Fiscus belast uw loonindexering weg

België is opnieuw de internationale belastingkampioen. Op 24 mei 2022 publiceerde de OESO naar jaarlijkse gewoonte haar ‘Taxing Wages’-studie die de evolutie van de belastingdruk op arbeid in kaart brengt. Daaruit bleek dat België niet enkel de eerste plaats van meest belastende staat kon behouden, maar dat de belastingdruk ook steeg.


KOEN DE MUNCK, COMPETENTIECENTRUM FISCALITEIT & INVESTERINGEN


Daarmee komt een einde aan de sterkste daling van de belastingdruk sinds 2000, die werd ingezet onder de regering-Michel (zie onderstaande grafiek).

Evolutie loonwig voor lage (67%), midden- (100%) en hoge (167%) inkomens in België (2000-2021)


Opmerking: In geval van alleenstaande zonder kinderen met inkomensniveau in verhouding tot gemiddeld inkomen
Bron: OECD (2022). Comparison of total tax wedge. OECD (2021). Taxing Wedges.

In 2021 bedroeg de Belgische loonwig – kort gezegd de totale belastingdruk in verhouding tot de loonkost – voor een gemiddeld loon 52,6%. In vergelijking met 2020 gaat het om een stijging van 0,4 pp. Die stijging brengt ons zowat terug tot het (hogere) niveau van 2018 toen de loonwig ongeveer 52,7% bedroeg, en doet met andere woorden de (oude) taxshift grotendeels teniet. Daarmee gaat België opnieuw in tegen de Europese trend: niet alleen blijft de Belgische belastingdruk koppig bijna een kwart hoger dan het Europese gemiddelde van de EU (zie onderstaande grafiek), in de EU daalde de belastingdruk bovendien met 0,20 pp., in de Eurozone bleef die stabiel tegenover 2020.

Vergelijking loonwig België en Europese landen in % loonkost (2021)


Opmerking: In geval van alleenstaande zonder kinderen met gemiddeld inkomen
Bron: OECD (2022). Comparison of total tax wedge.

Zowel werkgevers als werknemers delen in de klappen: de verhoging voor de belastingdruk doet het nettoloon dalen en maakt het voor de werkgever duurder om eenzelfde nettoloon te garanderen. Indien de belastingdruk stabiel was gebleven had een alleenstaande met een laag inkomen op jaarbasis ongeveer 367 euro méér, met een gemiddeld inkomen 265 euro méér en met een hoog inkomen 309 euro méér. Om dat te compenseren moet de werkgever tussen 550 en 821 euro méér betalen. Opvallend is dat de stijging van de belastingdruk min of meer gelijk is voor de inkomensniveaus. Een verklaring daarvoor is de politieke onwil om te erkennen dat de progressiviteit, die de eerlijke bijdrage van de sterkste schouders moet garanderen, in de personenbelasting volledig uit de hand is gelopen en compleet vreemd is aan de evolutie van de reële lonen, inclusief de indexatie ervan. De huidige belastingschijven en tarieven zorgen voor een disproportionele last op de midden- en hoge lonen.

Wat met de recente minitaxshift? Die vormt slechts een doekje voor het bloeden. De uitbreiding van de werkbonus in combinatie met de afbouw van de BBSZ leverde de gezinnen hoogstens 400 euro op, evenwel diende die voornamelijk voor de lage inkomens. Het netto-effect daarbij is een gedeeltelijke compensatie voor een impliciete belastingverhoging voor de lage lonen en een aanzienlijke belastingverhoging voor de middenklasse.

Het volstaat niet meer om te spreken over een inefficiënte taxatie. De hoge belastingdruk op arbeid is een van onze grootste competitieve nadelen en belemmert de verdere uitbouw van onze kenniseconomie, en bijgevolg onze welvaart. Bovendien is, gezien de stijgende loonkosten in combinatie met een krapte op de arbeidsmarkt, een verhoging van de belastingdruk moordend voor de koopkracht van de werknemers en de opportuniteiten voor de bedrijven. Om in België een tewerkstellingsgraad van minstens 80% te bereiken moet dringend worden ingegrepen. De tijd is meer dan rijp om te evolueren naar een 21e-eeuwse belasting op arbeid waarbij méér werken ook méér loont. Een geslaagde globale fiscale hervorming bevat elementair een verbreding van de belastingschijven en een verlaging van de tarieven die rekening houdt met de economische en sociale realiteit.

--VBO

Mots clés