Aan de vooravond van 1 april 2024 staat België op het punt een reeks significante veranderingen te ondergaan, die diep ingrijpen op het economische, sociale en fiscale beleid van het land. Van aanpassingen in het minimumloon tot wijzigingen in de lage-emissiezones, deze ontwikkelingen zijn gericht op het aanpakken van actuele uitdagingen zoals duurzame ontwikkeling, sociale inclusie en economische concurrentiekracht.
Minimumloon: Op 1 april 2024 zal het minimumloon een belangrijke drempel overschrijden door de 2.000 euro bruto te overstijgen, met een verhoging van 35,7 euro bruto per maand. Deze vooruitgang, het resultaat van interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022 (eerste verhoging van 76,28 euro geregistreerd op 1 april 2022), zal ongeveer 80.000 werknemers beïnvloeden, een stap naar een betere beloning voor arbeid in België.
Teamwerk en bedrijfsvoorheffing: Sinds 1 april 2022 is de wetgeving betreffende de gedeeltelijke vrijstelling van de voorafbetaling van de bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid of nachtarbeid gewijzigd. Er is nu vereist dat de premie voor deze soorten werk een minimumbedrag bereikt om in aanmerking te komen voor deze vrijstelling. Bovendien is gespecificeerd dat vanaf 1 april 2024 de premie niet alleen dit minimumbedrag moet respecteren, maar ook moet worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO), het arbeidsreglement of het individuele arbeidscontract. Werkgevers hadden tot 31 maart 2024 de tijd om zich aan deze nieuwe voorwaarde aan te passen.
Flexi-jobs: Vanaf januari 2024 worden de toegangsvoorwaarden voor flexi-jobs versoepeld, waardoor een groter aantal sectoren van deze flexibiliteit kan profiteren. Sectoren hebben nu de mogelijkheid om te kiezen voor het integreren (opt-in) of uitsluiten (opt-out) van flexi-jobs, een beslissing die moet worden bekrachtigd door een koninklijk besluit. Voor 2024 kunnen sectoren deze beslissingen elk kwartaal nemen, maar vanaf 2025 is dit alleen nog mogelijk op jaarbasis. De uitvaartsector (PC 320) heeft een overeenkomst gesloten die flexi-jobs beperkt, vanaf 1 april 2024, tot rollen die ook incidenteel werk toestaan, zoals dragers. Evenzo sluit een overeenkomst in de PC 323 huishoudelijk werkers uit van in aanmerking komen voor flexi-jobs vanaf 1 april 2024.
Arbeidsongeschiktheid en outplacement: De wetgeving wijzigt de verplichting van de werkgever in geval van contractbeëindiging vanwege definitieve arbeidsongeschiktheid. In plaats van het aanbieden van outplacementbegeleiding, moet de werkgever nu 1.800 euro storten in een "Terug naar Werk"-fonds beheerd door het RIZIV. Deze maatregel is bedoeld om de inspanningen voor professionele re-integratie te centraliseren en het gebruik van beschikbare middelen te optimaliseren.
Arbeidsongeschiktheid en BIM: De automatisering van de opening van de BIM-status (Bijzondere InterventieMaatregelen) voor bepaalde kwetsbare personen zal de toegang tot zorg en hulp vergemakkelijken, met een positieve impact op ongeveer 60.000 mensen. Deze maatregel is bedoeld om procedures te vereenvoudigen en een bredere dekking te verzekeren.
Vrijstelling van bedrijfsvoorheffing: De aanpassing van de gedeeltelijke vrijstelling van de vooruitbetaling van de bedrijfsvoorheffing voor ploegenarbeid of nachtarbeid is bedoeld om deze flexibele werktijden aan te moedigen, ter ondersteuning van productiviteit en werkgelegenheid.
Federal Learning Account (FLA): De oprichting van de FLA vereenvoudigt de registratie en opvolging van professionele opleidingen, erkennend hun cruciale belang voor de inzetbaarheid van werknemers en het behoud van talent. Vanaf 1 april 2024 is het verplicht voor uw werkgever om elke opleiding die u volgt te registreren in het FLA. Dit platform start in een 'intermediaire' modus tot december 2024.
Kinderopvang in Vlaanderen: Vanaf 1 april zullen gesubsidieerde kinderopvangdiensten in Vlaanderen herziene prioriteitsrichtlijnen volgen. Volgens deze richtlijnen zullen kinderopvangaanbieders beperkt zijn tot het reserveren van slechts maximaal 10% van hun plaatsen voor kinderen uit kwetsbare gezinnen. Voorheen waren zij verplicht om 20% van deze plaatsen te reserveren.
Sociale energietarieven: De aanzienlijke verlagingen van de sociale tarieven voor elektriciteit en aardgas, respectievelijk 22,7% en 19,3%, vormen een directe steun voor huishoudens met lage inkomens in een context van volatiele energieprijzen.