/54 over de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de bezoldigingen voor studentenarbeid.
Addendum bij de circulaire 2021/C/106 van 10.12.2021 en de circulaire 2022/C/75 van 20.07.2022 over de bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de bezoldigingen voor studentenarbeid.
Inhoudstafel
III. Tekst van nrs. 76 en 77 van de Bijlage III, KB/WIB 92 (inkomstenjaar 2023)
1. De circulaire 2021/C/106 van 10.12.2021 aangevuld door de circulaire 2022/C/75 van 20.07.2022 gaat over de bedrijfsvoorheffing die verschuldigd is op bezoldigingen voor studentenarbeid.
Op dergelijke bezoldigingen is principieel maar bedrijfsvoorheffing verschuldigd vanaf het overschrijden van het contingent van 475 uren op jaarbasis, waarop ook geen sociale zekerheid voor werknemers verschuldigd is.
De uren studentenarbeid, gepresteerd in bepaalde trimesters en/of in specifieke sectoren, in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus en de gevolgen van de pandemie, werden onder bepaalde voorwaarden niet meegerekend voor de bepaling van dat contingent. Bijgevolg was op de bezoldigingen voor deze niet in rekening gebrachte uren studentenarbeid ook geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Dit wordt uitvoering toegelicht in voormelde circulaires.
2. Deze maatregel werd, enkel voor de zorgsector, nogmaals verlengd voor het derde en vierde kwartaal van 2022 (1) evenals voor het eerste kwartaal van 2023 (2).
Voor de definitie van 'zorgsector' met betrekking tot deze verlenging wordt verwezen naar artikel 2 van de wet van 20.11.2022.
(1) Artikel 3, wet van 20.11.2022 houdende maatregelen aangaande de personeelsschaarste in de zorgsector (BS 30.11.2022 – Numac: 2022042675).
(2) Artikels 151 en 152, Programmawet van 26.12.2022 (BS 30.12.2022 – Numac: 2022043127).
3. Het contingent van 475 uren werd voor de jaren 2023 en 2024 opgetrokken tot 600 uren (3).
(3) Koninklijk besluit van 19.12.2022 tot wijziging van artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (BS 27.12.2022, Ed. 2 – Numac: 2022207312).
4. Bijgevolg tellen op fiscaal vlak de uren studentenarbeid, gepresteerd in de zorgsector in het derde en het vierde kwartaal van 2022 niet mee voor de bepaling van het contingent van 475 uren en gelijkaardige uren, gepresteerd in het eerste kwartaal van 2023 niet mee voor de bepaling van het contingent van 600 uren waarop geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd is.
Op de bezoldigingen voor deze niet in rekening gebrachte uren studentenarbeid is ook geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd.
5. De in de circulaire 2022/C/75 opgenomen overzichtstabel ziet er nu als volgt uit:
Kwartaal waarvoor de uren studentenarbeid waarop geen sociale zekerheid verschuldigd is, werden gepresteerd | Sector | |||
het onderwijs en de zorgsector | andere sectoren | |||
contingent 475 uren | bedrijfs-voorheffing | contingent 475 uren | bedrijfs-voorheffing | |
2de kwartaal 2020 | uren tellen niet mee (4) | geen (5) | uren tellen niet mee (4) | geen (5) |
3de kwartaal 2020 | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent |
4de kwartaal 2020 | uren tellen niet mee (6) | geen (7) | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent |
1ste kwartaal 2021 | uren tellen niet mee (6) | geen (7) | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent |
2de kwartaal 2021 | uren tellen niet mee (8) | geen (9) | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent |
3de kwartaal 2021 | uren tellen niet mee (10) | geen (11) | uren tellen niet mee (10) | geen (11) |
4de kwartaal 2021 | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent |
1ste kwartaal 2022 | uren tellen niet mee (12) | geen (13) | 45 uren tellen niet mee (14) | enkel bij over-schrijding contingent, verhoogd met 45 uren (13) |
2de kwartaal 2022 | uren tellen niet mee (15) | geen (16) | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent |
| zorgsector | andere sectoren | ||
3de kwartaal 2022 | uren tellen niet mee (17) | geen (18) | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent |
4de kwartaal 2022 | uren tellen niet mee (17) | geen (18) | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent |
Kwartaal waarvoor de uren studentenarbeid waarop geen sociale zekerheid verschuldigd is, werden gepresteerd | Sector | |||
zorgsector | andere sectoren | |||
contingent 600 (19) uren | bedrijfs-voorheffing | contingent 600 (19) uren | bedrijfs-voorheffing | |
1ste kwartaal 2023 | uren tellen niet mee (20) | geen (21) | uren tellen wel mee | enkel bij over-schrijding contingent |
(4) Artikel 6, bijzondere-machtenbesluit nr. 14 van 27.04.2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27.03.2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) tot vrijwaring van een vlotte arbeidsorganisatie in de kritieke sectoren (BS 28.04.2020 – Numac: 2020030838).
(5) Koninklijk besluit van 18.05.2020 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen voor studentenarbeid (BS 26.05.2020 - Numac: 2020041404).
(6) Artikel 10, wet van 04.11.2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie (BS 13.11.2020 – Numac: 2020204643).
