Europa exporteert jaarlijks 1.200 miljard dollar (twee keer het bbp van België) naar Amerika en dit door 165.000 bedrijven, waaronder 95.000 kmo’s. De verkiezing van Trump zal dus niet zonder gevolgen zijn voor de economie en voor de kmo.
Dat Trump de presidentsverkiezingen heeft gewonnen, stond in de sterren geschreven. Toegegeven, het was een quasi onmogelijke klus voor Kamala Harris. Zij stapte laat in de race, zonder de voorverkiezingen te winnen, als een vrouw met donkere huidskleur en haar palmares als vicepresident stelde weinig voor.
Maar vooral: Trump had een topslogan. MAGA, Make America Great Again. Kent u de slogan van Kamala? Ik heb het eerlijk gezegd ook moeten opzoeken: a new way forward. Voor wie het belang van een slogan in twijfel trekt, denk maar aan Yes, we can, die Obama het presidentschap opleverde.
Maar wat zit er achter die slogan? MAGA of America first houdt in dat in alles voorkeur wordt gegeven aan Amerikaanse goederen of diensten. Om dat te bewerkstelligen, krijgen zij een voorkeursbehandeling ten opzichte van goederen en diensten die komen van het buitenland.
Concreet gebeurt dat door importheffingen. Om te beginnen een algemene invoerheffing van 10 procent op alles wat de VS binnenkomt en zelfs 60 procent op goederen uit China. Voor bepaalde producten, bijvoorbeeld auto’s of staal, worden nog hogere tarieven gehanteerd.
Dit betekent dat het moeilijker wordt voor Chinese en Europese bedrijven om te concurreren op de Amerikaanse markt. Chinese bedrijven zijn echter productiever dan de Amerikaanse en kunnen zo het tarief compenseren. Ter illustratie: ondanks een tarief van 100% op import van wagens, blijft de Chinese auto BYD (Build Your Dream) de goedkoopste wagen op de Amerikaanse markt.
“Als de export van vooral grote bedrijven naar Amerika daalt en China zich meer richt naar Europa, zal dat natuurlijk ook een impact hebben voor de toeleveranciers. En dat zijn hoofdzakelijk kmo’s.”
Deze redenering geldt niet voor Europa gezien de productiviteit in Amerika gemiddeld 30% hoger ligt dan hier. Dit productiviteitsverschil met daarenboven een tarief maakt export naar Amerika voor Europese bedrijven uiterst moeilijk. Een tarief van 10%, zo berekende het IMF, zou kunnen leiden tot een exportdaling van Europa naar Amerika van 150 miljard dollar.
Vermits ook voor de Chinezen de export naar Amerika moeilijker zal worden, komt ook voor hen Europa in het vizier als alternatief. De tarieven in Amerika zouden er kunnen toe leiden dat China (nog) actiever wordt op de Europese markt en de Europese bedrijven nog meer zal beconcurreren.
De kritische lezer zou kunnen zeggen dat Europa dan ook maar moet reageren met tarieven. Dat is niet zo eenvoudig. Ten eerste zou een tarievenoorlog alles duurder maken voor de consument en dus de inflatie weer aanwakkeren met, vooral in België, opnieuw onmiddellijke loonstijgingen tot gevolg.
Ten tweede is er op Europees niveau geen unanimiteit. Duitsland en Spanje bijvoorbeeld, verzetten zich tegen tarieven voor Chinese export omdat ze vergeldingsmaatregelen vrezen. Ook voor ons land is dat overigens belangrijk. China consumeert 75% van het varkensvlees op wereldniveau, voor Duitsland is China de grootste afzetmarkt voor de luxe-auto’s, en een tarief op luxegoederen zou Franse en Italiaanse bedrijven en ook de Antwerpse diamantsector treffen.
De kmo is eerder een toeschouwer van dat geopolitieke spel. En ja, het spel heeft vooral een impact op kmo’s die exporteren naar Amerika, maar niet alleen op hen. Als de export van vooral grote bedrijven naar Amerika daalt en China zich meer richt naar Europa, zal dat natuurlijk ook een impact hebben voor de toeleveranciers. En dat zijn hoofdzakelijk kmo’s.
Als we ons focussen op Vlaanderen: de export naar Amerika bedraagt jaarlijks 15 miljard euro (cijfers FIT). Ons baserend op de hogervermelde IMF -analyse, zou dat cijfer met 2 tot 3 miljard dalen. Een wederzijds tarief van 10% tussen Amerika en België zou de economische groei met 1% doen dalen, berekende de Nationale Bank van België.
De facto zitten we dan in een scenario van economische nulgroei en, door de tarieven, inflatoire druk. In zo’n stagflatiescenario stijgen de kosten, maar kan een kmo enkel groeien als het marktaandeel afsnoept van de concurrentie. Ja, het worden pittige economische jaren met Trump aan het Amerikaanse roer.