In 2022 bedroeg de gender loonkloof, dit wil zeggen het verschil in uurloon tussen vrouwen en mannen, 5,0%. Dit betekent dat in 2022 vrouwen gemiddeld 5,0% minder per uur verdienden dan hun mannelijke collega’s.
In vergelijking met tien jaar geleden daalde de gender loonkloof wel met 3,3 procentpunt maar bleef ze onveranderd ten opzichte van 2021.
Dat is het resultaat van de berekening van de loonkloof tussen mannen en vrouwen, geharmoniseerd op Europees niveau, gepubliceerd door Statbel, het Belgische statistiekbureau.
Opgesplitst naar leeftijd stellen we vast dat de loonkloof tussen mannen en vrouwen met -0,2% negatief is bij werknemers jonger dan 25 jaar. Vervolgens neemt het loonverschil met de leeftijd sterk toe, tot 4,4% voor 35-44-jarigen en zelfs 8,5% voor 55-64-jarigen.
Naar sector van tewerkstelling vinden we twee activiteiten met een negatieve gender loonkloof, namelijk Winning van delfstoffen (-3,9%) en Kunst, amusement en recreatie (-0,2%). In alle andere sectoren verdienen mannen gemiddeld meer dan hun vrouwelijke collega’s. Dit loonverschil is het grootst in Distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering en Informatie en communicatie, aangezien in beide sectoren de gender loonkloof 11,0% bedraagt.
Op internationaal niveau scoort België inzake loonongelijkheid tussen vrouwen en mannen beter dan de meeste andere Europese landen. Enkel Luxemburg, Italië en Roemenië kennen een kleinere gender loonkloof.