Sinds september 2022 voert Justitie de korte gevangenisstraffen tussen 2 en 3 jaar opnieuw uit, voor het eerst in 50 jaar. Hierdoor zijn intussen 598 straffen toch uitgevoerd in de gevangenis. Minister Van Quickenborne wil zo straffeloosheid tegengaan. Vanaf 1 september 2023 zullen ook de straffen tussen 6 maanden en 2 jaar consequent worden uitgevoerd. Kortgestraften komen in aanmerking om hun straf uit te zitten in een detentiehuis. In de nieuwe detentiehuizen van Kortrijk en in Vorst werden het voorbije jaar 57 veroordeelden ondergebracht. Op basis van het eerste jaar maakt Justitie een evaluatie op en trekt het er vijf lessen uit.
Sinds de jaren ‘70 werd er in ons land stelselmatig voor gekozen om korte straffen niet meer uit te voeren. Deze maatregelen werden genomen om het chronische plaatsgebrek in de gevangenissen tevergeefs het hoofd te bieden. Zo werden tot voor kort de meeste straffen onder de 3 jaar niet uitgevoerd of automatisch omgezet in elektronisch toezicht.
De ervaring leert echter dat dit paradoxaal genoeg bijdraagt aan de overbevolking in de gevangenissen. Beginnende criminelen wanen zich immers onaantastbaar en groeien ongestraft uit tot beroepscriminelen, die na een opeenstapeling van straffen plots lang naar de gevangenis moesten. Rechters gaan ook steeds zwaardere straffen opleggen (van bijvoorbeeld 37 maanden) om ervoor te zorgen dat veroordeelden toch hun straf effectief zouden moeten uitzitten. Bovendien kan het ook bijdragen aan de hogere percentage gevangenen in voorhechtenis in ons land. Het zijn allemaal factoren die ervoor zorgen dat het niet uitvoeren van de korte gevangenisstraffen zorgt voor overbevolking in de gevangenissen. Het draagt bovendien bij aan de hoge graad van herval in criminele activiteiten in ons land.
Minister van Justitie Van Quickenborne: “Ik bezocht vorig jaar de gevangenissen in Finland. Daar kampten ze in de jaren ‘60 met net dezelfde problemen. Enkel door het roer radicaal om te gooien hebben ze de vicieuze cirkel kunnen keren. Niet door zwaardere straffen op te leggen, maar wel door korte straffen effectief uit te voeren en gedetineerden intensief te begeleiden hebben ze de vicieuze cirkel kunnen doorbreken. Dat moeten wij ook doen.”
In 2006 reeds werd een wet gestemd om de straffen onder de 3 jaar effectief uit te voeren. De inwerkingtreding hiervan werd echter keer op keer uitgesteld door alle volgende regeringen. Telkens werd het plaatsgebrek in de gevangenissen hiervoor als reden aangegeven. Minister Van Quickenborne heeft deze cirkelredenering doorbroken door sinds vorig jaar de korte straffen gefaseerd uit te voeren. Sinds 1 september 2022 worden de opgelegde straffen tussen 2 en 3 jaar effectief uitgevoerd. Dat is goed voor in totaal 598 veroordeelden die een straf moesten uitzitten die ze tot voor kort niet hadden moeten ondergaan of die vervangen zou worden door een enkelband. Dat gaat onder meer over veroordelingen voor huiselijk geweld, diefstallen of drugs dealen. Vanaf 1 september 2023 zullen ook de straffen tussen 6 maanden en twee jaar worden uitgevoerd.
Van Quickenborne: “Ik besef dat dit geen evidente keuze is op een moment dat onze gevangenissen al zo vol zitten. Dit vergt veel van ons personeel in de gevangenissen die uitstekend werk leveren in moeilijke omstandigheden. Maar ik wil niet kiezen voor ‘pappen en nathouden’. We moeten dit structureel aanpakken en door de zure appel heen bijten. Er zal nooit een goed moment komen om het roer zo drastisch om te slaan, maar we hebben de voorbije jaren hard gewerkt aan oplossingen om dit mogelijk te maken. Het is de enige manier om structureel de overbevolking in onze gevangenissen aan te pakken.”
