- De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in februari 8,5% ten opzichte van 8,2% in januari.
- De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand februari bedraagt 6,6% ten opzichte van 8,1% in januari.
- De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn brood en granen, zuivelproducten, vlees, groenten, restaurants en cafés, niet-duurzame huishoudartikelen (bv. onderhoudsproducten), tabak en suikerwaren.
- De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn gas, elektriciteit, huisbrandolie, motorbrandstoffen en telecommunicatie.
- Eurostat zal op 17 maart de geharmoniseerde consumptieprijsindex van februari voor de EU-landen publiceren.
De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) [1]bedraagt in februari 5,4% ten opzichte van 7,4% in januari en 10,2% in december. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT)[2] bedroeg 6,8% in februari tegenover 8,8% in januari. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de tijdelijke btw-verlaging voor elektriciteit en gas. Met deze prijswijzigingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.
De kerninflatie, die geen rekening houdt met de prijsevolutie van de energieproducten en de onbewerkte voedingsmiddelen, bedraagt 8,5% in februari, tegenover 8,2% in januari en 7,1% in december. De inflatie zonder energieproducten stijgt in februari tot 8,8% tegenover 8,6% in januari en 7,5% in december.
De inflatie voor voeding bedraagt deze maand 19,4%, tegenover 18,8% vorige maand. Deze inflatie is de afgelopen maanden dus fors toegenomen. In februari 2022 was ze nog 4,1%. De inflatie van voornamelijk oliën, vis, zuivelproducten, brood en granen en vlees is de afgelopen maanden sterk gestegen. Zo bedraagt de inflatie voor oliën deze maand 30,7%. In februari van vorig jaar was ze nog 13,4%. Voor zuivelproducten is de inflatie nu 30,4% ten opzichte van 4,3% in februari 2022. Vis heeft deze maand een inflatie van 16,7%. In februari van vorig jaar was ze 3,3%. Voor brood en granen is ze deze maand 21,7% ten opzichte van 5,1% in februari 2022. De inflatie van vlees bedraagt deze maand 16,1% ten opzichte van 2,7% in februari vorig jaar.
De terugval van de inflatie kan toegeschreven worden aan de daling van de prijzen van energie. De bijdrage van energie tot inflatie is nu negatief en bedraagt -2,3%. Voeding levert een bijdrage van 3,1%.
Elektriciteit is nu 16,0% goedkoper dan een jaar geleden. Aardgas is 30,8% goedkoper op jaarbasis. De prijs van huisbrandolie is met 13,2% gedaald ten opzichte van vorig jaar.
Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in februari gemeten voor “voeding en alcoholvrije dranken” (19,4%). De laagste inflatie wordt genoteerd voor de groep “huisvesting, water en energie”(-8,1%). De hoofdgroep die in februari de grootste positieve impact heeft op de inflatie is “voeding en alcoholvrije dranken” met 2,6 procentpunt. De groep “huisvesting, water en energie” heeft de grootste negatieve impact uitgeoefend met -3,3 procentpunt.
