De nieuwe Belgische regering wil zich volledig inzetten voor de strijd tegen fiscale fraude.
1. Mensenlijke middelen versterken, maar procedurewapens schrappen
Over het geheel genomen lijken de resultaten mij vrij evenwichtig.
Het regeerakkoord voorziet weliswaar in een versterking van de personele middelen van de fiscus (het aanwerven van 300 personeelsleden voor fiscale fraudebestrijding, met name bij de Bijzondere Belastinginspectie), maar ontneemt de fiscus ook waardevolle wapens op het vlak van de fiscale procedure. In dit verband wil ik de aandacht vestigen op de volgende twee maatregelen, die in fiscale kringen heel wat stof hebben doen opwaaien:
Ik wil graag even terugkomen op de volgende maatregelen, die de onderzoeksbevoegdheden van de belastingadministratie versterken, in het bijzonder met betrekking tot beleggers in cryptocurrency.
2. Snellere en betere toegang tot financiële informatie
Het regeerakkoord versoepelt de toegang van de fiscus tot het centraal aanspreekpunt (CAP), de databank van de Nationale Bank van België (NBB) die bepaalde gegevens bevat die (onder meer) door financiële instellingen worden verstrekt (zoals de identiteit van hun klanten, hun bankrekeningnummers, enz.)
De fiscale administratie zal, in het geval van voldoende en nauwkeurige aanwijzingen van fraude of een indiciair tekort (dit betekent wanneer de belastingadministratie een verschil vaststelt tussen de uitgaven van een belastingplichtige – bijvoorbeeld bij de aankoop van een Ferrari – en de inkomsten die hij opgeeft aan de belastingadministratie) en na machtiging van een ambtenaar in de rang van adviseur generaal, het CAP rechtstreeks kunnen raadplegen. Hoewel de belastingadministratie de belastingplichtige op de hoogte moeten brengen van deze raadpleging, dient ze dit pas te doen binnen een maand na de raadpleging zelf van het CAP. Het regeerakkoord bepaalt niettemin dat de overheid het recht op privéleven en het recht van verdediging zal vrijwaren.
Dit betekent een paradigmaverschuiving. Vandaag moet de fiscus eerst proberen de nodige informatie te verkrijgen bij de belastingplichtige zelf door middel van een vraag om inlichtingen. Dit staat in het jargon bekend als het getrapte mechanisme voor de opheffing van het bankgeheim. Het is dus pas als de belastingplichtige geen informatie verstrekt, omdat hij de gevraagde informatie achterhoudt of niet wil verstrekken, dat de Administratie informatie kan verkrijgen van het CAP over bij welke Belgische financiële instelling de betrokken belastingplichtige een rekening heeft, en vervolgens contact kan worden opgenomen met de financiële instelling om informatie te verkrijgen over de belastingplichtige (de klant van de bank). In de loop van haar onderzoek moet ze echter over één of meer aanwijzingen van fiscale fraude beschikken of moet ze een indiciaire taxatie overwegen.
3. Mededeling van cryptorekeningen en buitenlandse financiële rekeningen aan het CAP
Enkele jaren geleden werden Belgische banken gedwongen om Belgische rekeningsaldi door te geven aan het CAP.
De Arizonaregering is niet van plan om het hierbij te laten. Het regeerakkoord bepaalt nu dat ook cryptorekeningen aan het CAP zullen moeten worden gemeld, net als buitenlandse financiële gegevens die de fiscus al automatisch heeft ontvangen (CRS-formulieren).
4. Datamining
Er zal ook een wettelijk kader worden gecreëerd voor het gebruik van gegevens van het CAP in het kader van anonieme datamining, met het oog op het selecteren van bestanden (die het voorwerp zullen uitmaken van een fiscale controle).
5. DAC 8
Naar mijn mening betekenen deze maatregelen vrijwel het einde van de anonimiteit voor houders van rekeningen met cryptocurrencies.
De DAC 8-richtlijn, aangenomen in oktober 2023, die nieuwe rapportageverplichtingen invoert met betrekking tot cryptocurrencies en crypto-activa, versterkt deze vaststelling.
De sector van de cryptocurrencies en crypto-activa leverde grote problemen op voor de belastingautoriteiten. Voor de fiscus is het geen sinecure om de realisatie van meerwaarden (en andere belastbare inkomsten) op crypto-activa op te sporen. Ze heeft geen toegang tot deze informatie via CRS (DAC2), aangezien cryptocurrencies niet worden aangehouden op financiële rekeningen die onderworpen zijn aan automatische informatieuitwisseling (en dienstverleners die verband houden met virtuele valuta’s vallen niet onder CRS/DAC7).
De introductie van crypto-CRS, via DAC 8, zal dat allemaal veranderen! Hoewel DAC 8-rapportage pas op 1 januari 2026 van kracht wordt, kunnen aanbieders van crypto-activa nu al anticiperen op de implementatie ervan.
Meer dan ooit moeten houders van crypto-activa ervoor zorgen dat ze hun fiscale verplichtingen nakomen. Door dit te doen, voorkomen ze niet alleen problemen met de belastingadministratie, maar ook met hun bankiers: naleving is essentieel als ze hun “virtuele” valuta willen kunnen overboeken naar een “echte” bank (AML).
6. Beleggers in cryptocurrencies in het vizier van de fiscus
Alles wat tastbaar is, is potentieel belastbaar.
Beleggers in cryptocurrencies en andere crypto-activa zullen in de nabije toekomst waarschijnlijk te maken krijgen met de toorn van de fiscus:
We kunnen ook verwachten dat sommige beleggers in cryptocurrency / crypto-activa gebruik zullen maken van de nieuwe fiscale regularisatie…
Denis–Emmanuel Philippe
[i] Sinds een wet eind 2022 werd aangenomen, kan de Belgische belastingadministratie een rechter om een dwangsom vragen wanneer een belastingplichtige weigert toegang te verlenen tot bepaalde beroepslokalen, bepaalde documenten te overhandigen, toegang te verlenen tot computersystemen, enz. In twee vonnissen van 15 april 2024 heeft de Rechtbank van Eerste Aanleg in Brugge een schok teweeggebracht in het Belgische fiscale landschap toen ze voor het eerst een belastingplichtige die geweigerd had BBI-inspecteurs toegang te verlenen tot zijn ‘cloud’ veroordeelde tot een dwangsom van 2.500 euro per dag