De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Vennootschapsbelasting publiceerde op de Circulaire 2024/C/70 betreffende de taks op de beursverrichtingen.
Deze circulaire verduidelijkt de draagwijdte van de vrijstelling van de TOB met betrekking tot de verrichtingen met als voorwerp de obligaties analoog aan de Belgische lineaire obligaties, uitgegeven door een lidstaat van de Europees Economische Ruimte.
Inhoudstafel
III. Toepassingsgebied van de vrijstelling voor buitenlandse obligaties
1. Deze circulaire heeft betrekking op de wijziging die door art. 63, W 17.06.2013 (1), werd aangebracht in art. 1261, 6°, W.DRT, waarbij de vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen (TOB) werd uitgebreid tot verrichtingen met als voorwerp de schatkistcertificaten of obligaties analoog aan de schatkistcertificaten of aan de Belgische lineaire obligaties, uitgegeven door een lidstaat van de EER (2).
(1) Wet van 17.06.2013 houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling, B.S., 28.06.2013.
(2) Europees Economische Ruimte.
Deze uitbreiding van de vrijstelling tot de buitenlandse effecten werd ingevoerd op vraag van de Europese Commissie opdat België in overeenstemming zou zijn met de Europese regelgeving (3).
(3) Zie Parl. St. bij de W 17.06.2013, Kamer, zitting 2012-2013, DOC 53 2756/001 en 2757/001, blz. 48.
2. Art. 1261, 6°, W.DRT, zoals gewijzigd door art. 63, W 17.06.2013, bepaalt:
'Zijn van de taks vrijgesteld:
(…)
6° de verrichtingen met als voorwerp schatkistcertificaten of lineaire obligaties uitgegeven door de Belgische Staat of met als voorwerp de schatkistcertificaten of obligaties analoog aan de Belgische lineaire obligaties, uitgegeven door een lidstaat van de Europees Economische Ruimte;'
3. Volgens art. 1261, 6°, W.DRT, zijn de verrichtingen met als voorwerp obligaties analoog aan de Belgische lineaire obligaties uitgegeven door een lidstaat van de EER, vrijgesteld van de TOB.
4. Kunnen in principe als 'analoog' aan de Belgische lineaire obligaties worden beschouwd, de obligaties uitgegeven door een andere lidstaat van de EER (4) met de volgende eigenschappen:
- hun looptijd is meer dan een jaar;
- ze worden uitgedrukt in euro of in de munt van de lidstaat wanneer de nationale munt niet de euro is;
- de uitgifte gebeurt:
* ofwel via aanbesteding op basis van de prijs;
* ofwel via syndicatie (bv. bij het uitgeven van het eerste deel van een nieuwe lijn).
- de uitgifte gebeurt in tranches die samen een lijn vormen en die binnen een lijn éénzelfde nominale rentevoet en éénzelfde vervaldatum hebben;
- hun rentevoet is vast of variabel;
- ze zijn genoteerd op een gereglementeerde markt of op een multilaterale handelsfaciliteit (multilateral trading facility, afgekort MTF) (zie hierna).
(4) Obligaties uitgegeven door de Europese Unie of een andere internationale instelling komen inzonderheid niet in aanmerking voor de vrijstelling.
5. Voor de begrippen 'gereglementeerde markt' en 'multilaterale handelsfaciliteit of MTF' wordt respectievelijk verwezen naar art. 3, 7° en 10°, W 21.11.2017 (5), die luiden als volgt:
'7° 'gereglementeerde markt': een door een marktexploitant geëxploiteerd en/of beheerd multilateraal systeem dat meerdere koop- en verkoopintenties van derden met betrekking tot financiële instrumenten - binnen dit systeem en volgens de niet-discretionaire regels van dit systeem - samenbrengt of het samenbrengen daarvan vergemakkelijkt op zodanige wijze dat er een overeenkomst uit voortvloeit met betrekking tot financiële instrumenten die volgens de regels en de systemen van de markt tot de handel zijn toegelaten, en waaraan vergunning is verleend en die regelmatig werkt, overeenkomstig titel III van Richtlijn 2014/65/EU;
(…)
10° 'multilaterale handelsfaciliteit of MTF' (multilateral trading facility): een door een kredietinstelling, een beleggingsonderneming of een marktexploitant geëxploiteerd multilateraal systeem dat meerdere koop- en verkoopintenties van derden met betrekking tot financiële instrumenten - binnen dit systeem en volgens niet-discretionaire regels - samenbrengt op zodanige wijze dat er een overeenkomst uit voortvloeit overeenkomstig hoofdstuk II van titel II;'
(5) Wet van 21.11.2017 over de infrastructuren voor de markten voor financiële instrumenten en houdende omzetting van Richtlijn 2014/65/EU.
NAMENS DE MINISTER:
Voor de Administrateur-generaal van de Fiscaliteit,
Danny DELVAUX
Adviseur-generaal