(7) Koninklijk besluit van 30.11.2020 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen voor studentenarbeid (BS 09.12.2020 – Numac: 2020016289).
(8) Artikel 35, wet van 02.04.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (1) (BS 13.04.2021 – Numac: 2021020750).
(9) Koninklijk besluit van 21.04.2021 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid (BS 28.04.2021 – Numac: 2021041343).
(10) Artikel 27, wet van 04.07.2021 houdende tijdelijke ondersteuningsmaatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie (BS 13.07.2021 – Numac: 2021021315).
(11) Koninklijk besluit van 24.07.2021 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid (BS 03.08.2021 – Numac: 2021021579).
(12) Artikel 13, wet van 14.02.2022 houdende diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (BS 09.03.2022 – Numac: 2022200970).
(13) Koninklijk besluit van 23.03.2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in het eerste kwartaal van 2022 en van de vermindering voor overwerk (BS 31.03.2022 – Numac: 2022020567).
(14) Artikel 11, wet van 14.02.2022 houdende diverse tijdelijke arbeidsrechtelijke noodmaatregelen om het tekort aan arbeidskrachten ten gevolge van de besmettingen met de omikronvariant te bestrijden (BS 09.03.2022 – Numac: 2022200971).
(15) Artikel 13, wet van 08.05.2022 houdende verlenging van diverse arbeidsrechtelijke maatregelen ten behoeve van de zorgsector en het onderwijs in het raam van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19, met betrekking tot de schorsing van de door de werkgever gegeven opzeggingstermijn tijdens een periode van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de oorlogssituatie in Oekraïne en met betrekking tot het scholingsbeding (BS 10.06.2022 – Numac: 2022203311).
(16) Koninklijk besluit van 06.06.2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in het tweede kwartaal van 2022 (BS 23.06.2022 – Numac: 2022041537).
(17) Artikel 3, wet van 20.11.2022 houdende maatregelen aangaande de personeelsschaarste in de zorgsector (BS 30.11.2022 – Numac: 2022042675).
(18) Koninklijk besluit van 27.11.2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in de zorgsector in het derde en het vierde kwartaal van 2022 (BS 02.12.2022 – Numac: 2022042912).
(19) Koninklijk besluit van 19.12.2022 tot wijziging van artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (BS 27.12.2022, Ed. 2 – Numac: 2022207312).
(20) Artikel 151 en artikel 152, Programmawet van 26.12.2022 (BS 30.12.2022 – Numac: 2022043127).
(21) Nummer 77, Bijlage III, KB/WIB 92, laatst volledig vervangen bij het koninklijk besluit van 19.12.2022 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (BS 30.12.2022, Ed. 2 - Numac: 2022043137).
6. De nummers 76 en 77, Bijlage III, KB/WIB 92 (nr. 2.22 Bijlage III, KB/WIB 92, inkomstenjaar 2022) (22) luiden voor inkomsten betaald of toegekend vanaf 01.01.2023 als volgt:
'76. In afwijking van de vorige regels is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de bezoldigingen betaald of toegekend aan studenten die tewerkgesteld zijn in het kader van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, bedoeld bij titel VII van de wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gedurende 600 aangegeven uren studentenarbeid per kalenderjaar en die overeenkomstig artikel 17bis, § 1, van het Koninklijk besluit van 28.11.1969 tot uitvoering van de wet van 27.06.1969 tot herziening van de besluitwet van 28.12.1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, niet aan de sociale zekerheidsbijdragen onderworpen zijn.
77. Om te bepalen of het in nr. 76 vermelde aantal van 600 uren is bereikt, worden de uren studentenarbeid die in het eerste kwartaal van 2023 worden gepresteerd bij werkgevers uit de zorgsector zoals omschreven in artikel 2 van de wet van 20.11.2022 houdende maatregelen aangaande de personeelsschaarste in de zorgsectoren en niet aan de sociale zekerheidsbijdragen onderworpen zijn, niet in rekening gebracht.'
(22) Bijlage III, KB/WIB 92, laatst volledig vervangen bij het koninklijk besluit van 19.12.2022 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (BS 30.12.2022, Ed. 2 - Numac: 2022043137).
- Artikel 3, wet van 20.11.2022 houdende maatregelen aangaande de personeelsschaarste in de zorgsector (BS 30.11.2022 – Numac: 2022042675).
- Artikel 151 en artikel 152, Programmawet van 26.12.2022 (BS 30.12.2022 – Numac: 2022043127).
- Koninklijk besluit van 27.11.2022 tot wijziging van de bijlage III van het KB/WIB 92 op het stuk van de bezoldigingen voor studentenarbeid gepresteerd in de zorgsector in het derde en vierde kwartaal van 2022 (BS 02.12.2022 – Numac: 2022042912).
- Nummers 76 en 77, Bijlage III, KB/WIB 92, laatst volledig vervangen bij het koninklijk besluit van 19.12.2022 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing (BS 30.12.2022, Ed. 2 - Numac: 2022043137).
- Koninklijk besluit van 19.12.2022 tot wijziging van artikel 17bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (BS 27.12.2022, Ed. 2 – Numac: 2022207312).
Bron: Fisconetplus