Aandelen van een familiale vennootschap kunnen - onder specifieke voorwaarden - tijdens het leven worden geschonken met vrijstelling van schenkbelasting. Voorafgaand aan de schenking kan aan Vlabel (dienst voorafgaande attesten) worden gevraagd om te bevestigen dat de vennootschap daadwerkelijk kwalificeert als een familiale vennootschap (d.m.v. een zogenaamd test-attest). Stel dat Vlabel het gunstregime voor familiale vennootschappen bevestigt, kan hij alsnog op zijn beslissing terugkomen ten tijde van de schenking? Gentse rechtspraak zegt van niet!
Voorafgaand positief attest en ongewijzigde situatie op moment van schenking: vertrouwensbeginsel verplicht Vlabel om gunstregime familiale vennootschappen toe te passen
Een klassiek tafereel: een ouder wenst, in het kader van zijn vermogensplanning, zijn aandelen van zijn familiale vennootschap bij leven te schenken aan zijn kinderen. Fiscaal gezien kan de schenking van aandelen van een familiale vennootschap (onder specifieke voorwaarden) worden gedaan met vrijstelling van schenkbelasting (i.e. het gunstregime voor familiale vennootschappen).
Met het oog op deze schenking dient de ouder een voorafgaandelijke aanvraag in bij de Vlaamse Belastingdienst (hierna ook: Vlabel) ter bevestiging dat de vennootschap wel degelijk kwalificeert als een familiale vennootschap, zodat de schenking met “zekerheid” kan plaatsvinden met vrijstelling van schenkbelasting. Goed nieuws: Vlabel verleent een positief test-attest en kwalificeert de betrokken vennootschap als een familiale vennootschap!
De vraag is nu of Vlabel op een later tijdstip (meer bepaald ten tijde van de schenking) mag terugkomen op het door hem gunstig verleende test-attest? Dat dit mogelijk is bij een wijziging van omstandigheden of bij een onjuiste voorstelling van feiten staat buiten kijf. Maar is dit ook mogelijk wanneer de omstandigheden of de feiten exact dezelfde zijn gebleven? Vlabel dacht althans van wel.
Ingevolge recente rechtspraak van de rechtbank van eerste aanleg te Gent geveld in het najaar van 2022 (meer bepaald vonnis d.d. 29 september 2022, rolnr. 21/542/A en vonnis d.d. 4 oktober 2022, rolnr. 21/1031/A) moet de burger - na ontvangst van een voorafgaand positief test-attest - er redelijk op kunnen vertrouwen dat zijn vennootschap voldoet aan de voorwaarden om te kunnen genieten van het gunstregime voor familiale vennootschappen in de schenkbelasting. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar dit was de laatste tijd allerminst zo.
Vlabel was in verschillende dossiers op het ogenblik van de schenking plots van oordeel dat de betrokken vennootschap toch niet kwalificeert als een familiale vennootschap. Dit in tegenstelling tot het voorafgaandelijk oordeel van de dienst voorafgaande attesten, waarbij de onderliggende vennootschapsrechtelijke situatie ongewijzigd was gebleven en de feiten correct werden weergegeven.
Houdt een dergelijk optreden van Vlabel dan geen schending in van het vertrouwensbeginsel? Het vertrouwensbeginsel betekent dat de burger of belastingplichtige moet kunnen vertrouwen op toezeggingen of beloften die de overheid in een concreet geval heeft gedaan, vermits de burger of belastingplichtige zijn handelen in de praktijk hierop zal afstemmen.
Bij het afleveren van een voorafgaand attest worden de wettelijke voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vrijstelling van de schenkbelasting voor familiale vennootschappen getoetst aan de concrete omstandigheden van het dossier. Wanneer Vlabel oordeelt dat de desbetreffende schenking in aanmerking komt voor de vrijstelling, kan dit niet anders worden beschouwd dan als een concrete toezegging vanwege het fiscaal bestuur.
Volgens de rechtbank van eerste aanleg te Gent schendt Vlabel het vertrouwensbeginsel wanneer hij in een voorafgaand attest oordeelt dat de schenking in aanmerking komt voor de vrijstelling voor familiale vennootschappen, maar ten tijde van de schenking alsnog overgaat tot het heffen van de schenkbelasting, zonder dat
Bron: Cazimir Advocaten, februari 2023