• FR
  • NL
  • EN

Circulaire 2025/C/72 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen – maximaal vast tarief per kWh – eerste kwartaal 2026

De Algemene Administratie van de Fiscaliteit – Personenbelasting publiceerde op 17/12/2025 de Circulaire 2025/C/72 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen – maximaal vast tarief per kWh – eerste kwartaal 2026.

Deze circulaire is een addendum bij de circulaire 2024/C/77 van 05.12.2024 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen.

BIJLAGE: 1

1. Deze circulaire deelt voor het eerste kwartaal van 2026 het maximaal vast tarief per kWh (1) mee.

(1) Zie randnummers 26 tot en met 32 van de circulaire 2024/C/77 van 05.12.2024 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen, en de addenda van 01.04.2025, 17.06.2025 en 18.09.2025.

2. Het maximaal vast tarief per kWh voor het eerste kwartaal van 2026 is gelijk aan het gemiddelde van de gemiddelde commerciële elektriciteitsprijzen all-in (2) op de kleinhandelsmarkt voor residentiële klanten met een huishouden met digitale teller, een elektrisch voertuig, een verbruik van 8.000 kWh/jaar en gemiddelde maandpiek van 7,36 kW, van de maanden augustus, september en oktober 2025 (3).

(2) De all-in prijs bevat de volgende componenten: de prijs voor de energie, de netwerkkosten (transmissie/transport en distributie), de heffingen en toeslagen en btw.
(3) Zie randnummers 27 en 28 van voornoemde circulaire van 05.12.2024.

3. Vanaf april 2025 worden de gemiddelde commerciële elektriciteitsprijzen all-in onderliggend aan deze berekening niet langer meer gepubliceerd in de maandelijkse boordtabel van de CREG (4), maar worden die afzonderlijk gepubliceerd in het csv-bestand van de CREG (5).

(4) Zie randnummer 27 van voornoemde circulaire van 05.12.2024.
(5) Zie www.creg.be > Prijzen en Tarieven > CREG-tarief voor terugbetaling thuisladen bedrijfswagens.

4. Hierna volgt de berekening van het maximaal vast tarief per kWh voor het eerste kwartaal van 2026 op basis van de gemiddelde commerciële elektriciteitsprijzen all-in op de kleinhandelsmarkt voor residentiële klanten met een huishouden met digitale teller, een elektrisch voertuig, een verbruik van 8.000 kWh/jaar en gemiddelde maandpiek van 7,36 kW, van de maanden augustus, september en oktober 2025 zoals gepubliceerd in het voornoemde csv-bestand van de CREG.

Gemiddelde commerciële elektriciteitsprijzen all-in op de kleinhandelsmarkt voor residentiële klanten met een huishouden met digitale teller, een elektrisch voertuig, een verbruik van 8.000 kWh/jaar en gemiddelde maandpiek van 7,36 kW

(in eurocent/kWh)

Vlaams Gewest

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Waals Gewest

Augustus 2025

31,97

34,44

35,77

+ September 2025

+ 31,14

+ 34,30

+ 35,09

+ Oktober 2025

+ 30,86

+ 34,04

+ 34,83

Totaal

= 93,97

= 102,78

= 105,69

/3

/3

/3

= 31,32

= 34,26

= 35,23

5. Voor het eerste kwartaal van 2026 bedraagt het maximaal vast tarief per kWh:

- Vlaams Gewest: 31,32 eurocent/kWh

- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: 34,26 eurocent/kWh

- Waals Gewest: 35,23 eurocent/kWh

6. Een overzicht van het maximaal vast tarief per kWh vanaf het eerste kwartaal van 2025 bevindt zich in bijlage.

7. Er wordt nogmaals aan herinnerd dat de bepalingen van voornoemde circulaire van 05.12.2024 blijvend van kracht zijn, zonder een vooraf bepaalde einddatum, en dit tot de toepassing ervan zou worden ingetrokken (6).

(6) Zie randnummers 7 en 8 van de circulaire 2025/C/38 over de terugbetaling van elektriciteitskosten door de werkgever voor het thuis opladen van een bedrijfswagen – maximaal vast tarief per kWh – derde kwartaal 2025 – permanente toepassing van 17.06.2025.

Interne ref.: 742.989/5


Mots clés

Articles recommandés

Nieuwe belastingwet van 11 december 2025: tal van maatregelen die uw dagelijks leven en koopkracht zullen veranderen!

Hervorming van het Wetboek van de personenbelasting -

Invoering meerwaardebelasting op financiële activa