• FR
  • NL
  • EN

Circulaire 2025/C/62 betreffende het onbepaald uitstel van de invoering van de modernisering van de btw-ketting

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Belasting over de toegevoegde waarde/Algemene Administratie van de inning en de invordering publiceerde op 06/10/2025 de Circulaire 2025/C/62 betreffende het onbepaald uitstel van de invoering van de modernisering van de btw-ketting.

Deze circulaire handelt over het onbepaald uitstel van de invoering van welbepaalde aspecten van de modernisering van de Btw-ketting. Deze circulaire licht meer in het bijzonder het uitstel van de invoering van de gewijzigde betalingsmodaliteiten van de verschuldigde belasting opgenomen in een periodieke btw-aangifte en het uitstel van de wijziging van de draagwijdte van het teruggaafverzoek dat blijkt uit een dergelijke aangifte toe, alsook de verlenging van welbepaalde andere overgangsmaatregelen.


Inhoudstafel

1. Inleiding

2. Onbepaald uitstel

3. Betalingsmodaliteiten

4. Draagwijdte van het teruggaafverzoek

5. Verlenging van andere overgangsmaatregelen

6. Het aflopen van de overgangsperiode

1. Inleiding

De mededeling van de FOD Financiën, gepubliceerd op zijn website op 26.08.2025, kondigt het besluit aan om de invoering van de btw-ketting verder uit te stellen. Het gaat niet om een eenvoudige uitstelmaatregel, maar om een strategische keuze om een vlotte overgang naar het nieuwe systeem te garanderen.

De genomen beslissing vereist enkele wijzigingen in de circulaire 2025/C/6 van 27.01.2025 betreffende de modernisering van de Btw-ketting.

2. Onbepaald uitstel

De circulaire 2025/C/6, voornoemd, voorziet onder titel 2.3. 'Geleidelijke implementatie' van hoofdstuk III 'Inwerkingtreding en werking in de tijd' in een geleidelijke implementatie van de btw-ketting. Deze titel luidt als volgt:

'2.3. Geleidelijke implementatie

De regelgeving inzake de modernisering van de btw-ketting zal door de administratie op geleidelijke wijze worden geïmplementeerd.

Deze geleidelijke implementatie, die wordt gekenmerkt door een overgangsperiode die loopt tot 01.10.2025, wordt door de administratie toegelicht middels een externe communicatie getiteld 'De vernieuwde Btw-ketting' raadpleegbaar op de website van de FOD Financiën.

Gedurende deze overgangsperiode zal de FOD Financiën de rechten die belastingplichtigen ontlenen aan de wet van 12.03.2023 en de besluiten die uitvoering geven aan deze wet respecteren.'

De einddatum van de betreffende overgangsperiode, die aanvankelijk was vastgesteld op 30.09.2025, wordt tot nader order uitgesteld, dit om enerzijds professionals, met name accountants en belastingadviseurs, de nodige tijd te geven om de overgang naar het nieuwe systeem van de Btw-ketting door te voeren en, anderzijds, om de Btw-ketting grondig te testen op technisch en functioneel vlak.

3. Betalingsmodaliteiten

De circulaire 2025/C/6, voornoemd, voorziet in verschillende betalingsmodaliteiten voor de betalingen van de verschuldigde belasting die voortvloeit uit een periodieke aangifte die de belastingplichtige heeft ingediend. Ter zake wordt in de circulaire meer in het bijzonder een onderscheid gemaakt tussen de periode tot 30.09.2025 en de periode vanaf 01.10.2025. Gezien het onbepaald uitstel van de overgangsperiode (zie punt 2 hiervoor) zullen de aanvankelijk tot 30.09.2025 geldende betalingsmodaliteiten tot nader order (zie punt 6 hierna) verder worden toegepast na 30.09.2025.

Dit houdt in dat, in tegenstelling tot de bepalingen in punt 2.1.2.6. van bovengenoemd circulaire 2025/C/6, de belastingplichtige de verschuldigde belasting die voortvloeit uit de periodieke btw-aangifte die hij heeft ingediend, ook na 30.09.2025 moet blijven betalen op de financiële rekening BE22 6792 0030 0047 van de 'Btw-ontvangsten' in Brussel. Voor zijn betalingen blijft de belastingplichtige ook gebruikmaken van de gestructureerde mededeling die hem door de administratie is meegedeeld op het ontvangstbewijs van de door hem ingediende periodieke btw-aangifte.

