Vlabel aanvaardt de zakelijke subrogatie van rechtswege bij een wettelijke terugkeer, ongeacht het tijdstip van de schenking en het overlijden

Vlabel publiceerde op 11 mei 2023 een standpunt (nr. 23014) waarin de zakelijke subrogatie van rechtswege in geval van wettelijke terugkeer wordt aanvaard voor situaties die ressorteren onder het oude recht, in navolging van een arrest van het hof van beroep te Gent van 27 september 2022.

In dit artikel zetten we kort uiteen wat dit precies betekent en wat de concrete implicaties op reeds gedane schenkingen zijn.

HET BURGERLIJK RECHT VOORZIET EEN RECHT VAN WETTELIJKE TERUGKEER (ART. 4.24 BW)

Het burgerlijk erfrecht voorziet een wettelijke terugkeer van de geschonken goederen naar de schenker bij het vooroverlijden van de begiftigde. Hiervoor moet aan drie voorwaarden voldaan zijn. Ten eerste moet het gaan om een schenking van (groot)ouders(s) aan (klein)kind. Ten tweede moeten de geschonken goederen zich nog in natura in de nalatenschap van het overleden (klein)kind bevinden, of bij vervreemding, moet er nog een schuldvordering in de nalatenschap aanwezig zijn. Hieruit volgt ook dat het (klein)kind niet ten kosteloze titel beschikt mag hebben over het goed, zowel niet via een schenking tijdens het leven als via een testament. De schenking en het testament gaan dus voor op het recht van wettelijke terugkeer. Tot slot mag het (klein)kind zelf geen afstammelingen hebben bij zijn overlijden.

HET FISCAAL RECHT VOORZIET IN EEN VRIJSTELLING VAN ERFBELASTING (ART. 2.7.6.0.4 VCF)

Fiscaal is een wettelijke terugkeer vrij van erfbelasting. De fiscale wet hanteert dezelfde drie voorwaarden als het burgerlijk recht.

DISCUSSIE

De discussie die in het arrest van het hof van beroep te Gent van 27 september 2022 wordt beslecht gaat over de tweede voorwaarde, meer bepaald de vraag of de wettelijke terugkeer nog speelt ingeval de geschonken goederen niet meer in natura in de nalatenschap van de vooroverleden begiftigde aanwezig zijn, maar vervangen zijn door andere goederen. In dit arrest bevestigt het hof dat de “in natura voorwaarde” het principe van zakelijke subrogatie niet uitsluit.

ZAKELIJKE SUBROGATIE

Zakelijke subrogatie betekent dat een zakelijk recht, dat gevestigd is op een goed, verder gaat op het goed dat in de plaats komt van het oorspronkelijke goed. Bijvoorbeeld, een kunstwerk wordt geschonken en de begiftigde verkoopt dit kunstwerk en koopt met de opbrengst een oldtimer. Gaan de rechten en plichten mee over op de oldtimer?

Sinds de inwerkingtreding van het nieuwe goederenrecht (op 1 september 2021) wordt de zakelijke subrogatie als een expliciet kenmerk van een zakelijk recht gezien (art. 3.10 van het Burgerlijk Wetboek). Dit betekent dat een zakelijk recht zich van rechtswege uitstrekt tot alle goederen die in de plaats komen van het oorspronkelijke voorwerp van het zakelijk recht.

Onder het oude recht was dit nog niet het geval.

BESLISSING HOF VAN BEROEP GENT OP 27 SEPTEMBER 2022 EN VLABEL STANDPUNT NR. 23014

Het hof besloot dat zakelijke subrogatie, ook al was dit principe nog niet wettelijk verankerd onder het oude recht, toen al als een algemeen geldend principe bestond.

Vlabel volgt deze rechtspraak en schrijft uitdrukkelijk in zijn standpunt nr. 23014 (van 17 april 2023, https://www.vlaanderen.be/vlaamse-belastingdienst/sp-23014-zakelijke-subrogatie-van-rechtswege-werking-in-de-tijd) dat de wettelijke terugkeer niet enkel betrekking heeft op de geschonken zaak in natura of op de niet betaalde koopprijs, maar ook op de zaak waarin de prijs van het oorspronkelijk geschonken goed werd wederbelegd of waarmee dit werd geruild.

Bovendien speelt dit principe van zakelijke subrogatie ook automatisch in de gevallen waarop het nieuwe goederenrecht nog niet van toepassing is (met name op schenkingen en overlijdens van vóór 1 september 2021).

VOORBEELD

Jan schonk een effectenportefeuille van 1 miljoen euro aan zijn dochter Laura. Laura vooroverlijdt zonder kinderen, maar haar vader Jan is op dat moment nog in leven. Op basis van het wettelijk erfrecht zal de effectenportefeuille terugkeren naar Jan. In de situatie dat Laura de effectenportefeuille heeft gebruikt om een huis aan te kopen, heeft Jan recht op dit huis. Ongeacht of de schenking en het overlijden hebben plaatsgevonden onder het huidige of oude recht.

CONCLUSIE

De wettelijke terugkeer vindt dus niet enkel plaats op het geschonken goed of op de schuldvordering die nog in de nalatenschap aanwezig is, maar ook op het goed dat in de plaats is gekomen van het geschonken goed. Dit principe van zakelijke subrogatie is altijd van toepassing, zelfs in gevallen die nog onder het oude recht vallen, omdat zakelijke subrogatie volgens het hof van beroep te Gent toen ook al een algemeen geldend principe was.

Uiteraard zal het in elk geval noodzakelijk zijn om de nodige aandacht te vestigen op het tracé van de geschonken goederen (bijvoorbeeld via een subrogatie overeenkomst).

Niettegenstaande het bestaan van de wettelijke terugkeer, blijft een conventioneel beding van terugkeer in een schenkingsakte of pacte adjoint vaak nuttig, bijvoorbeeld omdat de schenker een terugkeer wil voorzien bij een vooroverlijden van de begiftigde mét kinderen, of omdat de schenker niet wenst dat de begiftigde ingeval van vooroverlijden zelf via testament over de geschonken goederen kan beschikken.

Mots clés

Articles recommandés

Het verstand komt met de jaren - De testamentaire beheerslast als oplossing voor jonge erfgenamen.

Het EU Ecolabel voert strijd tegen greenwashing

Recht op een afzonderlijk aanslagvoet : wat de arrest 87/2024 van de Grondwettelijke Hof ons leert ?