Mobiliteit : Belgen willen maximaal een half uur woon-werkverkeer !

In de aanloop naar de internationale week van de mobiliteit (16 tot 22 september) zoomt SD Worx in op de regionale verschillen in woon-werkverkeer.

> Brusselaars wonen gemiddeld het dichtst bij hun werk, maar zijn toch ook een uur onderweg per dag.

> Enkel Oost-Vlamingen doen nog langer over hun woon-werkverkeer, maar het verschil met inwoners van Antwerpen en Brussel wordt klein.

! De mentale grens voor woon-werkverkeer ligt rond de 1 uur per dag !

> West-Vlamingen en inwoners van Vlaams-Brabant zijn het meest tevreden. Limburgers zijn het meest ontevreden. Minstens een op drie werknemers ervaart woon-werkverkeer als tijdverspilling.

> Brusselaars zijn het meest productief tijdens hun traject: een op vijf zegt dan te kunnen werken.

Dit weten we uit het jaarlijks internationaal werknemersonderzoek van HR-specialist SD Worx. In België werden opnieuw meer dan 1.000 Belgen bevraagd.



Brusselaars wonen het dichtst bij het werk

Wie in de regio Brussel woont, legt gemiddeld 23 kilometer woon-werk verkeer af. Brusselaars wonen m.a.w. gemiddeld op ongeveer 12 kilometer van het werk. Hoewel ze het dichtst bij het werk wonen, zijn ze in verhouding het langst onderweg, gemiddeld 57 minuten per dag, of bijna een uur. Een op vijf (20%) heeft trouwens geen regelmatig woon-werkverkeer. Ook kunnen inwoners in Brussel bij hun werkgevers rekenen op een dag thuiswerk in de week. Bij ongeveer een kwart (27%) gaat het om een, twee of drie dagen thuiswerk in de week.
Brussel telt ook bijna een kwart ontevredenen (23%); dat is bijna net zo hoog als in de provincies Waals-Brabant (26%) en Henegouwen (24%). Een op vijf Brusselaars (20%) doet er langer over dan anderhalf uur per dag. Vier op de tien Brusselaars doen er langer over dan een uur.

Brusselaars zijn het meest productief tijdens hun traject: een op de vijf zegt dan te kunnen werken.

Wie in regio Brussel woont, wil maximaal 34 kilometer per dag afleggen. Negen op de tien woont en werkt in de eigen regio.

“Het grootstedelijk gewest Brussel trekt het meest pendelaars aan van de andere provincies, vooral uit Vlaams- en Waals-Brabant maar ook uit Oost-Vlaanderen. Het gemiddelde voor wie in Brussel werkt, bedraagt bijna anderhalf uur per dag (80 minuten heen en terug). Gemiddeld wil de Belg maximaal een half uur over het traject doen, of maximaal een uur per dag.” De specialist vervolgt: “Een op drie Belgen ervaart het woon-werkverkeer als tijdverspilling. Dit is ook het geval voor de Brusselaars, hoewel daar een recordaantal van een op vijf (20%) aangeeft tijdens het traject productief te kunnen werken. Brusselaars gaan ook sneller een dag (of meerdere) kunnen thuiswerken of hebben minder regelmatig woon-werkverkeer”, duidt Katleen Jacobs, Hr adviseur bij SD Worx als inzicht bij de studie.

West-Vlamingen meest tevreden

Driekwart van de West-Vlamingen is tevreden over de tijd die ze spenderen aan het woon-werkverkeer (73%). Dit is het hoogste cijfer van al onze provincies. In West-Vlaanderen zijn er ook minder werknemers ontevreden over hun pendeltijd dan gemiddeld: slecht een op tien (11%) is ontevreden. Het Belgisch gemiddelde ligt dubbel zo hoog: gemiddeld is een op vijf Belgen (20%) ontevreden over de pendeltijd.

In Vlaanderen zijn de West-Vlamingen het snelst thuis van het werk: met gemiddeld 51 minuten heen en terug per dag. Slechts een op tien doet er langer over dan anderhalf uur per dag. Slechts een kwart (24%) heeft meer dan een uur woon-werkverkeer per dag. Dat zijn de beste cijfers voor Vlaanderen. Meer dan negen op de tien West-Vlamingen werkt in de eigen provincie. Negen procent heeft geen regelmatig woon-werkverkeer. Gemiddeld verplaatsen inwoners in West-Vlaanderen zich 37 kilometer heen en terug. Afgerond wonen ze dus gemiddeld ongeveer 18 kilometer van het werk. Telewerk is er minder aan de orde; voor zeven op de tien West-Vlamingen zelfs helemaal niet.

Minst tevreden zijn Limburgers over de pendeltijd

Slechts de helft (53%) van de Limburgers is tevreden met de pendeltijd. Dit is het laagste cijfer in België. Een op vijf Limburgers (of 20%) is ontevreden. In Limburg ervaart 41% van de inwoners het woon-werktraject als tijdverspilling. Toch kennen zij de hoogste bereidheid om zich te verplaatsen voor het werk. Zo zijn inwoners in Limburg bereid 61 kilometer heen en terug te rijden, als het maar niet langer duurt dan een uur (59 minuten) heen en terug; met een gemiddelde effectieve tijd van 55 minuten per dag zitten velen tegen hun grens aan. Een op zes (17%) doet er langer over dan anderhalf uur. Zo goed als vier op de tien (37%) Limburger spenderen meer dan een uur aan hun woon-werkverkeer.