Door het openen van de nieuwe gevangenissen in Haren (Brussel) en Dendermonde, maar ook door het langer openhouden van de gevangenissen in Sint-Gillis en Oud-Dendermonde, komt er heel wat capaciteit bij. Bovendien werd fors geïnvesteerd in extra personeel en begeleiding. In de gevangenissen van Haren en Dendermonde zijn detentiebegeleiders aan de slag die gedetineerden vanaf dag 1 begeleiden om hun leven terug in handen te nemen en zich voor te bereiden op een succesvolle re-integratie na strafeinde. De aanwervingen zijn lopende om op termijn in alle gevangenissen detentiebegeleiders in te zetten. In totaal zijn al 462 detentiebegeleiders aan de slag. Specifiek voor kortgestraften wordt sinds kort ook ingezet op detentiehuizen. De eerste detentiehuizen werden reeds geopend in Kortrijk en Vorst. Het komende jaar volgen er nog verschillende detentiehuizen op andere plaatsen.
Bij de uitvoering van de korte straffen werd er bewust voor gekozen om straffen onder de 6 maanden niet uit te voeren. Dat is omdat die in het nieuwe Strafwetboek dat de regering op 20 juli goedkeurde niet meer zullen bestaan. Experts zijn het erover eens dat zo’n korte straffen verhoudingsgewijs veel detentieschade veroorzaken (door jobverlies, sociale impact) terwijl er weinig tijd is om de veroordeelde succesvol intensief te begeleiden. In het nieuwe Strafwetboek wordt daarom in zo’n gevallen steeds geopteerd voor andere straffen zoals werkstraffen of cursussen agressiebeheersing. Het nieuwe Strafwetboek is het sluitstuk van de stille revolutie die volop gaande is in de strafuitvoering. Waar het huidige Strafwetboek, dat dateert uit 1867, enkel uitgaat van de gevangenisstraf of de geldboete als mogelijke straf, werd in het nieuwe Strafwetboek een veel modernere aanpak uitgewerkt. Op basis van de hedendaagse wetenschappelijke inzichten is gekozen voor een breed scala aan straffen op maat. Voor heel wat misdrijven wordt er niet langer gekozen voor de gevangenisstraf als standaardoplossing.
De aanpak op maat met detentiebegeleiders en detentiehuizen zijn een cruciaal onderdeel van deze nieuwe manier van werken. Kortgestraften met een laag risicoprofiel die gemotiveerd zijn om hun leven over een andere boeg te gooien, komen in aanmerking om hun straf uit te zitten in een detentiehuis. Terrorismeveroordeelden en zedendelinquenten komen niet in aanmerking. Dat concept is nieuw sinds deze legislatuur en intussen bestaan er twee: Kortrijk (september 2022) en in Vorst (juni 2023). De opening van de detentiehuizen in Ninove, Olen en Zelzate staat op de planning voor het komende jaar en ook op andere locaties zijn er projecten in voorbereiding. Met behulp van detentiebegeleiders worden kortgestraften daar vanaf de eerste dag voorbereid op een succesvolle re-integratie in de maatschappij. Stap voor stap, soms met vallen en opstaan, proberen ze hun leven opnieuw op de rails te krijgen.
Minister Van Quickenborne: “Het eerste detentiehuis van ons land heb ik bewust geopend in mijn eigen stad. Want ik merk heel wat koudwatervrees bij lokale besturen. Iedereen is voorstander van het principe, maar vaak overheerst het NIMBY-gevoel. Dat maakt het er niet makkelijker op om die omslag te realiseren, maar we werken hier volop op verder. De ervaringen van een eerste jaar detentiehuis in Kortrijk, en in beperktere mate van dat in Vorst, tonen nochtans aan dat dit de enige juiste aanpak is. De lessen die we daaruit trekken, zijn ook zeer nuttig als voorbereiding op de periode na 1 september wanneer we ook de straffen onder de twee jaar uitvoeren.”
