In de eerste commissie Von der Leyen (periode 2019-2024) werden ongeveer 13.000 wetten aangenomen door de EU, een gemiddelde van tien wetten per dag. Deze overregulering tast de concurrentiekracht van onze Europese industrie aan.
Al die wetten worden verondersteld gekend en nageleefd. De naleving – beter bekend, of moet ik zeggen berucht, onder de Engelse term compliance – moet bovendien worden aangetoond via allerlei rapporten. Rapporteren is soms belangrijker dan ageren. Dat geldt in het bijzonder voor de reeks wetten die betrekking hebben op ESG-compliance.
De CSRD, acroniem voor Corporate Sustainability Reporting Directive, is een Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportage. Deze richtlijn verplicht ondernemingen te rapporteren over hun duurzaamheid door middel van verschillende duurzaamheidscriteria. De CSRD verplicht grote bedrijven om de Europese Sustainability Reporting Standards te implementeren om milieu-, sociale en governance (ESG)- kwesties bij te houden en erover te rapporteren.
Die standaarden bepalen dat bedrijven duurzaamheidsverklaringen opstellen op basis van 1.052 datapunten, waarvan er 783 verplicht zijn. Meer dan 42.000 Europese bedrijven moeten aan deze rapportering voldoen. Maar om aan deze rapportering te kunnen voldoen, moeten deze grote bedrijven ook data verzamelen van hun leveranciers. Kmo’s die aan grote bedrijven leveren, zijn dus onrechtstreeks ook verplicht om data bij te houden en te rapporteren.
Om al die data in kaart te brengen en te rapporteren, moeten bedrijven ook de mensen vinden om het te doen. Veel bedrijven slagen er niet in voldoende bekwame mensen, van duurzaamheidsexperts tot data-analisten, aan te trekken die dergelijke rapportering kunnen doen. Experten die noodzakelijk zijn in de strijd tegen klimaatverandering worden ingezet als specialisten op het gebied van ESG-rapportage. Naar schatting van KPMG, is slechts 29% van de bedrijven in staat om voldoende data samen te brengen en aan de rapporteringsvereisten te voldoen. ESG-consulenten schieten dan ook als paddenstoelen uit de grond. Naast de vele bonafide consulenten, zullen ook heel wat malafide consulenten hun kans wagen om geld te verdienen aan de ESG-rapportage.
Diverse studies bevestigen dan ook dat de CSRD-richtlijn heel wat compliance kosten met zich meebrengt. Het vorig jaar gepubliceerde rapport Draghi over de Europese concurrentiekracht die onder meer de overmatige Europese regulering analyseert, berekende dat de kostprijs voor beursgenoteerde ondernemingen kan oplopen tot één miljoen euro. De overkoepelende Europese ondernemersorganisatie, CEA-PME, schat de initiële kosten voor een Franse midcap op meer dan 800.000 euro over twee jaar. Voor kmo’s zou de kostprijs minstens 10.000 euro bedragen. Een kostenanalyse van CSRD door de Deense overheid schat een minimale jaarlijkse nalevingskost van 300.000 euro per bedrijf met 365.000 euro voor het eerste jaar. Een studie van de Europese Investeringsbank schat de nalevingskosten van CSRD voor midcaps op een verbazingwekkende 12,5 procent van het totale investeringsvolume.
Voor de Europese chemische industrie, die al geconfronteerd wordt met overcapaciteit, berekende het Draghi rapport dat de jaarlijkse nalevingskosten voor kleine en middelgrote ondernemingen in tien jaar tijd bijna verdubbeld zijn van 332.500 euro in 2014 tot 577.000 euro in 2023.
Hoewel het hier dus niet over een exacte wetenschap gaat, kunnen we stellen dat de nalevingskosten van de Richtlijn gigantisch zijn en een kostenhandicap opleveren voor de Europese bedrijven.
De vraag is natuurlijk of al die rapportage wel zoden aan de dijk zet. Rapporteren is immers niet hetzelfde als ageren. Bovendien kunnen we ons de vraag stellen of de verplichte rapportering niet zal leiden tot het uitvinden van data. Rapporteren zou dan aanleiding kunnen geven tot green- of pinkwashing bijvoorbeeld, want men kan toch niet rapporteren dat men niets doet voor het milieu of voor gelijke rechten.
Ten slotte is ESG misschien wel een barometer, maar meet het wel accuraat het gedrag van ondernemingen? Toen het Dieselgate schandaal uitbrak bij Volkswagen waren zij een bedrijf met een uiterst goede ESG-score.
De gehele ESG-reglementering is maar een stukje van de regelneverij van Europa. Een academische studie (Peligrino, 2023) berekende dat de regelgeving in de Europese Unie tot 0,8 procent van het bruto binnenlands product kost. Dat is enorm als we rekening houden dat de meeste studies uitgaan van groeiverwachtingen van slechts 1 procent in Europa in de komende jaren. Het IMF (outlook rapport 2024) berekende dat de verschillen in regelgeving binnen Europa een extra kostenlast voor intracommunautaire handel voor de industrie teweegbrengt van 44 procent; tegenover 13 procent voor intra-US handel. Compliance of economie? Probleem van de compliance economie, zoals de Spaanse economist Luis Garicano het formuleert, is dat naarmate deze groeit, de prikkels om de compliance te verhogen, toenemen. Een moderne verwoording van wat Max Weber de inflatie van de bureaucratie noemde. Het versterkt het adagio dat Europa reglementeert, Amerika innoveert en China imiteert. Als compliance de economie overreglementeert, zou onze concurrentiekracht zodanig kunnen worden verstoord dat we eindigen met een gedecarboniseerd, gedesïndustrialiseerd, Europa en daar heeft niemand baat bij, of toch? Hoog tijd voor een vereenvoudigingsrevolutie.