Productgroep | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | Impact op inflatie (%-punt) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
HICP | HICP-CT | ||||||||
dec/22 | jan/23 | feb/23 | feb/23 | dec/22 | jan/23 | feb/23 | |||
0 | Totaal bestedingen | 1.000,0 | 10,2 | 7,4 | 5,4 | 6,8 | |||
1 | Voeding en alcoholvrije dranken | 155,4 | 15,4 | 18,8 | 19,4 | 19,4 | 1,1 | 2,1 | 2,6 |
2 | Alcoholhoudende dranken en tabak | 47,4 | 7,7 | 8,4 | 8,9 | 6,7 | -0,1 | 0,0 | 0,2 |
3 | Kleding en schoeisel | 60,1 | 7,0 | 8,2 | 5,3 | 5,3 | -0,2 | 0,0 | 0,0 |
4 | Huisvesting, water en energie | 201,3 | 22,6 | 2,3 | -8,1 | -2,0 | 2,6 | -1,3 | -3,3 |
5 | Stoffering en huishoudelijke apparaten | 72,9 | 6,5 | 7,2 | 7,5 | 7,5 | -0,3 | 0,0 | 0,2 |
6 | Gezondheid | 70,6 | 2,7 | 4,8 | 4,9 | 4,9 | -0,6 | -0,2 | -0,1 |
7 | Vervoer | 105,9 | 7,3 | 6,4 | 5,9 | 7,2 | -0,4 | -0,1 | 0,1 |
8 | Communicatie | 32,2 | -0,3 | 2,0 | 2,4 | 2,4 | -0,4 | -0,2 | -0,1 |
9 | Recreatie en cultuur | 85,8 | 5,3 | 5,1 | 5,2 | 5,2 | -0,4 | -0,2 | 0,0 |
10 | Onderwijs | 5,4 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 1,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
11 | Hotels, cafés en restaurants | 82,7 | 7,3 | 8,1 | 8,3 | 8,3 | -0,2 | 0,1 | 0,3 |
12 | Diverse goederen en diensten | 80,4 | 5,4 | 6,7 | 7,0 | 7,0 | -0,4 | -0,1 | 0,1 |
De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.
De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in februari 8,5%. Dit is een stijging ten opzichte van de 8,2% in januari. De gemiddelde kerninflatie van de laatste 12 maanden is gelijk aan 5,8%. Ten opzichte van de vorige maand stegen de prijzen van dit subaggregaat met 2,4%.
Specifieke aggregaten | Gewicht (‰) | Inflatie op jaarbasis (%) | 12 maandelijks gemiddelde (%) | Maandelijkse wijziging | ||
---|---|---|---|---|---|---|
dec/22 | jan/23 | feb/23 | feb/23 | feb/23 | ||
Totaal bestedingen | 1.000,0 | 10,2 | 7,4 | 5,4 | 9,9 | 0,3 |
Energiedragers | 146,8 | 33,0 | 0,9 | -14,7 | 46,8 | -13,6 |
Bewerkte levensmiddelen | 163,3 | 13,5 | 16,3 | 16,9 | 10,5 | 1,1 |
Niet-bewerkte levensmiddelen | 39,5 | 13,5 | 16,1 | 16,6 | 9,9 | 2,9 |
Niet-energetische industriële goederen | 248,9 | 6,4 | 6,7 | 6,7 | 4,8 | 5,7 |
Diensten | 401,5 | 4,8 | 5,5 | 5,9 | 4,3 | 0,9 |
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) | 813,7 | 7,1 | 8,2 | 8,5 | 5,8 | 2,4 |
De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door brood en granen met een impact van 0,50 procentpunt. Zuivelproducten hebben een positieve impact van 0,47 procentpunt. Vlees heeft een positieve impact van 0,45 procentpunt. Groenten hebben een impact van 0,26 procentpunt. Restaurants en cafés hebben een positieve impact van 0,20 procentpunt. Niet-duurzame huishoudartikelen (bv. onderhoudsproducten) hebben een positieve impact van 0,19 procentpunt. Tabak en suikerwaren hebben beide een impact van 0,11 procentpunt.
Subindex | Gewicht (‰) | Impact op inflatie (%-punt) | |
---|---|---|---|
2023 | feb/23 | ||
01.1.1 | Brood en granen | 30,4 | 0,5 |
01.1.4 | Zuivelproducten | 19,2 | 0,47 |
01.1.2 | Vlees | 40,5 | 0,45 |
01.1.7 | Groenten | 14,5 | 0,26 |
11.1.1 | Restaurants en cafés | 71 | 0,2 |
05.6.1 | Niet-duurzame huishoudartikelen | 11,3 | 0,19 |
02.2.0 | Tabak | 30,5 | 0,11 |
01.1.8 | Suikerwaren | 11 | 0,11 |
De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor aardgas, met een impact van -1,52 procentpunt. Elektriciteit heeft een negatieve impact van -1,08 procentpunt. Huisbrandolie heeft een negatieve impact van -0,31 procentpunt. Motorbrandstoffen en telecommunicatie hebben een impact van respectievelijk -0,17 en -0,15 procentpunt.