Les 1: wees streng maar rechtvaardig
Verblijf in een detentiehuis is een gunst die enkel toegekend wordt indien er sprake is van schuldinzicht en voldoende motivatie is. De kortgestraften die er opgenomen worden, moeten bovendien uit de streek van het detentiehuis komen zodat ze vanuit het detentiehuis hun leven terug kunnen opbouwen door werk en een woonst te zoeken. Een positieve ingesteldheid en willen werken aan zichzelf is een belangrijke voorwaarde. Een gebrek aan motivatie en asociaal gedrag weegt op de hele groep en trekt de algemene moraal naar beneden. Wie zich niet aan de regels houdt, vliegt daarom onverbiddelijk terug naar de gevangenis. Van de 57 mensen die werden opgenomen in de detentiehuizen werden er daarom al 8 teruggestuurd. De redenen daarvoor zijn uiteenlopend. Het ging onder meer over te laat terugkomen bij een uitgaansvergunning of hervallen in verslaving.
Onder de personen bij wie de passage in het detentiehuis geen goede match bleek, kampten sommigen met een verslavingsproblematiek. De ervaring na 1 jaar leert dat het starten met een afkickprogramma op hetzelfde moment dat men in een detentiehuis toekomt en meer vrijheid en verantwoordelijkheid krijgt, een te moeilijke combinatie is voor sommige gedetineerden die kampen met een verslavingsproblematiek. Tegelijk afkicken, zoeken naar werk, streven naar een gestructureerd leven en breken met oude gewoontes is vaak te veel hooi op de vork. Het is daarom belangrijk dat dergelijke veroordeelden reeds enige tijd gestart zijn met een afkickprogramma in de gevangenis en de acute ontwenning reeds doorlopen hebben alvorens in het detentiehuis kunnen plaatsnemen. Deze legislatuur worden in alle gevangenissen drugsbegeleidingsprojecten opgestart. Momenteel zijn er reeds 17 gevangenissen met zo’n programma, waarvan 11 deze legislatuur opgestart. Binnenkort gaan nog drie gevangenissen hiermee van start.
Les 2: een job maakt het verschil
In Kortrijk zijn intussen 18 bewoners doorgestroomd naar de vrije samenleving, vooralsnog zonder te hervallen in strafbare feiten. De meesten onder hen verlieten het detentiehuis nadat ze werk vonden en een nieuwe woonst. Zij gaven aan dat werken hen opnieuw structuur, een zinvolle bezigheid en het gevoel van eigenwaarde bood. Werken is vaak de sleutel is om opnieuw stabiel op eigen benen te staan. Van de huidige 24 bewoners van het Kortrijkse detentiehuis had slechts 1 persoon op voorhand een job. Intussen hebben 7 van hen vanuit het detentiehuis werk gevonden, onder andere als keukenhulp in een restaurant, ramenplaatser, magazijnier, plaatser van reclamemateriaal, mecanicien in een autogarage en medewerker een maatwerkbedrijf. Anderen doen ook interimjobs in afwachting van een vaste betrekking. Andere bewoners staan in voor huishoudelijke taken en het helpen bereiden van maaltijden. In het detentiehuis is ook een werkruimte waar diensten worden geleverd voor Cellmade, het tewerkstellingplatform van het gevangeniswezen.
De ervaring van het voorbije jaar bevestigt ook hoe belangrijk een passende job is voor de motivatie om succesvol te re-integreren. Zo kwam er iemand in het detentiehuis aan die al snel een job vond in de voedingssector. De job bleek echter niet op zijn lijf geschreven. Pas toen uit gesprekken bleek dat de man een passie had voor automechaniek en hij een job vond in een autogarage, boekte hij vooruitgang. Door een job te vinden die talenten benut, kon hij zich beter motiveren om elke morgen naar het werk te vertrekken en groeide zijn eigenwaarde. Het is een treffend voorbeeld van het belang van een job op maat. De bewoner die al werk had bij aankomst, kon zijn werk behouden net omdat hij meteen na de veroordeling in het detentiehuis terechtkon. Ook in Vorst zijn alle 7 bewoners aan het werk, zowel voor Cellmade of als verantwoordelijke voor huishoudelijke taken. Voorlopig werkt daar nog niemand buitenshuis.