Een op de drie inwoners in Limburg kunnen bij hun werkgevers rekenen op 1, 2 of drie dagen thuiswerk in de week. Een op de tien heeft geen regelmatig woon-werkverkeer.

Vlaams-Brabant en Antwerpen: meer dan een op vijf uit pendelt langer dan anderhalf uur per dag

Wie in Vlaams- Brabant woont, doet gemiddeld 53 minuten over het traject heen en terug. Gemiddeld leggen ze 38 km af per dag (of 19 kilometer per traject). Zeven op de tien zijn tevreden over de pendeltijd. Vijftien procent kan productief zijn of werken tijdens het traject: dat is bijna zo hoog als de inwoners van Brussel (21%) als van Waals-Brabant (17%). Vlaams-Brabant telt (na Limburg) het minst ontevredenen inwoners (met 14%).

Ook de Antwerpenaren zitten gemiddeld bijna tegen het uur aan met 56 minuten gemiddeld. Qua afstand zitten ze gemiddeld het laagst in Vlaanderen, na Brussel (23 km): gemiddelde afstand bedraagt 32 km of 16 km enkel traject. Twee op de drie zijn tevreden (65%). Twaalf procent heeft geen regelmatig woon-werkverkeer. Bijna 17% is ontevreden.

Meer dan een op vijf pendelt langer dan anderhalf uur per dag. Met 22% van de Antwerpenaren en 20% van de inwoners uit Vlaams-Brabant sluiten ze aan bij de Oost-Vlamingen die het meest toppendelaars tellen (nl. 24%).

Thuiswerk is het meest aan de orde voor inwoners van Vlaams-Brabant, Limburg, Brussel en Oost-Vlaanderen. Het minst thuiswerk zien we bij wie woont in West-Vlaanderen en Antwerpen.


Oost-Vlamingen zijn ook in 2024 het langst onderweg

Wie in Oost-Vlaanderen woont, is gemiddeld het langst onderweg naar het werk: 60 minuten gemiddeld heen en terug. Dit blijft gelijk met vorig jaar (59 minuten). De verschillen tussen de provincies zijn wel klein. Brusselaars en inwoners van de provincie Antwerpen doen er bijna net zo lang over, met resp. 57 en 56 minuten.

Oost-Vlamingen tellen het meest pendelaars die er langer dan anderhalf uur over doen: nl. 24% of zo goed als een kwart van de Oost-Vlamingen zijn top-pendelaars. Vier op de tien doen er langer over dan een uur per dag.

Mentale grens op een uur woon-werkverkeer per dag

Belgen zijn Europees kampioen woon-werkverkeer. Grosso modo kan je zeggen dat onze mentale grens op 60 minuten woon-werkverkeer per dag ligt, of een half uur per traject. Inwoners van West-Vlaanderen houden het op maximum 54 minuten of 27 minuten enkel, maar zij werken het meest in eigen provincie.

Katleen Jacobs, hr- en juridisch adviseur bij SD Worx: “In alle regio’s zijn werknemers bereid meer kilometers af te leggen naar het werk, dan ze vandaag al doen, maar qua tijdsinvestering zitten we tegen onze grens aan. De vraag is hoe we de piekmomenten meer kunnen ontlasten. Oplossingen als glij-tijden kunnen ook helpen in productie-omgevingen, zodat er minder een verkeerspiek is tussen bv. 7 en 9 uur s ’morgens. Niet iedereen kan een dag van thuis werken. Waar het wel kan, is het de bedoeling het ganse team samen te brengen, ook de mensen die deeltijds werken. Daar zijn dinsdag en donderdag nog steeds topdagen voor en dus ook filedagen.”

Oost-Vlamingen het langst onderweg naar het werk



Over de werknemersbevraging

SD Worx, de toonaangevende Europese HR-dienstverlener, helpt organisaties met hun HR en payroll. Om te weten wat echt belangrijk is voor werkgevers en werknemers, voert SD Worx regelmatig enquêtes uit. De analyse van de meest recente enquête, de 'Navigator Series', biedt organisaties een kompas om door de uitdagingen van HR en payroll te navigeren. De enquête werd in februari 2024 uitgevoerd in 18 Europese landen: Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Ierland, Kroatië, Nederland, Noorwegen, Polen, Roemenië, Servië, Slovenië, Spanje, het VK en Zweden. In totaal werden 18.000 werknemers ondervraagd. De resultaten zijn gewogen en garanderen een betrouwbare weergave van de arbeidsmarkt in elk land.

In België gaat het over 1000 werknemers. Voor België wegen we voor taal, leeftijd, geslacht, opleiding, bedrijfsgrootte en regio tewerkstelling. Voor België liggen de weging coëfficiënten bijna allemaal onder de 1,7.


Mots clés

Articles recommandés

5 redenen waarom we een federale regering nodig hebben

Vlaams Opleidingsverlof: naar een definitieve verankering van het gemeenschappelijk initiatiefrecht