Subindex | Gewicht (‰) | Impact op inflatie (%-punt) | |
---|---|---|---|
2023 | feb/23 | ||
04.5.2 | Gas | 45,9 | -1,52 |
04.5.1 | Elektriciteit | 48,9 | -1,08 |
04.5.3 | Huisbrandolie | 17,3 | -0,31 |
07.2.2 | Motorbrandstoffen | 33,9 | -0,17 |
08.3.0 | Telecommunicatie | 29,4 | -0,15 |
Aangezien de definitieve HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden op basis van de eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van februari. Deze inflatie bedroeg in februari in België 5,5%. Nederland tekende een inflatie op van 8,9% in februari. Dit is een lichte stijging ten opzichte van de 8,4% in januari. In Frankrijk bedroeg de inflatie in februari 7,2%, een lichte stijging ten opzichte van de 7,0% in januari. De eerste snelle inflatieraming van de HICP (HICP flash estimate) van februari voor Duitsland was 9,3%, een lichte stijging ten opzichte van januari, toen de inflatie 9,2% bedroeg.
Aangezien Eurostat de geharmoniseerde consumptieprijsindexcijfers met constante belastingvoet voor februari nog niet publiceerde, is januari de recentste maand om mee te kunnen vergelijken. De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in januari 8,8%, ze daalde daarmee ten opzichte van de 11,7% in december. In januari bedroeg deze inflatie in Duitsland 9,5%. Dit is een lichte daling ten opzichte van december, waar de inflatie 9,9% bedroeg. In januari is de inflatie in Frankrijk licht gestegen van 7,2% in december tot 7,5%. In Nederland is de inflatie gedaald tot 8,5% in januari. In december bedroeg deze inflatie 13,8%.
[1] Naast de nationale consumptieprijsindex (CPI) berekent Statbel ook een Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (Harmonized Index of Consumer Prices, HICP). De HICP maakt een vergelijking tussen het inflatiepeil van de lidstaten van de Europese Unie mogelijk. De toegepaste bestedingsoptiek en methoden zijn daartoe zo goed mogelijk gecoördineerd en in Europese regelgeving vastgelegd. De resultaten van de CPI en de HICP zijn niet gelijk. Dat komt vooral door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze indices zijn gebaseerd.
Tevens wordt de HICP gebruikt door de Europese Centrale Bank voor haar monetair beleid. Verder wordt de HICP gebruikt om te bepalen in hoeverre een lidstaat voldoet aan de inflatiecriteria bepaald in het Verdrag betreffende de Europese Unie.
Enkele verschilpunten tussen de HICP en de huidige CPI:
[2] De HICP-CT wordt op dezelfde wijze berekend als de gewone HICP, in deze index worden de prijzen echter berekend op basis van constante belastingtarieven. Deze index geeft dan ook de theoretisch potentiële impact weer van wijzigingen in de indirecte belastingtarieven (zoals de btw of accijnzen) op de gemeten inflatie. Het betreft hier echter een theoretische impact omdat verondersteld wordt dat de belastingwijzigingen meteen en volledig worden doorgerekend in de prijzen die door consumenten betaald worden.
[3] De inflatie op jaarbasis meet de prijswijziging tussen de huidige maand en dezelfde maand van het voorgaande jaar. Een 12-maandelijks gemiddelde vergelijkt de gemiddelde HICP van de laatste 12 maanden met het gemiddelde van de voorgaande 12 maanden. Een maandelijkse wijziging vergelijkt de prijsniveaus van de laatste twee maanden.
[4] De impact op de inflatie toont de wijziging van de inflatie door het opnemen van de subindex in de HICP. De impact houdt niet alleen rekening met het gewicht van de subindex, maar ook of de inflatie van de subindex hoger of lager is dan deze van het geheel aan bestedingen (globale HICP).
Bron: Statbel