Les 3: zorg voor sport, ontspanning en sociaal contact
Veel bewoners willen breken met hun verleden en eventuele slechte vrienden. Vanzelfsprekend is dat niet. Eenzaamheid of verveling kunnen de kop op steken en dan hervalt men makkelijker in oude gewoontes. 1 jaar detentiehuis bevestigt het belang van voldoende aanbod aan sport, hobby’s en sociale activiteiten. Hieraan werken detentiehuizen dan ook hard, zowel door zelf activiteiten op te zetten of de samenwerking aan te gaan met middenveldorganisaties. De bewoners de kans geven om zich open te stellen voor nieuwe sociale interacties en maatschappelijk engagement is een belangrijke factor.
Zo spelen verschillende Kortrijkse bewoners in voetbal- en basketbalploegen van Younited Belgium. Dat is een organisatie die mensen, vaak uit kwetsbare doelgroepen, verbindt door middel van sport. De detentiehuizen organiseren thema-avonden, boekvoorstellingen en workshops waarop ook mensen van buiten het detentiehuis welkom zijn. In juli was er in het Kortrijkse detentiehuis nog de voorstelling van het boek ‘Asem’, waarbij schrijfster en actrice Leen Dendievel kwam getuigen over moeilijke levenskeuzes, het overwinnen van angsten, het leren omgaan met stress en meer. Geïnteresseerden uit de buurt mengden zich probleemloos tussen de bewoners en dronken samen een kop koffie. In augustus nemen enkele bewoners deel aan het project MooiMakers van de Vlaamse overheid en in september en oktober vinden workshops ‘slam poetry’ plaats, zowel voor bewoners van het detentiehuis en andere geïnteresseerden. De bewoners helpen mee organiseren en dat geeft hen ook verantwoordelijkheidszin.
Les 4: liever stevig op eigen benen dan snel op vrije voeten
In een klassieke gevangenis willen alle gedetineerden doorgaans zo snel mogelijk weg, van zodra ze in aanmerking komen voor vrijheid onder voorwaarden of vervroegde invrijheidsstelling, dienen ze hiervoor aanvragen in. In een detentiehuis ligt dat anders, wijst de ervaring van het voorbije jaar uit. Vaak geven bewoners aan dat ze pas willen vertrekken wanneer ze hun leven voldoende op orde hebben.
Velen vonden dankzij het detentiehuis voor het eerst sinds lange tijd een stabiele levensstijl. Ze beseffen dat ze die stabiliteit snel kunnen verliezen door één zwak moment na hun vrijlating. Zich klaar voelen om opnieuw op eigen benen te staan en niet te hervallen in oude gewoonten, is voor veel bewoners belangrijker dan de dag waarop ze in aanmerking komen voor vrijheid onder voorwaarden.
Les 5: veranker in het stedelijk weefsel
Bewoners moeten aanknopingspunten en rolmodellen hebben in de samenleving waar ze binnenkort weer toe zullen behoren, onder andere via tewerkstelling, opleiding of socio-culturele activiteiten. Als er verplaatsingen nodig zijn, gebeurt dat met het openbaar vervoer of met de fiets. De aanwezigheid van een uitgebreid openbaar vervoersnetwerk zoals dat van een stad of verstedelijkt gebied is belangrijk gebleken. Bewoners die een uitgaansvergunning kregen om te gaan werken, solliciteren of een opleiding te volgen, raken vlot op hun bestemming en op tijd terug in het detentiehuis.
In een landelijk gebied waar maar weinig bussen passeren, zou dat al moeilijker verlopen. Voor een bewoner die voor het eerst sinds lange tijd opnieuw werkt, is laagdrempeligheid niet te onderschatten. Bovendien zijn er in een stedelijke context praktisch gezien meer mogelijkheden om samenwerkingen aan te gaan met actoren uit het middenveld. Zo ging het Kortrijkse detentiehuis de samenwerking aan met hogeschool VIVES. Verschillende groepen leerlingen uit de richting maatschappelijk werk namen de werking van het detentiehuis onder de loep en bedachten projecten om de re-integratie van de bewoners te bevorderen. Een van de voorstellen was het buddyproject, waarbij elke bewoner een student als buddy krijgt. Minister Van Quickenborne besliste om het project mee te ondersteunen zodat het kan uitgevoerd worden tijdens het komende academiejaar.