De maatregel ‘werkbonus’ beoogt het arbeidsaanbod te stimuleren en werkloosheidsvallen te bestrijden.
In deze workingpapers tonen Antoine Dewatripont (A), Maritza López-Novella (A) aan dat de werkbonus een niet te verwaarlozen positief effect heeft op aan het werk blijven. Anderzijds heeft de werkbonus geen positief effect op het arbeidsvolume en wordt de groei van de brutolonen afgeremd.
De werkbonus is een federale werkgelegenheidsmaatregel die als belangrijkste doel heeft het arbeidsaanbod te verhogen. De maatregel werd ingevoerd in 2000, is sindsdien verschillende keren aangepast en staat nog steeds volop in de politieke belangstelling, zoals blijkt uit de versterking ervan vorig jaar. De bonus bestaat uit een vermindering van de werknemersbijdragen gericht op de relatief lage lonen. Concreet zullen werknemers met een brutoloon dat laag genoeg is om in aanmerking te komen, hun nettoloon zien stijgen omdat ze een lager bedrag aan werknemersbijdragen moeten betalen. Ondanks de levensduur is onze studie de eerste 'ex post' evaluatie van de impact van deze maatregel. Dit type evaluatie stelt ons in staat om achteraf vast te stellen of de doelstellingen van een maatregel daadwerkelijk zijn bereikt.
Het doel van de werkbonus is tweeledig. Ten eerste beoogt de maatregel de werkloosheidsval te bestrijden door het verschil tussen de werkloosheidsuitkeringen en de laagste nettolonen te vergroten. Ten tweede heeft deze maatregel een sociaal doel namelijk armoedebestrijding. Er wordt een hoger nettoloon en dus een grotere koopkracht gewaarborgd voor begunstigden met relatief lage lonen. Bovendien zou de maatregel het mogelijk maken om deze doelstellingen te bereiken zonder de loonkosten voor werkgevers te verhogen of de werkloosheidsuitkeringen te verlagen.
Deze studie evalueert de impact van het in aanmerking komen voor de werkbonus op drie resultaatindicatoren. De eerste is de kans om een jaar later aan het werk te zijn, wat het mogelijk maakt om te beoordelen of de werkbonus daadwerkelijk een stimulans is om te werken. De tweede indicator is het arbeidsvolume dat tijdens het kwartaal is uitgevoerd. Aangezien de werkbonus berekend wordt op basis van het uurloon en er rekening wordt gehouden met het aantal gewerkte uren, zou het deeltijdse werknemers theoretisch aanmoedigen om langer te werken. De derde indicator, tot slot, is het brutoloon van de werknemers. De impact van de werkbonus op het brutoloon wordt geschat om te evalueren of een deel van dit voordeel in realiteit niet ten goede komt aan de werkgevers. Studies in andere landen tonen aan dat begunstigden van dit soort maatregelen het risico lopen op loonstagnatie tijdens hun loopbaan.
Om methodologische redenen wordt de werkbonus in onze studie geëvalueerd op het moment van de invoering, namelijk in het jaar 2000. Tussen 2000 en 2023 waren de modaliteiten van de maatregel niet genoeg veranderd om een impact te kunnen schatten. In 2023 is het maximumbedrag voor de vermindering van de werknemersbijdragen aanzienlijk verhoogd voor de zeer lage lonen, maar deze verandering is te recent om de impact ervan al te kunnen evalueren. Hoewel onze evaluatieperiode teruggaat tot de invoering van de maatregel, zijn de doelstellingen van de werkbonus dezelfde gebleven en is de manier waarop hij wordt berekend niet veel veranderd. Onze studie maakt het dus mogelijk om de impact van de maatregel op de bestudeerde indicatoren tijdens de lanceringsfase te schatten.
Om de effecten van de maatregel te evalueren, gebruiken we een controlegroep. De rechthebbende werknemers op de werkbonus worden vergeleken met de groep werknemers van wie het brutoloon te hoog is om in aanmerking te komen. Bovendien worden deze twee groepen, de behandelingsgroep en de controlegroep, beter vergelijkbaar gemaakt met behulp van de matchingmethode. Hun evolutie in de tijd wordt vervolgens vergeleken met behulp van de difference-in-differences-methode.
De resultaten tonen aan dat de werkbonus een positief effect had op de kans om aan het werk te blijven en dat hij voldoet aan zijn doelstelling van fiscale stimulans om te werken. In termen van arbeidsvolume heeft de werkbonus echter een zeer beperkte impact gehad. Het effect zou positief zijn, maar zelden statistisch significant. Ten slotte heeft de bonus een negatief effect gehad op de loonontwikkeling van de rechthebbende werknemers.
De analyses per werknemersgroep tonen heterogene effecten. Vrouwen zouden iets meer beïnvloed worden door de werkbonus als stimulans om te werken. Hun kans om aan het werk te blijven neemt iets sterker toe dan bij mannen. Daarnaast wordt hun loonontwikkeling iets minder neerwaarts beïnvloed dan bij mannen.
De analyse per leeftijdscategorie laat zien dat werknemers ouder dan 50 jaar het meest benadeeld zijn wat betreft de ontwikkeling van hun brutoloon. Het is dan ook voor deze groep werknemers dat het arbeidsvolume neerwaarts is beïnvloed door de werkbonus. Hieruit blijkt dat voor bepaalde groepen werknemers een dergelijke werkgelegenheidsmaatregel het omgekeerde effect kan hebben van wat oorspronkelijk de bedoeling was.
Een analyse per type prestatie laat ook verschillen zien in termen van arbeidsvolume en loonontwikkeling. Hoewel er geen significant effect lijkt te zijn voor deeltijdwerkers, vertraagt de bonus de ontwikkeling van het arbeidsvolume van voltijdwerkers enigszins Verder wordt de loonontwikkeling van deeltijdse werkers en werknemers met zeer korte en onregelmatige prestaties sterker negatief beïnvloed door de maatregel. Er moet worden opgemerkt dat, voor deze laatste categorie, de bonus de kans om aan het werk te blijven verhoogt.
Er werd ook een analyse per subcategorie uitgevoerd naar gewest van woonplaats en naar statuut (arbeider of bediende). Voor deze dimensies waren er zeer weinig verschillen tussen de categorieën.
Concluderend toont onze studie aan dat de werkbonus zijn doelstellingen op tewerkstellingsvlak bereikt, vooral doordat er meer mensen aan het werk blijven. Anderzijds verdient het negatieve effect op de groei van de brutolonen aandacht, ook al is het beperkt, omdat de maatregel op de lange termijn waarschijnlijk omgekeerde effecten zal hebben van wat gehoopt werd. Een evaluatie met recentere gegevens, bijvoorbeeld voor de periode na de hervorming in 2023, zou het mogelijk maken deze resultaten te bevestigen over een periode waarin de maatregel volledig is ingevoerd. Bovendien zou het gebruik van gegevens van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid het mogelijk maken om te onderzoeken of de werkbonus een stimulans is voor de overstap van werkloosheid naar werk. Dergelijke gegevens zouden ook analyses naar type huishouden en opleidingsniveau mogelijk maken. Een dergelijke analyse zou echter pas over een paar jaar kunnen plaatsvinden.