De investeringsbeslissingen die de toekomst van de industrie in België zullen bepalen, worden nu genomen. En op dit moment zien die er niet goed uit.
Bijna drie jaar geleden schreef ik een column met de titel ‘SOS industrie’ over hoe onze industrie zwaar onder druk stond. Sindsdien is de situatie er helaas niet op verbeterd, met nu de energiehandicap en de handelsoorlog als bijkomende problemen.
In de jaren 90 en het eerste deel van de jaren 2000 groeide de industriële activiteit in ons land mee met het Europese gemiddelde. Vanaf 2008 kwam daar een opmerkelijke verandering in.
Eind 2024 lag de toegevoegde waarde in de maakindustrie in ons land 4 procent lager dan eind 2007. In dezelfde periode groeide de Europese industrie met 15 procent, en dat was ook de gemiddelde groei in onze buurlanden. In Europa deden alleen Finland (dat de Nokia-klap van 2008 nooit te boven kwam), Griekenland (dat de jongste jaren wel een spectaculair herstel na zijn diepe crisis ingezet heeft) en Italië (dat in een soort permanente stagnatie zit) nog slechter.
Dat de terugval in industriële activiteit bij ons nog ietwat beperkt blijft, is bovendien vooral te danken aan één sector. Van 2007 tot 2022 nam de toegevoegde waarde in de farma toe met bijna 200 procent. In de rest van de maakindustrie zakte die bijna 20 procent.
De vooruitzichten op korte termijn zijn niet meteen rooskleurig. Doordat de energieprijzen bij ons duidelijk hoger blijven dan in grote delen van de rest van de wereld staat onze energie-intensieve industrie onder zware druk. Een recente analyse van de Nationale Bank toont dat die sectoren bij ons overwegend energie-intensiever zijn dan in de buurlanden, waardoor die energiehandicap nog harder aankomt. 2025 wordt dus een nieuw moeilijk jaar voor onze energie-intensieve industrie. Het ondernemersvertrouwen in de basischemie zakte in mei naar het laagste niveau ooit.
Daarnaast dreigen de invoerheffingen van Amerikaans president Donald Trump vooral de industrie te raken. Er is nog veel onzekerheid over wat die heffingen uiteindelijk worden, maar sowieso zullen ze een negatieve impact hebben op onze industrie. Voorlopig bleef farma nog buiten schot, maar Trump kondigde al aan dat daar binnenkort verandering in komt.
Anders dan drie jaar geleden staat de industrie ondertussen op alle beleidsniveaus op de agenda. Europa lanceerde een hele reeks plannen om de industrie te versterken, de federale regering zette MAKE 2030 op - een interfederaal plan om de industrie te redden - en in de Vlaamse productiviteits- en competitiviteitsagenda is er ook specifieke aandacht voor de industrie.
Voorlopig blijft het evenwel bij plannen en laten de concrete maatregelen op zich wachten. De investeringsbeslissingen die de toekomst van de industrie in België zullen bepalen, worden nu genomen. En op dit moment zien die er niet goed uit. Om de vele hindernissen voor onze industrie - energie, loonkosten, vergunningen, regulering, ruimte… - zoveel mogelijk te beperken moeten we dringend een paar versnellingen hoger schakelen.