De gezondheidsimpact van chronische ziekten is steeds ongelijker verdeeld

Tussen 2013 en 2018 zijn de sociale ongelijkheden in het verlies aan gezonde levensjaren door chronische ziekten verder toegenomen. Dat blijkt uit een nieuwe analyse(externe link) van Sciensano en de Universiteit Gent, die de resultaten vergeleek van de laatste twee Belgische gezondheidsenquêtes (2013 & 2018). Meer aandacht voor de sociaal zwakkere groepen is nodig om het tij te doen keren.

Chronische ziekten zoals diabetes of hart- en vaatziekten verkorten niet alleen de levensduur, ze leiden ook tot een verminderde levenskwaliteit. Mensen die lijden aan chronische ziekten verliezen hierdoor gezonde levensjaren. Hoe vaker een chronische ziekte voorkomt onder de bevolking en hoe hoger de impact van de ziekte op de individuele patiënt, hoe hoger het verlies aan gezonde levensjaren.

Dit verlies aan gezonde levensjaren is niet gelijk verdeeld. Mensen met een lagere sociale positie verliezen systematisch meer gezonde levensjaren dan mensen met een hogere sociale positie. En het is exact deze ongelijkheid die de voorbije jaren is toegenomen. Dat blijkt uit een nieuwe analyse van Sciensano in samenwerking met de Universiteit Gent.

“In 2013 gingen in de groep met de laagste sociale positie 50.000 gezonde levensjaren verloren door chronische ziekten per 100.000 personen. In de groep met de hoogste sociale positie was dit net geen 20.000. Dat is dus een verschil van 30.000 verloren gezonde levensjaren tussen beide groepen”, verduidelijkt Brecht Devleesschauwer, epidemioloog bij Sciensano. “In 2018 steeg dit verschil tussen beide groepen tot 40.000 verloren gezonde levensjaren. Er gingen ten opzichte van 2013 meer gezonde levensjaren verloren door chronische ziekten bij alle groepen, maar veel meer bij de groepen met de laagste sociale positie.”

Sociale ongelijkheden wegen dus sterker door op de gezondheidstoestand van de Belgen. Mocht iedereen de gezondheidstoestand van de groep met de hoogste sociale positie hebben, zou het verlies aan gezonde levensjaren door chronische ziekten in 2018 40% lager liggen. In 2013 lag dit cijfer nog op 35%. Bovendien kennen sommige aandoeningen een grotere gezondheidskloof dan anderen. Zo zou maar liefst 74% van de impact van beroerte vermeden kunnen worden mochten er geen sociale ongelijkheden bestaan.

De verklaring voor deze bevindingen, die in lijn liggen met internationaal onderzoek(externe link), zijn divers. “Chronische ziekten komen meer voor bij mensen met een lagere sociale positie en de ziekten hebben ook een grotere impact op hun levenskwaliteit”, verklaart Lisa Van Wilder, gezondheidswetenschapper aan de UGent. “Verschillende factoren spelen hierbij een rol, zoals een minder gezonde leef- en werkomgeving, mindere gezondheidsvaardigheden en een beperktere toegang tot gezondheidszorg”.

Naarmate de bevolking veroudert en chronische ziekten minder snel leiden tot sterfte, zal de negatieve impact van chronische ziekten op de levenskwaliteit verder toenemen. “De preventie en bestrijding van chronische ziekten wordt een steeds belangrijkere prioriteit voor het beleid, zowel op Belgisch als op Europees niveau. Bijzondere aandacht voor de sociaal kwetsbaren is hierbij cruciaal om de gezondheidsongelijkheden niet verder te doen toenemen”, besluit Devleesschauwer.

Bron: Sciensano

Mots clés

Articles recommandés

CrossRoads France-Wallonie-Vlaanderen kondigt eerste oproep aan

De bewindprocedure en het medisch verslag vanwege een erkend arts: een conditio sine qua non?

Duurzaamheid in het bedrijfsleven: een studiedag om de rapportering te beheersen