4. Draagwijdte van het teruggaafverzoek

De circulaire 2025/C/6, voornoemd, voorziet in een bijzondere maatregel voor de teruggaaf van het belastingoverschot dat voortkomt van een periodieke btw-aangifte.

Onder de titel 'Draagwijdte van de aanvraag om de teruggaaf' opgenomen onder punt 7.1.2.2. 'Afwijking: teruggaaf op uitdrukkelijk verzoek' van Hoofdstuk II 'Wijziging van het Btw-Wetboek en de uitvoeringsbesluiten genomen ter uitvoering van dat Wetboek' van de desbetreffende circulaire wordt in het volgende voorzien:

'De regelgeving inzake de modernisering van de btw-ketting zal door de administratie op geleidelijke wijze worden geïmplementeerd (zie in dat verband Hoofdstuk III. “Inwerkingtreding en werking in de tijd”, titel 2.3. “Geleidelijke implementatie”, hierna).

Tijdens deze gefaseerde implementatie zorgt het verzoek tot terugbetaling van het btw-krediet via de aangifte ervoor dat alle opgebouwde belastingoverschotten, inclusief de vooruit gestorte en niet toegewezen betalingen, worden terugbetaald. Deze maatregel stelt belastingplichtigen in staat om gedurende deze overgangsperiode zowel zijn vooruit gestorte betalingen als zijn opgebouwde btw-kredieten terug te krijgen, waarvan de terugbetaling niet eerder via de aangifte was gevraagd, evenals het krediet van de aangifte.'

Gezien het onbeperkt uitstel van de overgangsperiode zal deze overgangsmaatregel, die aanvankelijk tot 30.09.2025 zou worden toegepast, ook na deze datum verder worden toegepast, dit tot nader order (zie in dat verband punt 6 hierna).

5. Verlenging van andere overgangsmaatregelen

Onder de titel 2.9. 'Wijziging van de administratieve toleranties' van hoofdstuk II, voornoemd, van de circulaire 2025/C/6, eveneens voornoemd, wordt in het volgende voorzien:

'Rekening houdend met de geleidelijke implementatie van de btw-ketting en de overgangsperiode die geldt tot 01.10.2025 (zie in dat verband Hoofdstuk III. “Inwerkingtreding en werking in de tijd”, titel 2.3. “Geleidelijke implementatie”, hierna) wordt de vakantieregeling behouden in 2025.'

Ter zake wordt er reeds op gewezen dat, in het geval de overgangsperiode niet zou worden beëindigd vóór de eerstvolgende vakantieperiode of periodes, de vakantieregeling door de administratie verder zal worden toegepast tijdens de vakantieperiode of periodes die zich situeert of situeren vóór de datum van het aflopen van de overgangsperiode (zie in dat verband punt 6 hierna).

De bijlage bij de circulaire 2025/C/6, voornoemd, voorziet in nog een aantal andere overgangsmaatregelen bij de implementatie van de nieuwe btw-ketting.

Gezien het uitstel van deze overgangsperiode tot een nog nader te bepalen datum (zie punt 2 hiervoor), blijven ook deze overgangsmaatregelen, die aanvankelijk tot 30.09.2025 van toepassing waren, tot nader order (zie in dat verband punt 6 hierna) verder van toepassing.

Dit betekent meer in het bijzonder dat ook na 30.09.2025:

- de uiterste datum voor het indienen van de periodieke btw-aangifte en het betalen van de verschuldigde belasting voor kwartaalaangevers wordt uitgesteld tot de eerstvolgende werkdag wanneer de 25e dag van de maand volgend op de aangifteperiode een zaterdag, zondag of wettelijke feestdag is;

- de uiterste datum voor het indienen van de periodieke btw-aangifte en het betalen van de verschuldigde belasting voor maandaangevers wordt uitgesteld tot de eerstvolgende werkdag wanneer de 20e dag van de maand volgend op de aangifteperiode een zaterdag, zondag of feestdag is (het gaat om een tolerantie die permanent zal worden na de beëindiging van de overgangsperiode);

- de boete voor te late indiening van de periodieke btw-aangifte niet wordt opgelegd indien de periodieke btw-aangifte uiterlijk op de 10de dag van de tweede maand volgend op de aangifteperiode wordt ingediend, en dit tot nader order (dus ook na 30.09.2025).

6. Het aflopen van de overgangsperiode

Het aflopen van de overgangsperiode en de beëindiging van de in deze circulaire besproken overgangsmaatregelen zal door de FOD Financiën worden gecommuniceerd op haar website.


Mots clés